Gelet op de notulen van de zitting van de gemeenteraad van 28 juni 2021;
Overwegende dat er geen opmerkingen werden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadsvergadering van 28 juni 2021 werden opgemaakt conform de artikelen 32 en 278 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Aan de raad wordt gevraagd de notulen en het zittingsverslag goed te keuren.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadsvergadering van 28 juni 2021 worden goedgekeurd.
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 april 2021 waarbij 'Weilandstraat' als nieuwe straatnaam voorlopig werd vastgesteld voor het gedeelte Driesstraat tussen de gesloten spoorovergang en de Bokslaarstraat;
Gelet op het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en gewijzigd bij decreet van 29 november 2002;
Overwegende dat de nieuwe straatnaam werd bekendgemaakt overeenkomstig het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, gewijzigd bij decreet van 4 februari 1997 en 29 november 2002;
Overwegende dat er geen opmerkingen of bezwaren werden ingediend;
Overwegende dat er op 07 juni 2021 een proces-verbaal van sluiting van openbaar onderzoek werd opgemaakt;
De gemeenteraad ging in zitting van 26 april 2021 principieel akkoord met de voorlopige vaststelling van 'Weilandstraat' als nieuwe straatnaam voor het gedeelte Driesstraat tussen de gesloten spoorovergang en de Bokslaarstraat.
Tijdens het openbaar onderzoek van 04 mei 2021 tot en met 06 juni 2021 zijn er geen bezwaren ingediend.
Er werd gunstig advies ontvangen van de Cultuurraad dd. 17/06/2021.
Het schepencollege stelt aan de gemeenteraad voor om 'Weilandstraat' als nieuwe straatnaam definitief vast te stellen en verder de procedure te volgen zoals ze voorzien is in het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en gewijzigd bij decreet van 29 november 2002.
Na de definitieve vaststelling zal de naam via de stedelijke Infokrant worden voorgesteld aan de Lokerse bevolking.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om Weilandstraat definitief vast te stellen voor het gedeelte tussen de gesloten spoorovergang en de Bokslaarstraat.
Weilandstraat als straatnaam definitief vast te stellen voor het gedeelte Driesstraat tussen de gesloten spoorovergang en de Bokslaarstraat.
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 april 2021 waarbij 'Bareelstraat' als nieuwe straatnaam voorlopig werd vastgesteld voor het gedeelte Nieuwe Stationsstraat tussen de gesloten spoorovergang en de Beerveldestraat;
Gelet op het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en gewijzigd bij decreet van 29 november 2002;
Overwegende dat de nieuwe straatnaam werd bekendgemaakt overeenkomstig het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, gewijzigd bij decreet van 4 februari 1997 en 29 november 2002;
Overwegende dat er geen opmerkingen of bezwaren werden ingediend;
Overwegende dat er op 07 juni 2021 een proces-verbaal van sluiting van openbaar onderzoek werd opgemaakt;
De gemeenteraad ging in zitting van 26 april 2021 principieel akkoord met de voorlopige vaststelling van 'Bareelstraat' als nieuwe straatnaam voor het gedeelte Nieuwe Stationsstraat tussen de gesloten spoorovergang en de Beerveldestraat.
Tijdens het openbaar onderzoek van 04 mei 2021 tot en met 06 juni 2021 zijn er geen bezwaren ingediend.
Er werd gunstig advies ontvangen van de Cultuurraad dd. 17/06/2021.
Het schepencollege stelt aan de gemeenteraad voor om 'Bareelstraat' als nieuwe straatnaam definitief vast te stellen en verder de procedure te volgen zoals ze voorzien is in het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen en gewijzigd bij decreet van 29 november 2002.
Na de definitieve vaststelling zal de naam via de stedelijke Infokrant worden voorgesteld aan de Lokerse bevolking.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om Bareelstraat definitief vast te stellen voor het gedeelte tussen de gesloten spoorovergang en de Beerveldestraat.
Bareelstraat als straatnaam definitief vast te stellen voor het gedeelte Nieuwe Stationsstraat tussen de gesloten spoorovergang en de Beerveldestraat.
Gelet op art. 482, tweede lid, van het decreet over het lokaal bestuur dat de instemming van alle deelgenoten vereist voor de toetreding van nieuwe deelgenoten;
Gelet op de vraag vanwege gemeente Assenede om toe te treden tot de vereniging Audio, zoals blijkt uit de notulen van de gemeenteraad van 24 september 2020;
Gelet op de vraag vanwege Zorgbedrijf Ouderzorg Genk om toe te treden tot de vereniging Audio, zoals blijkt uit de notulen van de raad van bestuur van 24 juni 2020;
Gelet op de groeistrategie goedgekeurd door de Algemene Vergadering Audio van 19 juni 2020;
Gelet op het verzoek van de vereniging Audio, om de toetreding van gemeente Assenede en Zorgbedrijf Ouderenzorg Genk formeel goed te keuren;
In de gemeenteraad van 22 december 2016 werd de toetreding tot de vereniging Audio goedgekeurd.
De algemene vergadering van Audio besliste op 25 juni 2021 om de gemeente Assenede en Zorgbedrijf Ouderenzorg Genk ook toe te laten tot de vereniging Audio onder opschortende voorwaarde van de goedkeuring van de toetreding van deze nieuwe leden door elk van de huidige deelgenoten.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de toetreding van de 2 nieuwe leden tot de vereniging Audio goed te keuren.
De gemeenteraad keurt de toetreding goed van gemeente Assenede tot de vereniging Audio.
De gemeenteraad keurt de toetreding goed van Zorgbedrijf Ouderenzorg Genk tot de vereniging Audio.
Deze beslissing te vermelden op de lijst bedoeld in art. 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Gelet dat Audio op 15 juni 2010 werd opgericht als een vereniging in het kader van titel 8 (hoofdstuk 1) van het O.C.M.W.-decreet;
Gelet op het gemeenteraadsvergadering van 15 december 2015 waarbij de toetreding tot de vereniging Audio werd goedgekeurd;
Overwegende dat de algemene vergadering van Audio op 25 juni 2021 de jaarrekening 2020 goedkeurde
Gelet op artikel 485 van het Decreet Lokaal Bestuur waarin wordt gesteld dat de bepalingen van deel 2, titel 7, inzake het bestuurlijk toezicht van toepassing zijn op de welzijnsvereniging;
Gelet dat conform artikel 490 paragraaf 2 van het decreet over het lokaal bestuur (DLB) de jaarrekening, samen met de toelichting en een kopie van het desbetreffende besluit van de Algemene Vergadering van Audio, op 26 juli 2021 per mail werd bezorgd;
Overwegende dat de jaarrekening ter kennis wordt voorgelegd aan de raadsleden;
Overwegende dat de gemeenteraad binnen vijftig dagen na verzending zijn advies/opmerkingen kan ter kennis brengen van de provinciegouverneur (toezichthoudende overheid);
Overwegende dat desgevallend er opmerkingen zijn, Audio hiervan tevens op de hoogte wordt gesteld;
Overwegende dat in geval binnen een termijn van vijftig dagen de gemeenteraad geen advies heeft verstuurd aan de toezicht houdende overheid, wordt geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht;
Overwegende dat de gouverneur de jaarrekening Audio goedkeurt, mits deze juist en volledig is, en een waar en getrouw beeld geeft;
Overwegende dat aan de gemeenteraad wordt gevraagd akte te nemen van de jaarrekening 2020;
Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
Audio werd op 15 juni 2010 opgericht als een vereniging in het kader van titel 8 (hoofdstuk 1) van het O.C.M.W.-decreet.
In de gemeenteraadsvergadering van 15 december 2015 werd de toetreding van Stad Lokeren tot de vereniging Audio goedgekeurd.
Op 25 juni 2021 keurde de Algemene Vergadering Audio de jaarrekening 2020 goed.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akte te nemen van de jaarrekening 2020.
De gemeenteraad neemt akte van de jaarrekening 2020 van Audio.
Een afschrift van dit besluit wordt voor 30 september 2021 aan Audio bezorgd.
Overwegende dat de Kopkapelwijk door sociale huisvestingsmaatschappij Tuinwijk vanaf het begin van de jaren 1980 werd ontwikkeld; dat de wijk actueel en ter plaatse gekend is als Stijn Streuvelstraat, Michel De Gelderodestraat, Charles de Costerstraat, Felix Timmermansstraat, Gerard Walschapstraat, Ernest Claesstraat, Willem Elsschotstraat, Marnix Gijsenstraat, Filip De Pillecynstraat, Hendrik Consciensestraat, Louis Paul Boonstraat, Cyriel Buyssestraat;
Overwegende dat sinds enkele jaren de stad Lokeren instaat voor het groenonderhoud in de wijk maar tot op heden is de wegenis en haar toebehoren (met uitzondering van het centraal gelegen speelterrein dat wel al eigendom is van de stad) nog steeds eigendom van Tuinwijk;
Overwegende dat de over te dragen wegenis kadastraal gekend is als 1e afdeling sectie A nrs.405W2, 408F3, 414P, 416Y4, 416Z3, 479K5 en een gezamenlijke kadastrale oppervlakte heeft van 43.740m².
Overwegende dat sociale huisvestingsmaatschappij Tuinwijk begin van de jaren 1970 ter hoogte van de Beekstraat een "zijarm" heeft aangelegd die jarenlang ook gekend was als Beekstraat maar recent een eigen straatnaam heeft gekregen nl. Welputstraat; dat ondanks de realisatie van de straat in de jaren '70, de eigendom van de wegenis en haar toebehoren nog steeds officieel toebehoort aan Tuinwijk; dat de Welputstraat kadastraal gekend is als 2e afdeling sectie B nr.502T2 met een kadastrale oppervlakte van 3772m²;
Gelet op de aanstelling van notariskantoor De Rechter (toen nog notariskantoor Matthys) op 21 maart 2016 om de overdracht van het dossier notarieel voor te bereiden;
Overwegende dat in de akte zal gevraagd worden voor toepassing van kosteloze registratie omwille van het openbaar nut, nl. openbare wegenis; dat na overdracht de wegenis zal opgenomen worden in het openbaar domein van de stad Lokeren;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
De Kopkapelwijk, gekend als Stijn Streuvelstraat, Michel De Gelderodestraat, Charles de Costerstraat, Felix Timmermansstraat, Gerard Walschapstraat, Ernest Claesstraat, Willem Elsschotstraat, Marnix Gijsenstraat, Filip De Pillecynstraat, Hendrik Consciensestraat, Louis Paul Boonstraat, Cyriel Buyssestraat, werd vanaf het begin van de jaren '80 ontwikkeld door sociale huisvestingsmaatschappij Tuinwijk. Sinds enkele jaren staat de stad Lokeren in voor het groenonderhoud in de wijk maar tot op heden is de wegenis en haar toebehoren (met uitzondering van het centraal gelegen speelterrein dat wel al eigendom is van de stad) nog steeds eigendom van Tuinwijk.
