Terug
Gepubliceerd op 25/10/2022

2022_CBS_02690 - Rechtspositieregeling. Aanpassing m.b.t. samenvoegingsmobiliteit. Goedkeuring.

College van Burgemeester en Schepenen
ma 24/10/2022 - 13:00 collegezaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Rechtspositieregeling (RPR).

Samenstelling

Aanwezig

Filip Anthuenis, voorzitter/burgemeester; Filip Liebaut, schepen; Claudine De Waele, schepen; Marjoleine de Ridder, schepen; Marina Van Hoorick, schepen; Stefan Walgraeve, schepen; Nina Van der Sypt, schepen; Steven Verbeke, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Sabine Van Rysselberghe, schepen

Secretaris

Steven Verbeke, Algemeen directeur

Voorzitter

Filip Anthuenis, voorzitter/burgemeester
2022_CBS_02690 - Rechtspositieregeling. Aanpassing m.b.t. samenvoegingsmobiliteit. Goedkeuring. 2022_CBS_02690 - Rechtspositieregeling. Aanpassing m.b.t. samenvoegingsmobiliteit. Goedkeuring.

Motivering

Argumentatie

Het decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de besturen de nadere procedure en modaliteiten dienen vast te stellen in de rechtspositieregeling voor de toepassing van de samenvoegingsmobiliteit. Er wordt voorgesteld om dezelfde modaliteiten te voorzien als de reeds vastgestelde procedure van externe personeelsmobiliteit (d.i. de mogelijkheid tot personeelsmobiliteit tussen stad Lokeren en OCMW Lokeren).

De regeling van samenvoegingsmobiliteit kan effectief toegepast worden als ze wederkerig geregeld wordt. De aanpassing van de rechtspositieregelingen van Moerbeke wordt geagendeerd op de raden van 25 oktober 2022.

Juridische context

Het decreet lokaal bestuur, in bijzonder de artikelen 342-384.

Het Lokerse gemeenteraadsbesluit van 25.04.2022 houdende de principiƫle beslissing tot samenvoeging van de stad Lokeren en de gemeente Moerbeke

Het Moerbeekse gemeenteraadsbesluit van 26.04.2022 houdende de principiƫle beslissing tot samenvoeging van de stad Lokeren en de gemeente Moerbeke

Het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 07.12.2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, vastgesteld bij raadsbesluit van 01.02.2010, zoals later gewijzigd;

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt de aanpassing goed van artikel 4 van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, vastgesteld bij zijn besluit van 1 februari 2010, zoals later gewijzigd, en stelt dit opnieuw vast als volgt: 

Art. 4. §1. Met behoud van de toepassing van de specifieke regels per procedure, wordt een vacante betrekking, ongeacht haar rangindeling, vervuld op een van de volgende manieren:

1° door een aanwervingsprocedure;

2° door een bevorderingsprocedure;

3° door de procedure van interne personeelsmobiliteit;

4° door een procedure van externe personeelsmobiliteit, conform hoofdstuk XIV, afdeling II 

5° door een procedure van samenvoegingsmobiliteit, conform hoofdstuk XIVbis

6° door een combinatie van hogervermelde procedures.

Bij de aanwervingsprocedure komen zowel personen extern aan het gemeentebestuur als personeelsleden van het gemeentebestuur in aanmerking om zich kandidaat te stellen voor de betrekking.

Bij de bevorderingsprocedure en bij de procedure van interne personeelsmobiliteit worden alleen leden van het gemeentepersoneel uitgenodigd om zich voor de vacante betrekking kandidaat te stellen.

Bij de procedure van externe personeelsmobiliteit worden de personeelsleden van de in artikel 135bis §1 vermelde overheden uitgenodigd om zich voor de vacante betrekking kandidaat te stellen.
Bij de procedure van samenvoegingsmobiliteit worden de personeelsleden van de in artikel 135octies §1 vermelde overheden uitgenodigd om zich voor de vacante betrekking kandidaat te stellen.

