Artikel 78 van het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017 met betrekking tot de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat de raad bepaalde bevoegdheden bij reglement kan toevertrouwen aan het vast bureau. In hetzelfde artikel wordt tevens bepaald welke bevoegdheden niet kunnen worden gedelegeerd.
Bij raadsbesluit d.d. 02.09.2019 vertrouwt de raad de bevoegdheid tot het vaststellen en wijzigen van de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel toe aan het vast bureau.
Bij zijn besluit van 15 april 2024 werd de nieuwe rechtspositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel vastgesteld.
Er worden een aantal wijzigingen voorgesteld:
- voortvloeiend uit de formatiewijzigingen die worden voorgelegd aan de raden van 21.10.2024
- wat betreft de inwerkingtredingbepalingen
- wat betreft het bijkomend vakantiegeld
Aanpassingen voortvloeiend uit de formatiewijzigingen :
Er wordt voorgesteld om, voortvloeiend uit de voorliggende formatiewijzigingen, "bijlage I - Aanvullende voorwaarden" van de rechtspositieregeling als volgt aan te passen:
Er wordt tevens voorgesteld om aan artikel 3§5 de rang Ayb met salarisschaal A9a-A9b toe te voegen.
Inwerkingtredingsbepalingen :
De nieuwe rechtspositieregeling trad in werking op 15.04.2024, behoudens enkele uitzonderingen. Ingevolge een materiële misslag werden in artikel 280 van de RPR (inwerkingtredingsbepalingen) enkel de uitzonderingen opgenomen wat betreft:
Er wordt voorgesteld om artikel 280 van de rechtspositieregeling aan te passen als volgt:
Bijkomend vakantiegeld :
In art. 187, §2, wordt een bijkomend vakantiegeld van 16% voorzien op de door het bestuur bepaalde toelagen, vergelijkbaar met het vroegere vakantiegeld op variabel loon bij contractanten.
Conform de recentste adviezen van ABB mag een bestuur een regeling uitwerken gelijkaardig aan de regeling van het dubbel vakantiegeld op variabel loon bij toepassing van het privaat stelsel, nl. 7,67%, maar is het niet toegelaten om meer te voorzien dan dat.
Daarnaast laat Cipal-Schaubroeck ook weten dat de toevoeging van de minimale salarisverhoging bij aanstelling in een hogere graad technisch gezien deel uitmaakt van het loon, en dus overbodig is in het lijstje van de berekeningsbasis van het bijkomend vakantiegeld op toelagen en vergoedingen.
In lijn met voormelde adviezen wordt voorgesteld om artikel 187§2 van de rechtspositieregeling aan te passen.
Het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20.01.2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, zoals later gewijzigd;
De rechtspositieregeling van het gemeente- en OCMW personeel, goedgekeurd met de beslissing van college van burgemeester en schepenen en vast bureau d.d. 15.04.2024;
Het vast bureau keurt de wijziging goed aan artikel 3§5 van de rechtspositieregeling van het OCMW- en gemeentepersoneel, vastgesteld bij zijn besluit van 15 april 2024, en stelt dit artikel opnieuw vast als volgt:
Artikel 3
Aan de volgende graden worden de salarisschalen en de functionele loopbanen verbonden die overeenkomen met de ernaast vermelde lettercijfercode.
NIVEAU E | RANG | SCHALEN |
Basisgraad | Ev | E1-E2-E3 |
NIVEAU D | RANG | SCHALEN |
Basisgraad | Dv | D1-D2-D3 |
Hogere graad | Dx | D4-D5 |
NIVEAU C | RANG | SCHALEN |
Basisgraad | Cv | C1-C2-C3 |
Cv | C1-C2 | |
Hogere graad | Cx | C4-C5 |
NIVEAU B | RANG | SCHALEN |
Basisgraad | Bv | B1-B2-B3 |
Hogere graad | Bx | B4-B5 |
NIVEAU A | RANG | SCHALEN |
Basisgraad | Av | A1a-A2a-A3a |
Hogere graden | Ax | A4a-A4b |
Axb | A4c-A4d | |
Ay | A5a-A5b | |
Ayb | A9a-A9b |
Het vast bureau keurt de wijziging goed aan artikel 187§2 van hetzelfde besluit en stelt dit artikel opnieuw vast als volgt:
Artikel 187
Paragraaf 2
Bovenop het vakantiegeld zoals bepaald in §1 ontvangt het personeelslid een bijkomend vakantiegeld ten belope van 7,67% dat berekend wordt op de volgende toelagen en vergoedingen die het personeelslid effectief ontvangen heeft in het referentiejaar:
Het vast bureau keurt de wijziging goed aan artikel 280 van hetzelfde besluit, en stelt dit artikel opnieuw vast als volgt:
Artikel 280
Deze rechtspositieregeling treedt onmiddellijk in werking, met uitzondering van:
Het vast bureau keurt volgende wijzigingen goed aan bijlage 1 (aanvullende voorwaarden) van hetzelfde besluit :