De wegenis en haar toebehoren is kadastraal gekend als 1e afdeling sectie A nrs.405W2, 408F3, 414P, 416Y4, 416Z3, 479K5 en heeft een gezamenlijke oppervlakte van 43.740m².
Ook de wegenis Welputstraat, zijarm van de Beekstraat, is ondanks de realisatie ervan in de jaren '70, nog steeds officieel eigendom van Tuinwijk. De Welputstraat is kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.502T2 met een kadastrale oppervlakte van 3772m².
Notaris De Rechter werd gevraagd de formele eigendomsoverdracht in een akte op te nemen. In de akte zal gevraagd worden voor toepassing van kosteloze registratie omwille van het openbaar nut, nl. openbare wegenis. Na overdracht zal de stad de wegenis opnemen in haar openbaar domein.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan met deze overdracht ten gunste van de stad.
Akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de wegenis en haar toebehoren van de Kopkapelwijk, actueel en ter plaatse gekend als Stijn Streuvelstraat, Michel De Gelderodestraat, Charles de Costerstraat, Felix Timmermansstraat, Gerard Walschapstraat, Ernest Claesstraat, Willem Elsschotstraat, Marnix Gijsenstraat, Filip De Pillecynstraat, Hendrik Consciensestraat, Louis Paul Boonstraat, Cyriel Buyssestraat, kadastraal gekend als 1e afdeling sectie A nrs.405W2, 408F3, 414P, 416Y4, 416Z3, 479K5 met een gezamenlijke kadastrale oppervlakte heeft van 43.740m².
Akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de wegenis en haar toebehoren van de Welputstraat, kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.502T2 met een kadastrale oppervlakte van 3772m².
Gelet op de verkavelingsvergunning van 6 juni 2016 afgeleverd door het schepencollege van de stad Lokeren voor het verkavelen van gronden in de Oosteindestraat, gekend als V1911/1/15/39; dat in de vergunning is voorzien dat de verkavelaar de wegenis en haar toebehoren na realisatie ervan kosteloos dient over te dragen aan de stad;
Overwegende dat de over te dragen wegenis, actueel gekend is als Klopperstraat, kadastraal gekend is als 2e afdeling sectie B nr.691B met een kadastrale oppervlakte van 17a 55ca en een bijhorende speel- en groenzone, kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.1704A2 met een kadastrale oppervlakte van 4a 02ca;
Overwegende dat in de akte zal verzocht worden om kosteloze registratie omwille van het openbaar nut, nl. openbare wegenis; dat de stad na overdracht de wegenis en haar toebehoren zal opnemen in haar openbaar domein;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Op 6 juni 2016 werd door de stad Lokeren een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van gronden in de Oosteindestraat, gekend als V1911/1/15/39. In de vergunning is voorzien dat de verkavelaar de wegenis en haar toebehoren na realisatie ervan kosteloos dient over te dragen aan de stad. De over te dragen wegenis is actueel gekend als Klopperstraat en is kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.691B met een kadastrale oppervlakte van 17a 55ca en een bijhorende speel- en groenzone, kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.1704A2 met een kadastrale oppervlakte van 4a 02ca.
In de akte zal verzocht worden om kosteloze registratie omwille van het openbaar nut, nl. openbare wegenis. De stad zal na overdracht de wegenis en haar toebehoren opnemen in haar openbaar domein.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de wegenis en haar toebehoren.
Akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de wegenis Klopperstraat, kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.691B met een kadastrale oppervlakte van 17a 55ca en een bijhorende speel- en groenzone, kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.1704A2 met een kadastrale oppervlakte van 4a 02ca.
Gelet op de verkavelingsvergunning van 29 juni 2009 afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen voor het verkavelen van gronden in de Zonnestraat, gekend als V1752/1/06/36 waarin wordt voorzien dat de aan te leggen wegenis en haar toebehoren na oplevering kosteloos dient overgedragen aan de stad Lokeren; dat de over te dragen wegenis actueel kadastraal gekend is als 2e afdeling sectie B nr.355/02 A2 met een kadastrale oppervlakte van 994m²; dat de over te dragen goederen actueel toebehoren aan Mergen Erol, wonende te Lokeren - Mercuriusstraat 3 en Mergen Birol, wonende te Lokeren - Mercuriusstraat 8;
Gelet op het ontwerp van akte, opgemaakt door notaris Veerle De Rechter;
Overwegende dat in de akte wordt verzocht om kosteloze registratie omwille van het openbaar nut, nl. openbare wegenis; dat de stad de wegenis na overdracht zal opnemen in het openbaar domein;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Op 29 juni 2009 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van gronden in de Zonnestraat, gekend als V1752/1/06/36. In de vergunning is voorzien dat de verkavelaar de wegenis en haar toebehoren na realisatie kosteloos dient af te staan aan de stad. De nog over te dragen wegenis is kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.355/02 A2 en heeft een kadastrale oppervlakte van 994m².
In de akte zal verzocht worden om kosteloze registratie omwille van het openbaar nut nl. openbare wegenis. Na overdracht zal de stad de wegenis en haar toebehoren opnamen in het openbaar domein.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de wegenis Mercuriusstraat.
Akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van wegenis en haar toebehoren, gekend als Mercuriusstraat, kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.355/02 A2 met een kadastrale oppervlakte van 994m².
De wegenis wordt opgenomen in het openbaar domein.
Gelet op de verkavelingsvergunning van 19 juni 2017 afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen van de stad Lokeren voor het verkavelen van gronden in de Hoogstraat, gekend als V1952/1/16/41; dat in de vergunning voorzien is dat de verkavelaar de wegenis en haar toebehoren na realisatie ervan kosteloos dient over te dragen aan de stad; dat de over te dragen wegenis actueel gekend is als Bijlkenstraat en kadastraal gekend is als 3e afdeling sectie D nr.1125R2 met een kadastrale oppervlakte van 10a 91ca, een bijhorende speel- en groenzone, kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D nr.1125P2 met een kadastrale oppervlakte van 2a 60ca en een openbare buffer- en infiltratiezone, kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D nr.1125X met een kadastrale oppervlakte van 78ca;
Overwegende dat in de akte zal verzocht worden om kosteloze registratie omwille van het openbaar nut, nl. openbare wegenis; dat de stad zal na overdracht de wegenis en haar toebehoren zal opnemen in haar openbaar domein;
Overwegende dat aan de raad wordt gevraagd akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de wegenis en haar toebehoren;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Op 19 juni 2017 werd door de stad Lokeren een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van gronden in de Hoogstraat, gekend als V1952/1/16/41. In de vergunning is voorzien dat de verkavelaar de wegenis en haar toebehoren na realisatie ervan kosteloos dient over te dragen aan de stad. De over te dragen wegenis is actueel gekend als Bijlkenstraat en is kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D nr.1125R2 met een kadastrale oppervlakte van 10a 91ca, een bijhorende speel- en groenzone, kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D nr.1125P2 met een kadastrale oppervlakte van 2a 60ca en een openbare buffer- en infiltratiezone, kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D nr.1125X met een kadastrale oppervlakte van 78ca.
In de akte zal verzocht worden om kosteloze registratie omwille van het openbaar nut, nl. openbare wegenis. De stad zal na overdracht de wegenis en haar toebehoren opnemen in haar openbaar domein.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de wegenis en haar toebehoren.
Akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de wegenis actueel gekend als Bijlkenstraat en kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D nr.1125R2 met een kadastrale oppervlakte van 10a 91ca, een bijhorende speel- en groenzone, kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D nr.1125P2 met een kadastrale oppervlakte van 2a 60ca en een openbare buffer- en infiltratiezone, kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D nr.1125X met een kadastrale oppervlakte van 78ca.
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 23 oktober 2017 waarbij principieel werd goedgekeurd aan opstalrecht toe te staan aan VZW HOCKEY CLUB LOKEREN voor de bouw van een clubhuis op de sportsite H.-Geestmolenstraat, specifiek op de percelen kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D deel van nrs.421C en420A;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 oktober 2018 waarbij een opstalrecht werd toegestaan aan VZW HOCKEY CLUB LOKEREN voor de bouw van een clubhuis op de sportsite H.-Geestmolenstraat, specifiek op het perceel kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D deel van nr.421C, zoals beschreven in het metingsplan van 21 september 2018 opgemaakt door landmeter Carolien Kint, met een oppervlakte van 360m²;
Gelet op de notariële akte van 16 november 2018 waarbij het hierboven genoemde opstalrecht werd toegestaan aan VZW HOCKEY CLUB LOKEREN;
Gelet op de vraag van VZW HOCKEY CLUB LOKEREN om grond ter beschikking te krijgen waarop de club met eigen middelen een tweede hockeyveld kan aanleggen;
Gelet op het metingsplan van 20 augustus 2021 opgemaakt door landmeter expert Kristof Taillieu waarbij de grond wordt beschreven waarop een opstalrecht kan toegestaan worden voor de aanleg van een tweede hockeyveld; dat de grond een totale oppervlakte heeft van 8578,98m² waarbij ook de zone van het eerste opstalrecht is opgenomen;
Overwegende dat om reden van vereenvoudiging van het dossier het aangewezen is om het opstalrecht van 16 november 2018 te integreren in het nieuwe opstalrecht;
Overwegende dat het opstalrecht naar analogie met andere dossiers waarbij de stad Lokeren een opstalrecht heeft toegestaan, het opstalrecht wordt verleend voor een periode van 30 jaar; dat er geen bijkomende vergoeding wordt gevraagd voor de uitbreiding van het opstalrecht en bijgevolg de jaarlijkse canon beperkt blijft tot de canon vastgelegd in de akte van 16 november 2018 nl.0,6 euro/m²; dat ook de voorwaarde ivm het verbod op het organiseren van fuiven in het clublokaal behouden blijft;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
In 2018 werd op de site H.-Geestmolenstraat door de stad een hockeyveld aangelegd. Het terrein werd vanaf 1 maart 2018 via een huurovereenkomst ter beschikking gesteld van VZW HOCKEYCLUB LOKEREN. Bij notariële akte van 16 november 2018 werd aan de club een opstalrecht toegestaan voor de oprichting van een clubhuis. De club en de hockeysport in het algemeen kent een enorme groei en de hockeyclub heeft nood aan tweede volwaardig speelveld.
