Artikel 41, 14° van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad de bevoegdheid voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan niet kan delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.
In het kader van de fusie tussen Lokeren en Moerbeke-Waas dienen alle vigerende reglementen herstemd te worden.
De stad streeft een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk na over alle belanghebbenden op het grondgebied van de stad. De algemene gemeentebelasting op bedrijven heeft als doel om alle bedrijven op het grondgebied van de stad te laten bijdragen. De tarieven voor de algemene belasting op bedrijven bleven sinds haar invoer in 2002 22 jaar ongewijzigd. Vanaf aanslagjaar 2025 wordt een koppeling aan de evolutie van de consumptieprijsindex voorzien. De overige wijzigingen aan het belastingreglement betreffen tekstuele aanpassingen die de leesbaarheid en het toepassingsgebied van het reglement bevorderen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het reglement met betrekking tot de ingekohierde algemene gemeentebelasting op bedrijven vast te stellen.
Op de gemeenteraad van 28 juni 2021 werd het reglement met betrekking tot de algemene gemeentebelasting op bedrijven gestemd.
In het kader van de fusie tussen Lokeren en Moerbeke-Waas dient het reglement herstemd te worden.
In het kader van de fusie tussen Lokeren en Moerbeke-Waas dienen alle vigerende reglementen herstemd te worden.
De stad streeft een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk na over alle belanghebbenden op het grondgebied van de stad. De algemene gemeentebelasting op bedrijven heeft als doel om alle bedrijven op het grondgebied van de stad te laten bijdragen.
De ontvangsten zijn onontbeerlijk voor de continuïteit van de algemene werking van Stad Lokeren.
Een redelijke spreiding van de belasting over diverse bedrijven kan tot stand gebracht worden door als algemene berekeningsgrondslag de oppervlakte te gebruiken, waarvan aangenomen kan worden dat deze in een redelijk verband staat tot de invloed van de betrokken belastingplichtige op de stedelijke uitgaven, onder meer wat betreft infrastructuur en algemene dienstverlening.
De tariefzetting houdt rekening met de aard en oppervlakte van de bedrijven.
Industriële en ambachtelijke bedrijven hebben naarmate hun bebouwde en onbebouwde oppervlakte toeneemt eerder een regionale dan lokale impact door de aard en grootorde van hun bedrijvigheid ten opzichte van andere bedrijven. Voor industriële en ambachtelijke bedrijven wordt geacht dat met een bebouwde of onbebouwde oppervlakte tot 5.000 m² de bedrijvigheid een lokale impact kent. Voor industriële en ambachtelijke bedrijven wordt geacht dat met een bebouwde of onbebouwde oppervlakte vanaf 10.000 m² de bedrijvigheid een regionale impact kent. Het is aldus passend om in een hoger tarief te voorzien voor bebouwde of onbebouwde oppervlakte tussen 5.000 m² en 10.000 m² alsook om een hoger tarief te voorzien voor bebouwde of onbebouwde oppervlakte vanaf 10.000 m².
Agrarische bedrijven hebben uit hun aard een veel groter bebouwd en onbebouwd areaal nodig om een leefbaar bedrijf te kunnen uitbaten dan andere bedrijven, zodat het passend is om in een lager tarief te voorzien voor dergelijke bedrijven.
De verenigingen en rechtspersonen zoals bedoeld in de artikelen 180, 181 en 182 van het Wetboek Inkomstenbelastingen (WIB 92) streven geen winstoogmerk na, behelzen een bijzonder belang met hun activiteiten en hebben een maatschappelijk waardevol karakter, zodat het gepast is om deze vrij te stellen van deze belasting.
Het belastingreglement houdt tevens rekening met een sociaal objectief door een vrijstelling te voorzien voor de belastingplichtigen die onder de vrijstellingsgrens voor sociale bijdragen vallen.
De stad acht het ook verantwoord om een vermindering van de belasting te voorzien voor bedrijven die werkgelegenheid genereren. Werkgelegenheid is een belangrijke motor voor de economische en sociale stabiliteit binnen de stad. Bedrijven die hierin investeren dragen rechtstreeks bij aan de lokale economie en het welzijn van de gemeenschap.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het reglement met betrekking tot de ingekohierde algemene gemeentebelasting op bedrijven vast te stellen.
Grondwet , meer specifiek artikels 41, 162 en 170 §4;
Artikelen 40 §3 en 41, 14° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en volgende wijzigingen
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting voor de provincie- en gemeentebelastingen en volgende wijzigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2021 waarbij, voor een termijn eindigend op 31 december 2025, een ingekohierde algemene gemeentebelasting op bedrijven werd gestemd.
De gemeenteraad stelt onderstaand belastingsreglement vast.