Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB), meer bepaald artikelen 392-395;
Gelet op het “Draaiboek voor het vaccinatiecentrum” van het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse overheid, gepubliceerd op https://www.laatjevaccineren.be/alles-voor-een-vlotte-organisatie-van-een-vaccinatiecentrum;
Gelet op het Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de lokale noodplanning.
Overwegende dat artikel 392 van het DLB bepaalt dat twee of meer gemeenten een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid kunnen vormen om, zonder beheersoverdracht, een welbepaald project van gemeentelijk belang te verwezenlijken; overwegende dat het samenwerkingsverband andere overheden dan gemeenten als deelnemer mag hebben krachtens art. 392, vierde lid DLB en zich dan “interbestuurlijk samenwerkingsverband” mag noemen;
Overwegende dat het “Draaiboek vaccinatiecentra” en de blauwdruk van het Agentschap Zorg en Gezondheid aan de lokale besturen oplegt om per eerstelijnszone maximaal twee vaccinatiecentra op te richten;
Overwegende dat de deelnemers aan deze “overeenkomst met statutaire draagkracht” de nodige afspraken over de oprichting van een vaccinatiecentrum, onder meer (maar niet beperkt tot) de logistieke voorwaarden, de inbreng van middelen, personeel en logistiek en de bestuurlijke en democratische terugkoppeling, vastleggen in een overeenkomst;
Overwegende dat het aan te raden is dat de algemene bestuurlijke aansturing van het vaccinatiecentrum gebeurt volgens de principes van de intergemeentelijke samenwerking uit het DLB, meer bepaald met een beheerscomité, maar dat dit minimaal ingevuld kan worden en enkel moet samenkomen indien noodzakelijk voor fundamentele beslissingen en voor democratische terugkoppeling;
Overwegende dat aan de raad wordt gevraagd om de voorgelegde overeenkomst goed te keuren;
Het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse overheid publiceerde op https://www.laatjevaccineren.be/alles-voor-een-vlotte-organisatie-van-een-vaccinatiecentrum een “Draaiboek voor het vaccinatiecentrum”.
Het “Draaiboek vaccinatiecentra” en de blauwdruk van het Agentschap Zorg en Gezondheid legt aan de lokale besturen op om per eerstelijnszone maximaal twee vaccinatiecentra op te richten.
Omdat voor de oprichting van het vaccinatiecentrum de nodige afspraken moeten gemaakt worden met de deelnemers, is een “overeenkomst met statutaire draagkracht” met onder meer (maar niet beperkt tot) de logistieke voorwaarden, de inbreng van middelen, personeel en logistiek en de bestuurlijke en democratische terugkoppeling, noodzakelijk.
Het is tevens aan te raden dat de algemene bestuurlijke aansturing van het vaccinatiecentrum gebeurt volgens de principes van de intergemeentelijke samenwerking uit het DLB, meer bepaald met een beheerscomité, maar dat dit minimaal ingevuld kan worden en enkel moet samenkomen indien noodzakelijk voor fundamentele beslissingen en voor democratische terugkoppeling.
De deelnemers aan dit interbestuurlijk samenwerkingsverband (IBSV) zijn de stad Lokeren en de gemeentebesturen Moerbeke en Waasmunster. De stad Lokeren wordt aangeduid als beherende gemeente van het IBSV.
Alle verdere informatie over dit IBSV is terug te vinden in de voorgelegde overeenkomst en aan de raad wordt gevraagd deze overeenkomst goed te keuren.
De overeenkomst met statutaire draagkracht van het interbestuurlijk samenwerkingsverband "vaccinatiecentrum LOKEREN" wordt goedgekeurd.