Het bestaande opstalrecht wordt uitgebreid zodat de club naast het huidige hockeyveld een tweede speelveld kan aanleggen. Het rugbyveld krijgt op de sportsite H.-Geestmolenstraat een nieuwe locatie.
De huidige jaarlijkse opstalvergoeding blijft ongewijzigd en het opstalrecht heeft een duurtijd van 30 jaar ingaand op de datum van de notariële akte. De totale zone die via opstalrecht ter beschikking wordt gesteld aan de hockeyclub heeft een oppervlakte van 8578,98m² en wordt door landmeter-expert Kristof Taillieu beschreven in een metingsplan van 20 augustus 2021.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld akkoord te gaan met de uitbreiding van het opstalrecht en de genoemde voorwaarden.
Akkoord te gaan met het verlenen van een opstalrecht aan vzw Hockey Club Lokeren op het perceel grond gelegen op de sportsite H.-Geestmolenstraat, kadastraal gekend als 3e afdeling sectie D delen van nrs.422B, 421E, 421A, 420A en nr. 421D zoals beschreven in het metingsplan van 20 augustus 2021 opgemaakt door landmeter-expert Kristof Taillieu, met een gemeten oppervlakte van 8.578,98m² waarbij het opstalrecht beschreven in de akte van 16 november 2018 wordt geïntegreerd in het nieuwe opstalrecht.
Het opstalrecht wordt toegestaan onder volgende voorwaarden:
- duurtijd 30 jaar,
- jaarlijkse opstalvergoeding: canon blijft beperkt tot wat in de akte van 16 november 2018 is opgenomen en wordt niet uitgebreid,
- tijdens de duur van het opstalrecht mogen er geen fuiven georganiseerd worden in het clubhuis,
- opstalrecht toegestaan in de akte van 16 november 2018 wordt geïntegreerd in dit nieuwe opstalrecht.
Overwegende dat op 25 oktober 1993 de verkoopakte werd verleden waarbij 3.509 m² industriegrond gelegen in de Kruinstraat 2 werd verkocht aan de heer Mistler Paul Jean en mevrouw Marquenie Katleen Maria Emma Remi;
Overwegende dat er een bedrijfsgebouw werd opgericht voor glashandel, glasverwerking en glasmontage;
Gelet op de toelating verleend tijdens de gemeenteraadszitting van 25 april 2016 aan de heer Paul Mistler om 1.186 m² te verkopen aan BVBA Star Transport;
Gelet op de vraag van notaris Liesbet Degroote om toelating te verlenen voor een geplande verkoop nl. de heer Mistler Paul Jean wenst te verkopen aan DDQglas BV, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 8530 Harelbeke, Vinkenstraat 13;
Overwegende dat de huidige bedrijfsactiviteit in het pand zal worden verdergezet en uitgebreid (glashandel, glasverwerking en glasmontages) middels oprichting van een nieuwe venootschap, BV Mistler Glas;
Overwegende dat conform artikel 13 van de initiële verkoopakte de stad een terugkooprecht heeft;
Gelet op de vraag van notaris Liesbet Degroote om toelating te krijgen voor de verkoop en of de stad haar voorkooprecht zal uitoefenen;
Gelet op de verkoopsvoorwaarden opgenomen in de initiële verkoopakte van 25 oktober 1993;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Op 25 oktober 1993 werd de verkoopakte verleden waarbij 3.509 m² industriegrond gelegen in de Kruinstraat 2 werd verkocht aan de heer Paul Mistler en mevrouw Katleen Marquenie. Er werd een bedrijfsgebouw opgericht voor glashandel, glasverwerking en glasmontages .
Tijdens de gemeenteraadszitting van 25 april 2016 werd toelating verleend aan de heer Paul Mistler om 1.186 m² te verkopen aan BVBA Star Transport.
Notaris Degroote vraagt toelating voor een geplande verkoop van de resterende 2.323 m², nl. de heer Paul Mistler wenst te verkopen aan de DDQglas BV (aankoop in volle eigendom), waarvan de maatschappelijke gevestigd is te 8530 Harelbeke, Vinkenstraat 13.
De tewerkstelling in het aangekochte bedrijfspand zal gerealiseerd worden middels de oprichting van een nieuwe vennootschap, de BV Mistler Glas. Deze nieuwe vennootschap neemt het volledige handelsfonds over van de BV Paul Mistler en Zoon. De nieuwe vennootschap zal de huidige bedrijfsactiviteit in het pand verderzetten én uitbreiden (deze activiteit betreft glashandel, glasverwerking, glasmontages).
De nieuwe vennootschap beoogt op korte termijn 3 mensen in dienst te nemen; om dan snel verder door te groeien naar 7 à 8 werknemers.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd
* om haar recht van terugkoop dat zij heeft ingevolge artikel 13 van de verkoopakte van 25 oktober 1993 niet uit te oefenen
* toelating te verlenen voor de geplande verkoop aan de DDQglas BV
De toelating tot verkoop kan verleend worden op voorwaarde dat de DDQglas BV kennis neemt van alle verkoopsvoorwaarden en zich tegenover de stad Lokeren verbindt tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de koopakte voor de oorspronkelijke koper (de heer Paul Mistler).
De gemeenteraad wenst geen gebruik te maken van het terugkooprecht en verleent toelating voor de verkoop van het bedrijfspand van de heer Paul Mistler, gelegen te Kruinstraat 2 te Lokeren, aan DDQglas BV op voorwaarde dat DDQglas BV akte neemt van alle verkoopsvoorwaarden en zich tegenover de stad Lokeren verbindt tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de koopakte van de oorspronkelijk koper (de heer Paul Mistler en mevrouw Marquenie Katleen Maria Emma Remi).
Een kopie van dit besluit wordt bezorgd aan notariskantoor Altus, t.a.v. notaris Liesbet Degroote, Beneluxpark 13 te 8500 Kortrijk.
Gelet op de akte van 2 december 2004 verleden door het Tweede Aankoopcomité waarbij een perceel grond met een oppervlakte van 8ha 90a 25ca, gelegen in de Brandstraat 30, verkocht werd aan NV Eco Print Center; dat de koper vervolgens een bedrijfsgebouw heeft opgericht dienstig voor drukkerij, verzending, afwerking, distributie, stockage, administratieve en andere overkoepelende diensten.
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2016 waarbij de gemeenteraad toelating verleende voor een fusie waarbij NV Eco Print Center een fusie aanging met NV Persgroep Publishing; dat op 30 augustus 2019 de naam van de vennootschap wijzigt naar NV DPG Media Services.
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27 januari 2020 waarbij de gemeenteraad toelating verleende tot verhuring van het nog braakliggend gedeelte van het perceel aan BVBA Mertens Lokeren;
Gelet op de brief van 23 augustus 2021 waarbij DPG Media Services toelating vraagt om een vastgoedpartner, de NV Warehouses De Pauw (WDP), aan boord te brengen via een inbreng in natura van de terreinen, gebouwen en installaties van voormelde site Brandstraat 30, kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.1470A, waardoor de nieuwe vastgoedpartner eigenaar zou worden van de vestiging in de Brandstraat maar deze onmiddellijk via een sale & lease back transactie opnieuw ter beschikking stelt van DPG Media Services; dat de huidige bedrijfsactiviteiten worden verdergezet;
Overwegende dat in de akte van 2 december 2004 is voorzien in een clausule waarbij bij een eventuele verkoop, toelating moet gevraagd worden aan de stad Lokeren; dat de stad eveneens beschikt over een recht van wederinkoop;
Overwegende dat een deel van de site momenteel onbebouwd is en wordt verhuurd aan BVBA Mertens voor het stallen van nieuwe voertuigen; dat bij een verkoop van onbebouwde gronden in het verleden de stad altijd gebruik heeft gemaakt van haar recht van wederinkoop en dit ook nu wenst te doen; dat het wederinkopen van de onbebouwde grond gebeurt tegen de (geïndexeerde) verkoopprijs van weleer; dat de grond op 2 december 2004 werd verkocht aan 62 euro/m², geïndexeerd dit actueel neerkomt op 84,43 euro/m²; dat de stad actueel in E17/4 gronden verkoopt voor 150 euro/m²; dat het onbebouwde deel door landmeter Ing. Bob Raets (Mensura BV) werd opgemeten en beschreven in een metingsplan en een oppervlakte heeft van 20.101m²; dat bij een markconforme verkoop van het onbebouwde stuk grond, de stad Lokeren actueel een meerwaarde zou genereren van 1.318.022,57 euro (huidige marktconforme waarde te verminderen met de terugkoopwaarde ttz 150 euro/m² min 84,43 euro/m² wat neerkomt op een meerwaarde van 65,57 euro/m² * 20.101m² = 1.318.022,57 euro); dat de beoogde nieuwe eigenaar Warehouses De Pauw er de voorkeur aan geeft om ook de onbebouwde gronden bij het bronperceel nr.1470A te behouden met het oog op toekomstige uitbreiding; dat partijen zich engageren om het bedrag van 1.318.022,57 euro te storten op rekening van de stad Lokeren;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Bij akte van 2 december 2004 werd een perceel grond met een oppervlakte van 8ha 90a 25ca, gelegen in de Brandstraat, verkocht aan NV Eco Print Center. Door de koper werd vervolgens een bedrijfsgebouw opgericht dienstig voor drukkerij, verzending, afwerking, distributie, stockage, administratieve en andere overkoepelende diensten. Op 25 januari 2016 verleende de gemeenteraad toelating voor een fusie waarbij NV Eco Print Center een fusie aanging met NV Persgroep Publishing. Op 30 augustus 2019 wijzigt de naam van de vennootschap naar NV DPG Media Services. Op 27 januari 2020 verleende de gemeenteraad toelating tot verhuring van het nog braakliggend gedeelte van het perceel aan BVBA Mertens Lokeren.
Bij brief van 23 augustus 2021 vraagt DPG Media Services toelating om een vastgoedpartner aan boord te brengen waardoor de nieuwe vastgoedpartner eigenaar zou worden van de vestiging in de Brandstraat maar deze onmiddellijk via een sale & lease back transactie opnieuw ter beschikking stelt van DPG Media Services. De huidige bedrijfsactiviteiten worden verdergezet.