De aanstellende overheid bepaalt bij de vacantverklaring van de betrekking volgens welke procedure of procedures ze vervuld wordt.

§2. De aanstellende overheid verklaart de betrekking open.

In afwijking van het eerste lid verklaart de gemeenteraad de betrekkingen open van algemeen directeur en van financieel directeur.

Artikel 2

Het college keurt de aanpassing goed van artikel 119 §2bis van hetzelfde besluit, en stelt dit opnieuw vast als volgt: 

Art. 119 §2bis. De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking bij wijze van bevordering, of ze een beroep doet op externe personeelsmobiliteit conform de bepalingen van hoofdstuk XIV, afdeling I en/of samenvoegingsmobiliteit conform de bepalingen van hoofdstuk XIVbis.

Artikel 3

Het college keurt de aanpassing goed van artikel 129 §2bis van hetzelfde besluit, en stelt dit opnieuw vast als volgt: 

Art. 129 §2bis. De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking bij wijze van interne personeelsmobiliteit, of ze een beroep doet op externe personeelsmobiliteit conform de bepalingen van hoofdstuk XIV, afdeling I en/of samenvoegingsmobiliteit conform de bepalingen van hoofdstuk XIVbis.

Artikel 4

Het college keurt de toevoeging goed van hoofdstuk XVIbis. "Specifieke bepalingen met betrekking tot samenvoegingsmobiliteit"  aan hetzelfde besluit, en stelt dit vast als volgt:

Hoofdstuk XIVbis. Specifieke bepalingen met betrekking tot samenvoegingsmobiliteit

Afdeling I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen

    Artikel 135octies.
     
    §1. Deze afdeling is van toepassing op personeelsleden van de gemeente en het OCMW Lokeren en op personeelsleden van de gemeente en het OCMW Moerbeke.

    §2. De samenvoegingsmobiliteit voor personeelsleden van de in § 1 vermelde overheden wordt, als de aanstellende overheid er gebruik wenst van te maken, verwezenlijkt op de volgende manieren:

    1° door deelname aan de procedure voor interne personeelsmobiliteit;

    2° door deelname aan de bevorderingsprocedure.

    Bij de toepassing van de samenvoegingsmobiliteit voor personeelsleden van de in §1 vermelde overheden worden dus niet alleen personeelsleden in dienst bij het eigen bestuur uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de vacante betrekking, maar ook de personeelsleden bedoeld in §1.

    §3. De samenvoegingsmobiliteit voor personeelsleden van de in §1 vermelde overheden is enkel van toepassing op de volgende betrekkingen:

    1° de statutaire betrekkingen;
     2° bestendige contractuele betrekkingen op de personeelsformatie van de gemeente.

    Ze is niet van toepassing op de betrekkingen van algemeen directeur en financieel directeur.

    §4. De volgende personeelsleden kunnen zich kandidaat stellen voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit of voor deelname aan de bevorderingsprocedure voor een vacature:

    1° de vast aangestelde statutaire personeelsleden, ongeacht hun administratieve toestand;
     2° de contractuele personeelsleden die beantwoorden aan de criteria om bij de eigen overheid in aanmerking te komen voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit, respectievelijk aan de bevorderingsprocedure.


    Afdeling II. Procedure en voorwaarden

    Artikel 135novies.
     
    §1. Als de aanstellende overheid bij de vacantverklaring van een betrekking beslist, dat ze een beroep doet op samenvoegingsmobiliteit voor personeelsleden van de in artikel 135octies §1 vermelde overheden, dan deelt ze haar beslissing mee aan die andere overheid of overheden, samen met het verzoek aan die andere overheid of overheden om de vacature intern bekend te maken.

    §2. De regels over het vacaturebericht, over de wijze van kandidaatstelling en over de termijn voor de kandidaatstelling die van toepassing zijn bij de procedure van interne personeelsmobiliteit en bij de bevorderingsprocedure, zijn ook van toepassing als de aanstellende overheid een beroep doet op kandidaten van een andere overheid.

