De gemeenteraad ging op 25/10/2021 akkoord met het ondertekenen van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP 1.0) en engageerde zich om in samenwerking met diverse partnerorganisaties de doelstellingen van het Pact na te streven. Voor LEKP 1.0 ontvangt de stad in 2022 een subsidie van 147.501 EUR. Er dient voor een dubbel bedrag aan middelen voor het uitvoeren van acties in het kader van dit LEKP te worden verantwoord in 2021. Voor LEKP 1.0. zal de subsidie in 2023 150.405 EUR bedragen. Door de aangescherpte Europese Klimaatambities (‘Fit for 55’) besliste de Vlaamse regering in november 2021 over een pakket extra maatregelen om de CO2-uitstoot sterker te verminderen. De CO2- reducties gaan niet snel genoeg, klimaatverandering treft ons sneller en intenser dan verwacht en de keuzes die in dit decennium gemaakt worden, zullen bepalend zijn om de doelstelling van Parijs te halen en om de transitie naar een klimaatneutrale samenleving in te zetten. Daarbij werd ook de rol van de lokale besturen herbevestigd en nieuwe doelstellingen voorgesteld.
De focus van dit LEKP 2.0 is duidelijk: we gaan onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen versneld afbouwen, wijk per wijk en sector per sector. De verhoogde ambities worden om die reden voornamelijk op de mitigatiewerven gericht en er wordt gekozen voor een additionele ambitie binnen energiebesparing, fossielvrije gebouwen en mobiliteit, waaronder een uitgebreide laadinfrastructuur. Indien LEKP 2.0 wordt ondertekend, wordt het subsidiebedrag voor 2023 verhoogd naar 203.322 EUR (150.405 + 52.917 EUR). Er dient voor een dubbel bedrag aan middelen voor het uitvoeren van acties in het kader van dit LEKP 2.0 te worden verantwoord in 2022. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om dit LEKP 2.0 goed te keuren.
Door de aangescherpte Europese Klimaatambities (‘Fit for 55’) besliste de Vlaamse regering in november 2021 over een pakket extra maatregelen om de CO2-uitstoot sterker te verminderen. De CO2- reducties gaan niet snel genoeg, klimaatverandering treft ons sneller en intenser dan verwacht en de keuzes die in dit decennium gemaakt worden, zullen bepalend zijn om de doelstelling van Parijs te halen en om de transitie naar een klimaatneutrale samenleving in te zetten. Daarbij werd ook de rol van de lokale besturen herbevestigd en nieuwe doelstellingen voorgesteld. De focus van dit LEKP 2.0 is duidelijk: we gaan onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen versneld afbouwen, wijk per wijk en sector per sector. De verhoogde ambities worden om die reden voornamelijk op de mitigatiewerven gericht en er wordt gekozen voor een additionele ambitie binnen energiebesparing, fossielvrije gebouwen en mobiliteit, waaronder een uitgebreide laadinfrastructuur.
Er zijn wijzigingen in werf 2 ("Verrijk je wijk", renovatie, hernieuwbare energie) en werf 3 (Elke buurt deelt (koolstofvrije (deel)mobiliteit) en is duurzaam bereikbaar), geen wijzigingen in de adaptatiewerven 1 (vergroening) en 4 (water, droogteproblematiek).
Voor de uitvoering van het LEKP worden samenwerkingen tussen de gemeentes onderling, samenwerkingen met partners zoals lokale stakeholders, intercommunales, provincies… sterk aangemoedigd. Elk lokaal bestuur kan de eigen troeven uitspelen om zo gezamenlijk de finish te halen. Zoals in de tekst van het Pact als voorbeeld is opgenomen, zal het in de ene gemeente gemakkelijker zijn om meer vergroening door te voeren en in de andere gemeente zal deelmobiliteit sneller kunnen uitbreiden. Er zijn echter ook individuele verbintenissen, zoals de verscherpte doelstellingen voor CO2-reductie en energiebesparing voor eigen gebouwen en technische infrastructuur.
Het zijn niet louter investeringskosten die gesubsidieerd kunnen worden. Flankerende uitgaven, zoals de samenwerking met een andere partner alsook de eigen personeelskosten kunnen hiermee gefinancierd worden. Uitgaven kunnen verantwoord worden via zowel bestaande of lopende acties (aanleg fietspaden, autodelen, ontharding bij rioleringsprojecten, aanplanting van bomen,…) als via nieuwe acties voor zover daarvoor budgetten zijn
Het uiteindelijk doel is het behalen van alle doelstellingen in alle steden en gemeenten tegen 2030. Als lokaal bestuur kan men zelf bepalen hoe de verschillende doelstellingen zo efficiënt mogelijk kunnen behaald worden en zelf bepalen wat de eigen prioriteiten zijn en kiezen waar men eerst op zal gaan inzetten. Het gaat om een inspanningsverbintenis. De wederzijdse engagementen staan in het pact en de financiële ondersteuning wordt gekoppeld aan het ondertekenen van het Pact. Het betreft een trekkingsrecht met 50% cofinanciering: het “1 euro voor 1 euro”-principe. De totale uitgaven voor klimaatacties moeten dus minstens het dubbele van de verkregen subsidie bedragen.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur werkt momenteel aan een monitoringstool om de vorderingen in de verschillende engagementen en werven op te volgen. De doelstelling is om dit te doen met zo weinig mogelijk administratieve impact voor de lokale besturen. Er wordt zo veel mogelijk beroep gedaan op bestaande databronnen. Waar deze niet beschikbaar zijn (zoals voor de adaptatiewerven) wordt bekeken wat hiervoor de alternatieven zijn.
Het is aangewezen dat de gemeente het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 ondertekent en de gewenste en mogelijke acties uitvoert. Bijgevolg heeft de gemeente recht op financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid d.m.v. trekkingsrecht. Er wordt voorgesteld aan de gemeenteraad om dit LEKP 2.0 te ondertekenen.
De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
Het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken.
De beslissing van de gemeenteraad dd. 27/4/2020 om toe te treden tot het ‘Burgemeestersconvenant 2030’ met een joint SECAP (Sustainable Energy and Climate Action Plan of een actieplan voor duurzame energie en klimaat), een gezamenlijke ondertekening van het convenant samen met de andere Wase lokale besturen.
Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030.
Het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024: ook de Vlaamse en lokale overheden nemen hun verantwoordelijkheid en geven het goede voorbeeld. Net zoals de Vlaamse Overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW’s, provincies en autonome gemeentebedrijven worden gevraagd om hun broeikasgassen met 40% te reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% te realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed).
Het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) dd. 4 juni 2021 legt de toekenning van een subsidie aan de Vlaamse
gemeenten voor klimaatacties ter uitvoering van het Lokaal Energie- en Klimaatpact vast.
Het ‘FIT for 55’-pakket van de Europese Commissie waardoor Europese regelgeving in overeenstemming wordt gebracht met de doelstelling van de Europese Unie om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990, met als gevolg de visienota van de Vlaamse Regering van 5 november 2021 ‘Bijkomende maatregelen Klimaat’ met een extra pakket aan maatregelen voor een minimum reductie van 40% broeikasgasuitstoot (ten opzichte van 2005) voor de sectoren transport, bouw, landbouw, afval en industrie.
Art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de
verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”
De gemeenteraad beslist om het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 te ondertekenen.