Een deel van de site is momenteel onbebouwd en wordt verhuurd aan BVBA Mertens voor het stallen van nieuwe voertuigen. Bij een verkoop van onbebouwde gronden heeft de stad in het verleden altijd gebruik gemaakt van haar recht van wederinkoop, ongeacht de manier waarop de transactie van het vastgoed gebeurt, via een klassieke verkoop of via een inbreng in natura. De wederinkoop van de onbebouwde grond gebeurt in dat geval tegen de (geïndexeerde) verkoopprijs van weleer. Het onbebouwde deel werd door landmeter Ing. Bob Raets (Mensura BV) opgemeten en beschreven in een metingsplan en heeft een oppervlakte van 20.101m². De geïndexeerde verkoopprijs bedraagt 84,43 euro/m² en dergelijke gronden werden in E17/4 verkocht voor 150 euro/m². Met de nieuwe eigenaar, die de onbebouwde gronden bij het bronperceel nr. 1470A wenst te houden met het oog op toekomstige uitbreiding, is afgesproken dat zij de gronden in eigendom kunnen houden maar dat zij het verschil tussen de prijs die de stad vandaag hanteert voor industriegrond nl. 150 euro/m² en de prijs die zij destijds betaald hebben nl. 84,43 euro/m², wat neerkomt op 65,57 euro/m², betalen aan de stad Lokeren. Met een onbebouwde oppervlakte van 20.101m² komt dit neer op 1.318.022,57 euro.
DPG Media Services vraagt goedkeuring aan de raad om deze transactie door te zetten en heeft er zich schriftelijk toe verbonden akkoord te gaan met het betalen van een vergoeding van 1.318.022,57 euro ten gunste van de stad Lokeren.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met de verkoop en de vergoeding van 1.318.022,57 euro ten gunste van de stad dat als wederinkoop van de onbebouwde grond wordt beschouwd.
Akkoord te gaan met de sale & lease back transactie waarbij Warehouses De Pauw, Blakebergen 15, 1861 Wolvertem, via een inbreng in natura van de terreinen, gebouwen en installaties eigenaar wordt van het vastgoed Brandstraat 30, kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.1470A.
Akkoord te gaan met de overeenkomst van terbeschikkingstelling tussen WDP en DPG Media Services waarbij de huidige bedrijfsactiviteiten behouden blijven.
Afstand te doen van haar terugkooprecht mits de betaling van een vergoeding van 1.318.022,57 euro ten gunste van de stad (wat neerkomt op de huidige marktconforme grondwaarde van onbebouwde industriegronden in Lokeren vermindert met de terugkoopwaarde ttz 150 euro/m² min 84,43 euro/m² wat neerkomt op een meerwaarde van 65,57 euro/m² * 20.101m² = 1.318.022,57 euro). Dit bedrag dient gestort uiterlijk bij het verlijden van de akte tussen DPG Media Services en WDP op rekening van de Stad Lokeren, zijnde BE47 0910 0029 6180.
Overwegende dat op 16 augustus 2007 de verkoopakte werd verleden waarbij de NV Maes, 8000 m² gelegen in de Moortelstraat aankocht voor de installatie van elektrische installaties voor de industrie, gemeenten, en Eandis en de assemblage van lichtarmaturen en montagekasten en aanverwante taken hiermee;
Overwegende dat zij momenteel zelf geen activiteiten meer uitvoeren (onderhoud van de openbare verlichting voor Fluvius) in Lokeren; door het mislopen van een aanbesteding voor werken voor Fluvius werden de activiteiten stopgezet;
Overwegende dat een deel van het bedrijfsterrein en gebouwen gelegen Moortelstraat 22 werd verhuurd aan drie bedrijven;
Overwegende dat NV Maes het terrein inclusief aanwezige opstal, kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.1439W, wenst te verkopen en hiervoor conform de aankoopakte, toelating vraagt;
Overwegende dat de kandidaat koper gekend is als NV Ventilec, gevestigd op het naastgelegen perceel, Moortelstraat 20, haar huidige activiteiten verder wenst uit te breiden en in deze locatie een grote opportuniteit ziet om dit op de huidige locatie te kunnen verderzetten; NV Ventilec biedt momenteel tewerkstelling aan 30 personeelsleden;
Overwegende dat de stad beschikt over een recht van terugkoop; dat omwille van de plannen van de kandidaat koper het niet opportuun is om gebruik te maken van dit recht van terugkoop;
Overwegende dat het aangewezen is de lopende verhuringen te regulariseren; dat er momenteel 3 firma's een deel van het terrein huren nl.:
* Flexsol BV, Moortelstraat 22 te 9160 Lokeren, huurt het laatste magazijn op de site met een oppervlakte van
400 m² en de hoek achter het magazijn als buitenopslag van laswerken met een oppervlakte van 720 m² ; zij
doen dus algemene laswerken en mechanisch onderhoud en stellen 3 medewerkers te wer
* Jeroen D'Hondt BVBA, Vrije Heide 18 te 9240 Zele, huurt het eerste magazijn met een oppervlakte van 200
m² en een buitenruimte van 696 m² en 4 opslagplaatsen achter op het terrein ; de BVBA werkt voornamelijk
voor nutsmaatschappijen en stelt 9 medewerkers te werk; de gehuurde ruimte wordt uitsluitend gebruikt als
opslag voor klein en groot materiaa
* Eurodal NV, Industrieweg 14 te 2280 Grobbendonk produceert betonnen vloerplaten; zij gebruiken een
deel van de parking als tijdelijke opslagplaats (1000 m² buitenruimte) alvorens de materialen uit te leveren aan
hun klanten en stellen 8 medewerkers te werk;
Overwegende dat conform artikel 14 van de initiële verkoopakte de toelating van de gemeenteraad vereist is voor deze verhuringe
Overwegende dat aan de raad wordt gevraagd toelating te verlenen voor deze verhuringen op voorwaarde dat zowel Flexsol, de BVBA Jeroen D'Hondt en de BVBA Eurodal kennis nemen van alle algemene en bijzondere verkoopsvoorwaarden en zich tegenover de stad Lokeren verbinden tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de initiële koopakte voor zover die van toepassing kunnen zijn voor de huurders;
Overwegende dat het opportuun is NV Maes toelating te verlenen de site te verkopen en te verzaken aan het recht van terugkoop op voorwaarde dat de NV VENTILEC kennis neemt van alle verkoopsvoorwaarden en zich tegenover de stad verbindt tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de koopakte voor de oorspronkelijke koper (de NV MAES) ;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Op 16 augustus 2007 werd de verkoopakte verleden waarbij de NV Maes, 8000 m² industriegrond gelegen in de Moortelstraat aankocht voor de installatie van elektrische installaties voor de industrie, gemeenten en Eandis en de assemblage van lichtarmaturen en montagekasten en aanverwante taken hiermee. Zij voeren momenteel zelf geen activiteiten (onderhoud van de openbare verlichting voor Fluvius) meer uit in Lokeren. Door het mislopen van een belangrijke aanbesteding voor werken voor Fluvius werden de activiteiten stopgezet. Een deel van het bedrijfsterrein en gebouwen gelegen Moortelstraat 22 werden sindsdien verhuurd aan drie bedrijven.
NV MAES vraagt toelating om te verkopen aan het naastgelegen bedrijf NV VENTILEC, Moortelstraat 20. VENTILEC is gespecialiseerd in het vervaardigen van voer- en ventilatiesystemen voor de agrosector. Het bedrijf is volop in expansie en recent werden de bedrijfsactiviteiten uitgebreid met VENTILEC INDUSTRIAL BV, gespecialiseerd in het vervaardigen van machines en apparaten voor koeltechniek en klimaatregeling.
De stad heeft conform artikel 13 van de akte van 16 augustus 2007 een recht van terugkoop indien de bedrijfsactiviteiten gestaakt worden, zoals hier het geval is. De stad heeft tot op heden nog nooit van dit recht gebruik gemaakt indien het gaat over bebouwde onroerende goederen en ook in dit dossier is het voorstel te verzaken aan dit recht van terugkoop.
VENTILEC stelt momenteel 30 medewerkers te werk.
Gelijktijdig wenst VENTILEC ook de in het verleden aangegane verhuringen te regulariseren. De verhuringen blijven voorlopig ongewijzigd en VENTILEC zal geleidelijk de locatie Moortelstraat 22 in gebruik nemen voor eigen expansie. De drie bedrijven die elk een deel van het terrein en gebouw huren zijn:
* Flexsol BV, Moortelstraat 22 te 9160 Lokeren, huurt het laatste magazijn op de site met een oppervlakte van
400 m² en de hoek achter het magazijn als buitenopslag van laswerken met een oppervlakte van 720 m². Zij
doen dus algemene laswerken en mechanisch onderhoud en stellen 3 medewerkers te werk.
* Jeroen D'Hondt BVBA, Vrije Heide 18 te 9240 Zele, huurt het eerste magazijn met een oppervlakte van 200
m² en een buitenruimte van 696 m² en 4 opslagplaatsen achter op het terrein. De BVBA werkt voornamelijk
voor nutsmaatschappijen en stellen 9 medewerkers te werk. De gehuurde ruimte wordt uitsluitend gebruikt als
opslag voor klein en groot materiaal.
* Eurodal NV, Industrieweg 14 te 2280 Grobbendonk produceert betonnen vloerplaten. Zij gebruiken een
deel van de parking als tijdelijke opslagplaats (1000 m² buitenruimte) alvorens de materialen uit te leveren aan
hun klanten en stellen 8 medewerkers te werk.
Conform artikel 14 van de initiële verkoopakte is de toelating van de gemeenteraad vereist voor deze verhuringen. Aan de raad wordt gevraagd toelating te verlenen voor deze verhuringen op voorwaarde dat zowel Flexisol, de BVBA Jeroen D'Hondt en de BVBA Eurodal kennis nemen van alle algemene en bijzondere verkoopsvoorwaarden en zich tegenover de stad Lokeren verbinden tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de initiële koopakte voor zover die van toepassing kunnen zijn voor de huurders.
Aan de raad wordt eveneens gevraagd toelating te verlenen tot verkoop, te verzaken aan het recht van terugkoop en akkoord te gaan met de verkoop aan VENTILEC NV op voorwaarde dat de NV VENTILEC kennis neemt van alle verkoopsvoorwaarden en zich tegenover de stad verbindt tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de koopakte voor de oorspronkelijke koper (de NV MAES).