    De bekendmaking van de vacature door de andere overheid gebeurt via de interne bekendmakingskanalen die in de plaatselijke rechtspositieregeling van die andere overheid gebruikt worden bij de toepassing van de procedure van interne personeelsmobiliteit, respectievelijk de bevorderingsprocedure.

    §3. Het personeelslid van een andere overheid dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit, moet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de voorwaarden voor de interne personeelsmobiliteit.

    Het personeelslid van een andere overheid dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de bevorderingsprocedure, moet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan bevorderingsvoorwaarden voor de vacante betrekking.

    §4. Kandidaten van een andere overheid moeten op dezelfde wijze als kandidaten van de eigen overheid:

    1° aantonen dat ze voldoen aan de competentievereisten voor de vacante betrekking bij deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit;

    2° slagen voor de selectieprocedure bij deelname aan de bevorderingsprocedure.

    Afdeling III. De aanstelling van het personeelslid dat overkomt van een andere overheid

    Artikel 135decies.
     
    §1. De geselecteerde kandidaat die overkomt van een andere overheid, wordt aangesteld in de betrekking waarvoor hij zich kandidaat gesteld heeft. De kandidaat voor een statutaire betrekking wordt in statutair dienstverband aangesteld. De kandidaat voor een contractuele betrekking wordt in contractueel dienstverband aangesteld.

    Het statutaire personeelslid dat overkomt van een andere overheid wordt na de statutaire aanstelling niet opnieuw onderworpen aan een proeftijd.

    §2. De aanstellende overheid bezorgt een kopie van de aanstellingsbeslissing aan de overheid van herkomst van de kandidaat.

    De aanstellende overheid bepaalt de datum of de termijn van indiensttreding van het geselecteerde personeelslid.

    Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid legt bij zijn indiensttreding opnieuw de eed af.

    Afdeling IV. Administratieve anciënniteiten en andere arbeidsvoorwaarden

    Artikel 135undecies.
     
    §1. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid als gevolg van deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit behoudt na zijn aanstelling in de nieuwe betrekking de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven had in de functionele loopbaan van zijn vorige betrekking, als met de nieuwe betrekking dezelfde functionele loopbaan verbonden is.

    Als het personeelslid aangesteld wordt in een betrekking van dezelfde rang waarmee een andere functionele loopbaan met andere salarisschalen verbonden is, dan behoudt het zijn schaalanciënniteit en wordt het met die schaalanciënniteit ingeschaald in de daarmee overeenstemmende salarisschaal van de nieuwe functionele loopbaan.

    §2. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid als gevolg van deelname aan de bevorderingsprocedure krijgt na zijn aanstelling in de nieuwe betrekking de eerste salarisschaal van de functionele loopbaan die verbonden is met de nieuwe betrekking. De schaalanciënniteit begint opnieuw vanaf nul te lopen.

    De regeling van de gegarandeerde salarisverhoging bij bevordering naar een graad van een hoger niveau, zoals bepaald in artikel 172 en 173 is ook van toepassing op het personeelslid dat als gevolg van een bevordering naar een graad van een hoger niveau overkomt van een andere overheid.

    §3. In afwijking van paragraaf 1 wordt ervaring in de privésector of als zelfstandige die bij de andere overheid gevaloriseerd werd in de schaalanciënniteit, alleen gevaloriseerd in de schaalanciënniteit voor zover die valorisatieregeling ook bestaat voor het eigen personeel.

    Ervaring in de privésector of als zelfstandige die bij de andere overheid gevaloriseerd werd in de geldelijke anciënniteit, wordt alleen gevaloriseerd in de geldelijke anciënniteit voor zover die valorisatieregeling ook bestaat voor het eigen personeel.

    Artikel 135duodecies. De niveau-anciënniteit en de dienstanciënniteit die het personeelslid verworven had bij de andere overheid, worden volledig in aanmerking genomen voor de vaststelling van de niveau-anciënniteit en de dienstanciënniteit.

    De regels voor de vaststelling van de graadanciënniteit na aanstelling in een andere graad bij de toepassing van de procedure van interne personeelsmobiliteit zijn ook van toepassing op het personeelslid dat overkomt van de andere overheid en dat aangesteld wordt in een andere graad.

