Terug
Gepubliceerd op 20/02/2024

2024_CBS_00502 - Kader studentenarbeid. Goedkeuring.

College van Burgemeester en Schepenen
ma 19/02/2024 - 13:00 Collegezaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Rechtspositieregeling (RPR).

Samenstelling

Aanwezig

Filip Anthuenis, voorzitter/burgemeester; Filip Liebaut, schepen; Claudine De Waele, schepen; Sabine Van Rysselberghe, schepen; Marjoleine de Ridder, schepen; Marina Van Hoorick, schepen; Stefan Walgraeve, schepen; Nina Van der Sypt, schepen; Steven Verbeke, Algemeen directeur

Secretaris

Steven Verbeke, Algemeen directeur

Voorzitter

Filip Anthuenis, voorzitter/burgemeester
2024_CBS_00502 - Kader studentenarbeid. Goedkeuring. 2024_CBS_00502 - Kader studentenarbeid. Goedkeuring.

Motivering

Bevoegdheid

Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad bepaalt dat de gemeenteraad bepaalde bevoegdheden bij reglement kan toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen. In hetzelfde artikel wordt tevens bepaald welke bevoegdheden niet kunnen worden gedelegeerd.

Bij raadsbesluit d.d. 02.09.2019 vertrouwt de raad de bevoegdheid tot het vaststellen en wijzigen van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel toe aan het college van burgemeester en schepenen. 

Feitelijke context

De organisatie werft op regelmatige basis jobstudenten aan. Momenteel vallen zij onder het toepassingsgebied van de rechtspositieregeling van het regulier personeel, maar mits de toepassing van enkele uitzonderingen zoals bijvoorbeeld geen toekenning van maaltijdcheques of eindejaarstoelage.
Het nieuwe BVR RPR voorziet dat een lokaal bestuur bepaalde categorieën kan uitsluiten uit de rechtspositieregeling. 

Er wordt voorgesteld om een apart kader vast te stellen voor studentenarbeid.

Argumentatie

Rekening houdend met het aparte statuut en de afwijkingen op de rechtspositieregeling  wordt voorgesteld om de categorie jobstudenten uit te sluiten uit de rechtspositieregeling van het regulier personeel (artikel 1 §2) en een apart organisatiebreed kader te voorzien waarin volgende bepalingen worden opgenomen:
- het salaris
- de toeslagen voor onregelmatige prestaties
- de sociale voordelen (fietsvergoeding en woon-werkverkeer met het openbaar vervoer)

Juridische context

Het decreet lokaal bestuur;

Het besluit van de Vlaamse Regering van 07.12.2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20.01.2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen;

De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, vastgesteld bij raadbesluit van 01.02.2010, zoals later gewijzigd;

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt het voorgestelde kader studentenarbeid goed, en stelt dit vast zoals bijgevoegd aan dit besluit.

Artikel 2

Het college keurt de wijziging goed aan artikel 1 § 2 van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, vastgesteld bij zijn besluit van 1 februari 2010, zoals later gewijzigd, en stelt dit artikel opnieuw vast als volgt: 

Artikel 1. §2. Deze rechtspositieregeling is niet van toepassing op :
- het personeel tewerkgesteld in het kader van een studentenovereenkomst
- het personeel van de brandweer
- het personeel van de politie
- het gesubsidieerd personeel van het gemeentelijk onderwijs, behoudens artikel 208, eerste en tweede lid.
- het rusthuispersoneel O.C.M.W.