Er wordt toelating verleend voor de verkoop van het onroerend goed, gelegen te Moortelstraat 22, kadastraal gekend als 2e afdeling sectie B nr.1439W, waarbij de stad Lokeren verzaakt aan haar recht van terugkoop conform de akte van 16 augustus 2007 en akkoord gaat met de verkoop aan NV VENTILEC, Moortelstraat 20 op voorwaarde dat de NV VENTILEC kennis neemt van alle verkoopsvoorwaarden en zich tegenover de stad verbindt tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de koopakte voor de oorspronkelijke koper de NV MAES.
Er wordt toelating verleend voor de gevraagde verhuringen op voorwaarde dat zowel Flexsol, de BVBA Jeroen D'Hondt en de NV Eurodal kennis nemen van alle algemene en bijzondere verkoopsvoorwaarden en zich tegenover de stad Lokeren verbinden tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de initiële koopakte voor zover die van toepassing kunnen zijn voor de huurders
Een kopie van dit besluit wordt bezorgd aan de NV Maes, NV VENTILEC, notaris Astrid De Wulf en aan de betrokken huurders.
Gelet op de uitwerking van een nieuw concept voor de verkiezing van de Meest Verdienstelijke Lokeraar;
Overwegende dat dit nieuwe concept de nadruk legt op enerzijds het beter bekend maken van de verkiezing bij de Lokeraar en anderzijds het maximaal betrekken van de Lokeraar bij de verkiezing door het voordragen van kandidaten en het stemmen op de laureaten;
Overwegende dat bij de verkiezing Meest Verdienstelijke Lokeraar een publieksprijs en een juryprijs wordt uitgereikt;
Overwegende dat het aangewezen is om een reglement aan te nemen dat de werkwijze en het verloop van deze jaarlijkse verkiezing vastlegt. Overwegende dat exacte data jaarlijks door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd worden;
Er werd een nieuw concept uitgewerkt voor de verkiezing van de Meest Verdienstelijke Lokeraar (MVL). Dit nieuwe concept legt de nadruk op enerzijds het beter bekend maken van de verkiezing bij de Lokeraar en anderzijds het maximaal betrekken van de Lokeraar bij de verkiezing door het voordragen van kandidaten en het stemmen op de laureaten.
Bij de verkiezing MVL wordt een publieksprijs en een juryprijs uitgereikt.
Het reglement legt de werkwijze van deze verkiezing vast. Exacte data worden jaarlijks door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het nieuwe reglement voor de verkiezing van de Meest Verdienstelijke Lokeraar goed te keuren.
Keurt het reglement ‘Verkiezing Meest Verdienstelijke Lokeraar’ goed.
Gelet op het eredienstendecreet van 7 mei 2004, artikel 54 en artikel 55 paragraaf 5;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, artikel 39 tot en met 43;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst, en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, artikel 1 tot en met 12;
Overwegende dat in de briefwisseling van het Agentschap Binnenlands Bestuur d.d. 9 augustus 2021, een afschrift van de besluiten van de gouverneur tot goedkeuring van de jaarrekeningen van het boekjaar 2020 van de kerkfabrieken Sint Anna Heirbrug, Heilig Hart Heiende, Sint Laurentius, O.L.Vrouw Hulp der Christenen (Kop), Sint Paulus (Oudenbos), O.L.Vrouw Daknam, O.L.Vrouw Hemelvaart Eksaarde en O.L.Vrouw Doorslaar is gevoegd;
Overwegende dat aan de voorzitter en de leden van de kerkfabriek O.L.Vrouw Hemelvaart Eksaarde en O.L.Vrouw Doorslaar een schrijven werd gestuurd om kredietoverschrijdingen te vermijden door het tijdig doorvoeren van de nodige interne kredietaanpassingen. Dat bij overschrijding van het krediet van een hoofdfunctie in principe een budgetwijziging is vereist. Beide jaarrekeningen worden vastgesteld en goedgekeurd door de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen.
De rekeningen van de kerkbesturen Lokeren zijn onderworpen aan het advies van de gemeenteraad en aan de goedkeuring van de provinciegouverneur.
De gemeenteraad van Lokeren heeft in zijn zitting van 26 april 2021 een gunstig advies uitgebracht bij de jaarrekeningen 2020 van de kerkbesturen die ressorteren onder het Centraal kerkbestuur Lokeren.
Dit advies werd verzonden op 7 mei 2021.
De Gouverneur keurde de rekening over het boekjaar 2020 goed.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akte te nemen van de brief van de gouverneur van 9 augustus 2021, ontvangen op 12 augustus 2021.
De gemeenteraad neemt kennis van de brief van de gouverneur van 9 augustus 2021 ontvangen op 12 augustus 2021, betreffende de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van de voormelde kerkfabrieken op het grondgebied Lokeren.
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 houdende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten van 14 december 2012;
Overwegende dat het eredienstendecreet van 7 mei 2004 heeft een overlegmodel ingevoerd voor de relaties tussen de gemeentebesturen en de kerkfabrieken die zij financieel moeten ondersteunen; dat de concrete invulling van dat overleg tussen gemeente en centraal kerkbestuur niet in detail wordt geregeld, maar dat het in principe wel verplicht is om minstens twee keer per jaar te overleggen; dat daar expliciet aan toegevoegd wordt dat er minstens een dergelijk overleg moet worden georganiseerd over het meerjarenplan en het budget, vooraleer die planningsdocumenten formeel worden ingediend bij het gemeentebestuur; dat die koppeling tussen het overleg en de financiële planning niet toevallig is; dat terwijl in de jaarrekening enkel kan worden vastgesteld water gebeurd is en in de planningsfase nog bijsturingen kunnen gebeuren; dat op dat ogenblik goede afspraken maken, zorgt voor vlot verloop van de rest van de financiële cyclus.
Overwegende dat het centraal kerkbestuur namens de onderliggende kerkfabrieken die het vertegenwoordigt, met de gemeente afspraken kan maken; dat die afspraken worden vastgelegd in een afzonderlijk document met een eigen status: de afsprakennota; Dat deze nota geen deel uitmaakt van de afsprakennota van het meerjarenplan; dat het centraal bestuur en de gemeente in overleg volledig zelfstandig kunnen bepalen welke vorm dat document aanneemt en welke afspraken ze erin opnemen; dat die werkwijze de kans biedt om op een soepele manier afspraken te maken; dat de verschillende kerkfabrieken waarvoor die afspraken gelden, dat dan niet meer allemaal individueel in het meerjarenplan moeten opnemen; dat de gemeenteraad zich er niet meermaals over moet uitspreken en een wijziging van een afspraak niet noodzakelijk leidt tot een aanpassing van het meerjarenplan; dat het dan ook de bedoeling is dat zo veel mogelijk afspraken op deze manier worden gemaakt en vastgelegd.
Overwegende dat op 26 april 2021 overleg plaats heeft gevonden tussen het CKB Lokeren en Stad Lokeren ter bespreking van de 'afsprakennota periode 2020 - 2025'; dat in dit overleg een consensus gevonden werd omtrent de inhoud van de afsprakennota voor de periode 2020 - 2025;
Op 26 april 2021 vond overleg plaats tussen het Centraal Kerkbestuur (CKB) Lokeren en Stad Lokeren om het ontwerp 'afsprakennota periode 2020 - 2025' te bespreken. In deze nota maakt het centraal kerkbestuur namens de onderliggende kerkfabrieken afspraken met Stad Lokeren. Op deze manier moet de gemeenteraad zich niet meermaals uitspreken over afspraken met verschillende kerkfabrieken of wijzigingen eraan.
Het ontwerp voorziet in afspraken op vlak van samenwerking en interactie tussen het CKB, de kerkfabrieken en Stad Lokeren (communicatie, overlegmomenten, agendapunten), afspraken op vlak van het financieel beheer (meerjarenplan, aanpassing meerjarenplan, budget, interne kredietaanpassing, jaarrekening, toelagen) en algemene afspraken op vlak van het financieel beheer (inzake privaat patrimonium, niet toegelaten uitgaven, onderscheid exploitatie- en investeringsuitgaven, afspraken m.b.t. verzekeringen) en de rol van het stadsbestuur inzake adviesverlening en ondersteuning. Het ontwerp is grotendeels gebaseerd op de vorige 'afsprakennota periode 2014-2019' en relevante academische literatuur.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om kennis te nemen van het verslag van het overleg tussen het CKB Lokeren en Stad Lokeren ter bespreking van de 'afsprakennota periode 2020-2025' en het ontwerp 'afsprakennota periode 2020-2025' goed te keuren.
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van het overleg tussen het CKB Lokeren en Stad Lokeren dat plaats vond op 26 april 2021 betreffende de 'afsprakennota erediensten 2020 - 2025'.
De gemeenteraad keurt het ontwerp 'afsprakennota periode 2020-2025' goed.
Gelet op de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 34 en op de artikelen 77 tot 80 (hierna aangeduid als WGP);
Gelet op het Koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie, inzonderheid op de artikelen 66 tot 72 (hierna aangeduid als ARPC);
Gelet op de ministeriële omzendbrief PLP 60 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting voor 2021 ten behoeve van de politiezones;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van Lokeren van 31 mei 2021 houdende de vaststelling van de wijziging 1 (gewone en buitengewone dienst) van de politiebegroting 2021 van de Politiezone Lokeren;
Overwegende dat een afschrift van het besluit van de gemeenteraad van Lokeren op 10 juni 2021 op het provinciaal gouvernement is ingekomen;
Overwegende dat (nog) geen rekening werd gehouden met het KB van 2 april 2021 houdende de toekenning van een federale dotatie voor het jaar 2021 om bepaalde initiatieven in politiezones te stimuleren (publicatie Belgisch Staatblad: 7 mei 2021). Overeenkomstig dit KB kon in deze wijziging 10.275 euro ingeschreven worden in de begroting op artikel 33007/465-48;
Overwegende dat op 9 juli 2021 het MB van 8 juni 2021 betreffende de toekenning van de financiële hulp van de Staat inzake verkeersveiligheid gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Dit MB kent aan de politiezone Lokeren 4.992 euro meer toe dan werd ingeschreven in de begroting;
Overwegende dat bovenstaande vaststellingen niet van die aard zijn om de budgetwijziging van goedkeuring te onthouden;
Overwegende dat de Gouverneur per brief van 13/07/2021 laat weten dat de begrotingswijziging in het kader van het federaal toezicht (art. 71 e.v. WGP) van de Politiezone Lokeren, zoals vastgesteld door de Raad in zitting van 31/05/2021 werd goedgekeurd doch met het verzoek de nodige aanpassingen te doen bij een eventueel volgende begrotingswijziging.