    Na bevordering neemt de graadanciënniteit in de nieuwe graad een aanvang.

    Artikel 135ter decies. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid, is onderworpen aan de regels over de jaarlijkse vakantie, de feestdagen en de andere verloven en afwezigheden die gelden bij de overheid waar het aangesteld wordt. Er zijn geen overgangsbepalingen van toepassing.

    De regels over het ziektekrediet bij de overheid waarbij het vast aangestelde statutaire personeelslid wordt aangesteld, zijn van toepassing, met dien verstande dat de jaren dienstactiviteit en de al opgenomen ziektedagen bij de andere overheid, meegerekend worden voor de vaststelling van het aantal dagen ziektekrediet.

    Artikel 5

    Het college keurt de hernummering goed van het bestaande artikel 135octies van hetzelfde besluit naar artikel 135quater decies. Dit artikel wordt, inhoudelijk ongewijzigd, vastgesteld als volgt:

    Art. 135quater decies. §1.De aanstellende overheden van de gemeente en het OCMW kunnen bij de toepassing van de aanwervingsprocedures samen, onder de hierna vermelde voorwaarden, selectieprocedures organiseren voor vacatures in betrekkingen die zowel bestaan bij de gemeente als bij het OCMW.

    Alleen volgende betrekkingen komen in aanmerking voor de toepassing van een gezamenlijke selectieprocedure:

    1° statutaire betrekkingen
     2° bestendige contractuele betrekkingen op de personeelsformatie van de gemeente

    De betrekkingen van algemeen directeur en financieel directeur vallen niet onder het toepassingsgebied van hoofdstuk XV.


    §2. De gezamenlijke organisatie van een selectieprocedure gaat gepaard met een gezamenlijke externe oproep aan de kandidaten. Bij de oproep aan de kandidaten wordt meegedeeld dat er een gezamenlijke selectieprocedure wordt georganiseerd, waarvan de resultaten gelden voor de betrokken besturen. De bekendmaking van de vacature vermeldt dat de ingediende kandidaturen geldig zijn voor de overheden die de gezamenlijke selectieprocedure organiseren. 

    Voor de uitvoering van de gezamenlijke selectieprocedure wordt een gemeenschappelijke selectiecommissie geïnstalleerd en is hetzelfde selectieprogramma van toepassing. Het selectieprogramma is afgestemd op een functiebeschrijving voor de betrekking. 

    De algemene regels voor de selectiecommissies zoals bepaald in artikel 15 tot en met 17, gelden ook voor de gemeenschappelijke selectiecommissie. 


    §3. De aanstellende overheden van de gemeente en het OCMW kunnen na een gezamenlijke selectieprocedure ook een gemeenschappelijke wervingsreserve van de geslaagde kandidaten aanleggen. De algemene regels voor de wervingsreserve zoals bepaald in artikel 23 tot en met 25, gelden ook voor de gemeenschappelijke wervingsreserve, waaronder ook: 

    1° de regels voor de maximale geldigheidsduur van de gemeenschappelijke wervingsreserves; 

    2° de regels volgens welke de kandidaten hun opname in de gemeenschappelijke wervingsreserves behouden of verliezen. 

    In voorkomend geval wordt bij de oproep aan de kandidaten meegedeeld dat er een gemeenschappelijke wervingsreserve wordt aangelegd die geldt voor de betrokken besturen. 

    De aanstellende overheden van de gemeente en het OCMW kunnen elk voor zich een beroep doen op de kandidaten die opgenomen zijn in de gemeenschappelijke wervingsreserve. 


    §4. De aanstellende overheden van de gemeente en het OCMW kunnen, voor de betrekkingen die ze gemeenschappelijk hebben, de gezamenlijke selectie en het aanleggen van een gemeenschappelijke reserve van geslaagde kandidaten voorzien in dit artikel ook toepassen bij een bevorderingsprocedure, of bij een procedure van externe personeelsmobiliteit.