Per brief van 13 juli 2021 laat de heer Gouverneur van Oost-Vlaanderen weten dat het dossier betreffende de begrotingswijziging 2021-1 voor de gewone- en buitengewone diens van Politiezone Lokeren, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 31 mei 2021, in het kader van het federaal toezicht (art. 71 e.v. WGP) werd goedgekeurd.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akte te nemen van deze goedkeuring.
Neemt kennis van de goedkeuring door de Gouverneur van Oost-Vlaanderen van de begrotingswijziging 2021-1 voor de gewone- en buitengewone dienst van de politiezone Lokeren, vastgesteld door de Gemeenteraad op 31 mei 2021.
Gelet op artikel 41, tweede lid, 17° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op artikelen 28 en 29 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de ingekohierde belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen d.d. 13 maart 2017 voor de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019;
Gelet op de ingekohierde belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen d.d. 16 december 2019 voor de periode 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025;
Overwegende dat de belastingplichtige door het uitvoeren van aanpassingswerken aan het pand en het indienen van een aanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning een intentie stelt om enerzijds te voldoen aan de wettelijke normen inzake verwaarlozing en anderzijds een renovatie van het pand beoogt.
Gelet op het ontwerp van dading, bijgevoegd als bijlage bij dit besluit.
Op 16 december 2015 werd het pand te Lindestraat 34, 9160 Lokeren opgenomen op het register van verwaarloosde woningen en gebouwen. In uitvoering van het belastingreglement 'ingekohierde belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen' werd vanaf 2016 een jaarlijkse belasting gevestigd dat tot doel heeft om dergelijke gebouwen en woningen opnieuw te laten voldoen aan de wettelijke normen inzake verwaarlozing. Het vestigen van deze belasting is een ultiem drukkingsmiddel om de eigenaar(s) ertoe te dwingen de nodige maatregelen te nemen, zo kan verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van Stad Lokeren voorkomen en bestreden worden, om zo verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan.
Conform de bepalingen van het toenmalig vigerende reglement werd een vrijstelling voor aanslagjaar 2016 bekomen.
Voor de aanslagjaren 2017, 2018, 2019 en 2020 werden, conform de bepalingen van de vigerende reglementen, respectievelijk een belasting van 8.880 EUR, 11.840 EUR, 14.800 EUR en 14.800 EUR gevestigd, goed voor een totaal opeisbaar bedrag van 35.520 EUR.
Tegen de aanslagen voor 2017, 2018 en 2019 werd door de belastingplichtige, na het doorlopen van de bezwaarschriftprocedure, in beroep gegaan wat drie lopende gerechtelijke procedures bij de Rechtbank van Eerste Aanleg van Oost-Vlaanderen, afdeling Gent.
Sinds de aanstelling van een raadsman door de belastingplichtige werden er aanpassingswerken aan het pand gemeld in brief van 11 december 2020 en bijkomende aanpassingswerking in mail van 14 december 2020. Daarbij werd aangegeven dat gebroken, verschoven of loszittende elementen werden vastgelegd, het buitenschrijnwerk werd overschilderd en er herstellingen werden uitgevoerd aan de dakgoot, regenpijp en schoorsteen. Op 16 december 2020 werd een omgevingsvergunning ingediend die een ingrijpende verbouwing en renovatie van het pand beoogt.
Om een einde te kunnen maken aan de lopende gerechtelijke procedures voor de aanslagjaren 2017, 2018 & 2019, om een duurzame oplossing te kunnen vinden voor het aanslagjaar 2020 alsook om een schrapping van het pand op het register van verwaarloosde woningen en gebouwen te kunnen bekomen vanaf 2021, hierbij rekening houdende met de uitgevoerde aanpassingswerken en de ingediende omgevingsvergunning, wordt aan de gemeenteraad gevraagd om het voorgelegde ontwerp van dading goed te keuren.
Het agendapunt maakt deel uit van de openbare vergadering gelet op het feit dat het voorgelegde ontwerp van dading zakelijke rechten betreft. Indien de bespreking van het agendapunt, conform artikel 28 en 29 van het DLB , de persoonlijke levenssfeer van de belastingplichtige raakt zal de voorzitter de behandeling in besloten vergadering bevelen.
De gemeenteraad keurt de dading goed.
Gelet op de overeenkomst die op 17 juli 2015 afgesloten werd tussen Waterwegen en Zeekanaal nv en stad Lokeren betreffende aanpassingswerken van de rechtstreekse toegangsweg naar de waterkeringswerken tussen de Heirbaanbrug en de Daknambrug;
Overwegende dat er in het kader van voormelde overeenkomst werken aan het jaagpad langsheen de Durme worden uitgevoerd;
Overwegende dat het voorgelegde project m.b.t. de aanleg van de technische wegenis langs de linkeroever van het jaagpad aan de Durme, de aanleg van nieuwe wegenis (langs de linkeroever van de Durme) vanaf de Veerstraat tot aan de Gentdam omvat; dat het dus een verlengde is van het huidige jaagpad vanaf de “rode brug” tot aan de Veerstraat (= fase 1); dat deze 'technische wegenis' of 'jaagpad' wordt aangelegd op de bestaande maaiveldpeilen langs de oever;
Overwegende dat de 'technische wegenis' eigenlijk een dienstweg is die zal toelaten om de decretale opdrachten van De Vlaamse Waterweg nv vlot en efficiënt te kunnen vervullen (zoals het toezicht op de waterkeringen, het onderhoud en de bouw van de infrastructuur, enz…); dat daarnaast de wegenis ook gebruikt kan worden voor zachte recreatie (fietsers, wandelaars);
Overwegende dat de beheerder van de Durme, De Vlaamse Waterweg nv (voormalig Waterwegen en Zeekanaal nv), het project trekt, ontwerpt en het ook zal uitvoeren;
Overwegende dat het vanuit de stad niet de vraag was om het asfaltpad door te trekken omdat dit deel van de Durme zich buiten het stadscentrum situeert en een meer natuurlijke weg daar beter zou passen; dat er gekozen werd voor een 2-sporenpad in een uitgewassen cementbetonverharding omdat het pad vlot toegankelijk moet zijn om de dijken goed te kunnen inspecteren en om er vlot werken uit te kunnen voeren wanneer dat nodig is; dat elke strook een breedte heeft van 1m, met een kleurpigment eraan toegevoegd om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de natuurlijke omgeving;
Overwegende dat tegelijkertijd ook de minder stabiele dijken zullen aangepakt worden; dat de bestaande afgekalfde oevers langs de Durme worden hersteld in natuurvriendelijke materialen en de aansluiting van de nieuwe dijk op de bestaande maaiveldpeilen langs de weg gebeurt door taluds die aan een helling van 8/4 (= zeer flauwe helling) worden aangelegd, waardoor ze veel steviger zullen zijn; dat deze taluds achteraf worden ingezaaid;
Overwegende dat er echter wel wat bomen gerooid moeten worden om de wegenis te kunnen aanleggen; dat er tevens een aantal boszones moeten worden gekapt en hagen en rietzones moeten worden verwijderd; dat dit groen er momenteel immers voor zorgt dat de dijken ontoegankelijk zijn waardoor er in geen jaren een goed onderhoud kon worden uitgevoerd met risico op doorbreken van de dijken als gevolg; dat een oplossing voor dit risico op wateroverlast primeert; dat de dijken daarom moeten onderhouden kunnen worden;
Overwegende dat er in het project eveneens heel wat nieuwe aanplantingen van bomen voorzien worden, voornamelijk langs de landzijde van de nieuwe wegenis, omdat de stad Lokeren groen ook zeer belangrijk vindt, zeker in de nabije buurt van de Durme en in een zone waar heel wat dieren hun stekje hebben; dat op 2 plaatsen de dijk ook een stuk landinwaarts getrokken wordt, dit na overleg met de betrokken natuurverenigingen; dat de grond daar over een breedte van ongeveer 10m afgegraven wordt tot het normale waterpeilniveau zodat een zone voor oever- en rietbeplanting voorzien kan worden zodat het ideale broed- en groeiplaatsen worden voor dieren en planten;
Overwegende dat ter hoogte van het bestaande pompgemaal “De Weehage” (kant Daknambrug) de wegenis wordt aangesloten op een demonteerbaar fiets- en voetgangersbrugje over de uitstroomconstructie van het pompgemaal (dus tussen het bestaande gebouwtje en de Durme); dat op deze manier de fietsers en voetgangers niet langer over het terrein van de Polder Moervaart en Zuidlede rijden en de fietsers zo gescheiden worden van mogelijk landbouwverkeer;
Overwegende dat er bovendien voorzien is om het bestaande jaagpad tussen Gentdam en pompgemaal ook van een nieuwe asfaltlaag te voorzien;
Gelet op het bijzonder bestek en de uitvoeringsplannen die ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leden van de gemeenteraad, evenals de globale kostenraming van de opdracht begroot op € 1.480.183,42+ 21% btw MC WOS = € 1.791.021,94. Er werd een verdeelsleutel afgesproken tussen De Vlaamse Waterweg nv en de stad Lokeren van 50/50, wat inhoudt dat het bedrag ten laste van de stad Lokeren geraamd wordt op € 740.091,71+ 21% btw MC WOS = € 895.510,97;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht ten laste van de stad Lokeren deels voorzien is in de investeringsbudgetten in het meerjarenplan 2020-2025 waar een verbinteniskrediet voorzien is ten bedrage van € 670.000 (€ 170.000,00 in 2021 en € 500.000,00 in 2022), onder de investeringsenveloppe INFRASTRUCTUUR, subproject 2014/124, onder de algemene rekening 66430000 en beleidsitem 020002 (actiecode ST03B06AP01A14); dat het krediet dat tekort is (€ 225.510,97) in functie van het ramingsbedrag zal opgetrokken worden in de investeringsbudgetten via een ARA (verschuiving van € 225.510,97 van subproject 2017/015 (Totaalrenovatie Bleekmeersstraat) naar voorliggend subproject 2014/124);
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure (artikel 36 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten);
Overwegende dat het een gezamenlijke opdracht betreft waarbij het aangewezen is dat De Vlaamse Waterweg nv (Afdeling Regio West) de procedure zal voeren en in naam van stad Lokeren bij de gunning van de opdracht zal optreden;
Overwegende dat gezamenlijk aankopen kan leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36, en inzonderheid artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Op 17 juli 2015 werd een overeenkomst afgesloten tussen Waterwegen en Zeekanaal nv en stad Lokeren betreffende aanpassingswerken van de rechtstreekse toegangsweg naar de waterkeringswerken tussen de Heirbaanbrug en de Daknambrug. In dit kader worden er werken aan het jaagpad langsheen de Durme uitgevoerd.
Dit project omvat de aanleg van nieuwe wegenis (langs de linkeroever van de Durme) vanaf de Veerstraat tot aan de Gentdam. Het is een verlengde van het huidige jaagpad vanaf de “rode brug” tot aan de Veerstraat, dat reeds in een 1ste fase werd uitgevoerd. Deze 'technische wegenis' of 'jaagpad' wordt aangelegd op de bestaande maaiveldpeilen langs de oever.
De 'technische wegenis' is eigenlijk een dienstweg die zal toelaten om de decretale opdrachten van De Vlaamse Waterweg nv vlot en efficiënt te kunnen vervullen (zoals het toezicht op de waterkeringen, het onderhoud en de bouw van de infrastructuur, enz…). Daarnaast kan de wegenis ook gebruikt worden voor zachte recreatie (fietsers, wandelaars).
De beheerder van de Durme, De Vlaamse Waterweg nv (voormalig Waterwegen en Zeekanaal n, trekt het project, ontwerpt het en zal het ook uitvoeren.
Vanuit de stad was het niet de vraag om het asfaltpad door te trekken omdat dit deel van de Durme zich buiten het stadscentrum situeert en een meer natuurlijke weg daar beter zou passen. Omdat het pad echter vlot toegankelijk moet zijn om de dijken goed te kunnen inspecteren en om er vlot werken uit te kunnen voeren wanneer dat nodig is, werd er gekozen voor een 2-sporenpad in een uitgewassen cementbetonverharding. Elke strook heeft een breedte van 1m, met een kleurpigment eraan toegevoegd om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de natuurlijke omgeving.
Tegelijkertijd zullen ook de minder stabiele dijken aangepakt worden. De bestaande afgekalfde oevers langs de Durme worden hersteld in natuurvriendelijke materialen en de aansluiting van de nieuwe dijk op de bestaande maaiveldpeilen langs de weg gebeurt door taluds die aan een helling van 8/4 (= zeer flauwe helling) worden aangelegd, waardoor ze veel steviger zullen zijn. Deze taluds worden achteraf ingezaaid.
Om de wegenis te kunnen aanleggen, moeten er eerst echter wel wat bomen gerooid worden. Tevens moeten er een aantal boszones worden gekapt en hagen en rietzones worden verwijderd. Dit groen zorgt er momenteel immers voor dat de dijken ontoegankelijk zijn waardoor er in geen jaren een goed onderhoud kon worden uitgevoerd met risico op doorbreken van de dijken als gevolg.
Een oplossing voor dit risico op wateroverlast primeert: de dijken moeten onderhouden kunnen worden. Omdat de stad Lokeren groen echter ook zeer belangrijk vindt, zeker in de nabije buurt van de Durme en in een zone waar heel wat dieren hun stekje hebben, zullen in het project heel wat nieuwe aanplantingen van bomen voorzien worden, voornamelijk langs de landzijde van de nieuwe wegenis. Op 2 plaatsen wordt de dijk ook een stuk landinwaarts getrokken, dit na overleg met de betrokken natuurverenigingen: daar wordt de grond over een breedte van ongeveer 10m afgegraven tot het normale waterpeilniveau zodat een zone voor oever- en rietbeplanting voorzien kan worden zodat het ideale broed- en groeiplaatsen worden voor dieren en planten.
Ter hoogte van het bestaande pompgemaal “De Weehage” (kant Daknambrug) wordt de wegenis aangesloten op een demonteerbaar fiets- en voetgangersbrugje over de uitstroomconstructie van het pompgemaal (dus tussen het bestaande gebouwtje en de Durme). Op deze manier rijden de fietsers en voetgangers niet langer over het terrein van de Polder Moervaart en Zuidlede en worden fietsers gescheiden van mogelijk landbouwverkeer.
Er is bovendien voorzien om het bestaande jaagpad tussen Gentdam en pompgemaal ook van een nieuwe asfaltlaag te voorzien.
Het bestek en de uitvoeringsplannen worden nu ter goedkeuring voorgelegd aan de leden van de gemeenteraad, evenals de globale kostenraming van de opdracht begroot op € 1.480.183,42+ 21% btw MC WOS = € 1.791.021,94. Er werd een verdeelsleutel afgesproken tussen De Vlaamse Waterweg nv (voormalig Waterwegen en Zeekanaal nv) en de stad Lokeren van 50/50, wat inhoudt dat het bedrag ten laste van de stad Lokeren geraamd wordt op € 740.091,71+ 21% btw MC WOS = € 895.510,97.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten is van toepassing op deze opdracht.
Als wijze van gunnen wordt een openbare procedure voorgesteld (artikel 36 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten).
In de investeringsbudgetten is er in het meerjarenplan 2020-2025 een verbinteniskrediet voorzien voor de uitgave ten laste van de stad Lokeren ten bedrage van € 670.000 (€ 170.000,00 in 2021 en € 500.000,00 in 2022), onder de investeringsenveloppe INFRASTRUCTUUR, subproject 2014/124, onder de algemene rekening 66430000, beleidsitem 020002 en actiecode ST03B06AP01A14. Het krediet dat tekort is (€ 225.510,97) zal in functie van het ramingsbedrag opgetrokken worden in de investeringsbudgetten via een ARA (verschuiving van € 225.510,97 van subproject 2017/015 (Totaalrenovatie Bleekmeersstraat) naar voorliggend subproject 2014/124).Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het bestek, de kostenraming en de vaststelling van de wijze van gunnen goed te keuren.
Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek en de raming voor de opdracht “Durme Lokeren: Aanleg technische wegenis jaagpad (linkeroever) - Fase 2”, opgesteld door De Vlaamse Waterweg nv (Regio West), Guldensporenpark 105 te 9820 Merelbeke.
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
De raming bedraagt € 1.480.183,42+ 21% btw MC WOS = € 1.791.021,94. Er werd een verdeelsleutel afgesproken tussen De Vlaamse Waterweg nv en de stad Lokeren van 50/50, wat inhoudt dat het bedrag ten laste van de stad Lokeren geraamd wordt op € 740.091,71+ 21% btw MC WOS = € 895.510,97.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure (artikel 36 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten).
De Vlaamse Waterweg nv wordt gemandateerd om de gunningsprocedure te voeren en in naam van stad Lokeren bij de gunning van de opdracht op te treden.
In geval van een juridisch geschil omtrent deze overheidsopdracht, is elk deelnemend bestuur mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot zijn aandeel in de opdracht.
Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de Vlaamse Waterweg nv.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
De uitgave voor deze opdracht ten laste van de stad Lokeren is deels voorzien in de investeringsbudgetten in het meerjarenplan 2020-2025 waar een verbinteniskrediet voorzien is ten bedrage van € 670.000 (€ 170.000,00 in 2021 en € 500.000,00 in 2022), onder de investeringsenveloppe INFRASTRUCTUUR, subproject 2014/124, onder de algemene rekening 66430000, beleidsitem 020002 en actiecode ST03B06AP01A14. Het krediet dat tekort is (€ 225.510,97) zal in functie van het ramingsbedrag opgetrokken worden in de investeringsbudgetten via een ARA (verschuiving van € 225.510,97 van subproject 2017/015 (Totaalrenovatie Bleekmeersstraat) naar voorliggend subproject 2014/124).
Gelet op het addendum 1 die door de gemeenteraadszitting van 28/06/2021 werd goedgekeurd;
Overwegende dat de raming aangepast is bij de opmaak van het aanbestedingsdossier en merkelijk hoger is dan voorheen;
Overwegende dat de meerkost voor een uitgewassen cementbetonverharding niet meer volledig ten laste is voor de stad;
Overwegende dat het addendum met de Vlaamse Waterweg gewijzigd moet worden;
Overwegende dat de gemeenteraad dit addendum 1 goedkeurt;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Het addendum 1 van de samenwerkingsovereenkomst van 17.07.2015 tussen De Vlaamse Waterweg en stad Lokeren betreffende de aanpassingswerken van de rechtstreekse toegangsweg naar de waterkeringswerken tussen de Heirbaanbrug en de Daknambrug werd op 28/06/2021 goedgekeurd door de gemeenteraad.
De Vlaamse Waterweg heeft de raming bijgesteld i.f.v. het aanbestedingsdossier, hierdoor werden de kosten merkelijk hoger geraamd. Het addendum 1 wordt daarom inzake financiering en betaling aangepast als volgt:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de wijziging van de samenwerkingsovereenkomst met De Vlaamse Waterweg nv - Addendum 1 goed te keuren.
Het college gaat akkoord met de wijziging van addendum 1 - goedgekeurd in gemeenteraadzitting van 28.06.2021 - van de samenwerkingsovereenkomst tussen het stadsbestuur en De Vlaamse Waterweg en keurt het aangepast addendum 1 van de samenwerkingsovereenkomst tussen het stadsbestuur en De Vlaamse Waterweg goed voor de aanpassingswerken van de rechtstreekse toegangsweg naar de waterkeringswerken tussen de Heirbaanbrug en de Daknambrug.
Een exemplaar van het goedgekeurde addendum 1 over te maken aan De Vlaamse Waterweg nv, Havenlaan 44 te 3500 Hasselt.
Gelet op de gewenste realisatie van het volledig traject van de fietssnelweg F4 op grondgebied Lokeren in samenwerking met de provincie Oost-Vlaanderen;
Gelet op de vraag van provincie Oost-Vlaanderen om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met als doel om de rechten en plichten vast te leggen tussen alle partijen die zich verbinden om samen fietssnelweg F4 te realiseren en te beheren;
dat de partners de aanleg van hoogwaardige fietsinfrastructuur beogen op het deeltraject fietssnelweg F4 langs L59 tussen Nieuwe Stationsstraat en Nieuwe Dreef (500 meter) en het beheer van deze nieuwe fietsinfrastructuur vastleggen.
Overwegende dat de stad de kosten draagt van eventuele werken die geen deel uitmaken van de aanleg van de fietsweg, en de kosten voor de aanleg van openbare verlichting, de kosten voor de grondverwerving voor de realisatie van de infrastructuur en de natuur- en boscompensatie, de kosten voor de eventuele noodzakelijke bodemsanering en de kosten voor regulier onderhoud vanaf de voorlopige oplevering en de kosten voor het structureel onderhoud vanaf de definitieve oplevering;
Overwegende dat dit project maar van start kan gaan nadat de samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten;
dat wordt voorgesteld om de samenwerkingsovereenkomst tussen provincie Oost-Vlaanderen en stad Lokeren goed te keuren;
Fietssnelweg F4 verbindt Gent via Lokeren en Sint-Niklaas met Antwerpen langsheen of nabij de spoorlijn L59. Tussen de Nieuwe Stationsstraat en de Nieuwe Dreef ontbreekt een stuk fietsweg. Fietsers rijden er momenteel via de parallelle Spoorweglaan. Ter hoogte van de Nieuwe Molenstraat / Nieuwe Dreef dwarsen ze de spoorlijn via een spooroverweg.
De provincie Oost-Vlaanderen en de stad Lokeren willen de missing links op de fietssnelweg F4 op het grondgebied van Lokeren realiseren. Tussen de Nieuwe Stationsstraat en de Nieuwe Dreef wordt een nieuw stuk fietssnelweg voorzien. Binnen dit nieuw segment zal de fietssnelweg via een tunnel wisselen van zijde van het treinspoor L59 Gent - Antwerpen. De onderdoorgang van het spoor (tunnel) is een project van Infrabel; het verlengde van het spoor tot de Nieuwe Dreef en de aantakking naar de Fernand Hanusdreef is een project in beheer van de provincie Oost-Vlaanderen.
De provincie Oost-Vlaanderen vraagt om hiervoor een samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen.
De kostprijsverdeling er zal uitzien als volgt:
De provincie draagt:
− 100% van de studiekosten, noodzakelijk voor de aanleg van
de fietsinfrastructuur, met inbegrip van studies nodig voor de bos- en
natuurcompensatie, milieu-hygiënisch onderzoek, sloopopvolgingsplan, technisch
verslag, archeologienota, eventueel bijkomend archeologisch onderzoek;
− 100% van de kosten voor de aanleg van de fietsinfrastructuur
en de kosten voortvloeiend uit verplichte natuur- en/of boscompensatie in functie
van een uitvoerbare omgevingsvergunning, met uitzondering van de
grondverwervingen en bodemsaneringen;
De stad draagt:
- de kosten van eventuele werken die geen deel uitmaken
van de aanleg van de fietsweg, meer bepaald de posten zoals omschreven in
artikel 5, §7 van het Reglement van 29 april 2020 met betrekking tot het
toekennen van subsidies voor fietsvoorzieningen op het bovenlokaal functioneel
fietsroutenetwerk;
- de kosten voor de aanleg van openbare verlichting, de kosten voor de grondverwerving voor de realisatie van
de infrastructuur en de natuur- en boscompensatie, de kosten voor de eventuele noodzakelijke
bodemsanering en de kosten voor regulier onderhoud vanaf de voorlopige
oplevering en de kosten voor het structureel onderhoud vanaf de definitieve
oplevering.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de samenwerkingsovereenkomst met de provincie Oost-Vlaanderen voor de aanleg en het beheer van de fietsinfrastructuur op het traject van fietssnelweg F4 goed te keuren.
De Gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst voor de aanleg en het beheer van fietsinfrastructuur op het traject fietssnelweg F4 te Lokeren (F4 vanaf Nieuwe Stationsstraat tot Nieuwe dreef) goed.
De ondertekende samenwerkingsovereenkomst wordt overgemaakt aan de provincie Oost-Vlaanderen.
De fietssnelweg F4 loopt van Gent naar Antwerpen, via Lokeren, grotendeels langsheen de spoorlijn 59 Gent-Antwerpen.
Omwille van de verkeersveiligheid werd de spoorwegovergang aan de Nieuwe Stationsstraat afgesloten en wordt op het tracé van de fietssnelweg een tunnel voor fietsers en voetgangers aangelegd. Hiervoor werd een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend door Infrabel bij het Departement Omgeving. Door de gewestelijke omgevingsambtenaar wordt het advies van de gemeenteraad gevraagd.
De totale breedte van de tunnel bedraagt 4,50 meter. Hiervan is centraal 2,5 meter voorzien voor het dubbelrichtingsfietspad en 1 meter langs weerszijden van het fietspad als schuwafstand tot de wanden.
Deze zone van 2x1m zal door de voetgangers kunnen gebruikt worden. Het fietspad wordt afgewerkt in rood asfalt, het voetpad in okerkleuring asfalt.
De keermuren langs de toegangshellingen worden uitgevoerd in metalen damplanken.
De aanvraag omvat ook het rooien van enkele bomen, die zullen vervangen worden door 5 winterlindes, 5 beuken en 5 esdoorns.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 28/06/2021 tot 27/07/2021. Tijdens dit openbaar onderzoek werden er geen bezwaren ingediend;
Fietssnelweg F4 verbindt Gent via Lokeren en Sint-Niklaas met Antwerpen langsheen of nabij de spoorlijn L59.
Omwille van de verkeersveiligheid werd de spoorwegovergang aan de Nieuwe Stationsstraat afgesloten en wordt op het tracé van de fietssnelweg een tunnel voor fietsers en voetgangers aangelegd. Hiervoor werd een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend door Infrabel bij het Departement Omgeving. De gewestelijke omgevingsambtenaar vraagt het advies van de gemeenteraad.
De totale breedte van de tunnel bedraagt 4,50 meter. Hiervan is centraal 2,5 meter voorzien voor het dubbelrichtingsfietspad en 1 meter langs weerszijden van het fietspad als schuwafstand tot de wanden.
Deze zone van 2x1m zal door de voetgangers kunnen gebruikt worden. Het fietspad wordt afgewerkt in rood asfalt, het voetpad in okerkleuring asfalt.
De keermuren langs de toegangshellingen worden uitgevoerd in metalen damplanken.
De aanvraag omvat ook het rooien van enkele bomen, die zullen vervangen worden door 5 winterlindes, 5 beuken en 5 esdoorns.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 28/06/2021 tot 27/07/2021. Tijdens dit openbaar onderzoek werden er geen bezwaren ingediend;
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het tracé goed te keuren.
Het tracé en de aanleg van de tunnel wordt vastgelegd en goedgekeurd volgens ingediend plan;
Er wordt een omgevingsvergunning aangevraagd voor het heraanleggen van de wegenis in Veldeken en een deel van de Hemelseschoot (tot huisnummer 25) en het aanleggen van een gescheiden rioleringssysteem. Deze wegen hebben momenteel nog geen rioleringssysteem waardoor het vuil water terechtkomt in de grachten. Door het aanleggen van de riolering kan het vuilwater worden afgevoerd naar de vuilwatercollector.
De nieuwe verharding zal iets breder zijn dan de bestaande verharding. Er wordt een nieuwe wegenis met rijweg, fietssuggestiestroken en een nieuwe grachtenstructuur aangelegd voor de afvoer (en infiltratie) van het regenwater.
De rijweg wordt aangelegd in bitumineuze verharding. Langs beide kanten wordt er aansluitend een fietssuggestiestrook aangelegd in okerkleurig cementbeton.
De rijweg van de plateau’s wordt aangelegd in uitgewassen grijze beton. Ter hoogte van de haakse bochten is er een centrale bochtverbredingsstrook voorzien in printbeton of uitgewassen beton met een schuine boordsteen.
Aan de verhoogde verkeersgeleiders is er naast de rijweg nog een uitwijkstrook voorzien in waterdoorlatende grasbetontegels.
Er worden 66 nieuw aan te planten bomen voorzien, er worden geen grote bomen gerooid op openbaar domein.
De wegenis wordt aangelegd binnen het bestaande openbaar domein. Alleen voor het aanleggen van een ondergronds pompstation op het perceel nr 1088A en het aanleggen van een winterbedding voor de gracht op het perceel 1001P wordt er gewerkt op het privaat domein en moet er een inname gebeuren.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 12/07/2021 tot 10/08/2021 en er werden tijdens dit openbaar onderzoek geen bezwaarschriften ingediend:
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 27 maart 2009, artikel 4.2.20;
Er wordt een omgevingsvergunning aangevraagd voor het heraanleggen van de wegenis in Veldeken en een deel van de Hemelseschoot (tot huisnummer 25) en het aanleggen van een gescheiden rioleringssysteem. Deze wegen hebben momenteel nog geen rioleringssysteem waardoor het vuil water terechtkomt in de grachten. Door het aanleggen van de riolering kan het vuilwater worden afgevoerd naar de vuilwatercollector.
De nieuwe verharding zal iets breder zijn dan de bestaande verharding. Er wordt een nieuwe wegenis met rijweg, fietssuggestiestroken en een nieuwe grachtenstructuur aangelegd voor de afvoer (en infiltratie) van het regenwater.
De rijweg wordt aangelegd in bitumineuze verharding. Langs beide kanten wordt er aansluitend een fietssuggestiestrook aangelegd in okerkleurig cementbeton.
De rijweg van de plateaus wordt aangelegd in uitgewassen grijze beton. Ter hoogte van de haakse bochten is er een centrale bochtverbredingsstrook voorzien in printbeton of uitgewassen beton met een schuine boordsteen.
Aan de verhoogde verkeersgeleiders is er naast de rijweg nog een uitwijkstrook voorzien in waterdoorlatende grasbetontegels.
Er worden 66 nieuw aan te planten bomen voorzien, er worden geen grote bomen gerooid op openbaar domein.
De wegenis wordt aangelegd binnen het bestaande openbaar domein. Alleen voor het aanleggen van een ondergronds pompstation op het perceel nr 1088A en het aanleggen van een winterbedding voor de gracht op het perceel 1001P wordt er gewerkt op het privaat domein en moet er een inname gebeuren.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 12/07/2021 tot 10/08/2021 en er werden tijdens dit openbaar onderzoek geen bezwaarschriften ingediend.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het tracé goed te keuren.
Het tracé en de aanleg van de wegenis wordt vastgelegd en goedgekeurd volgens ingediend plan.
Er wordt een omgevingsvergunning aangevraagd voor de aanleg van een park van 10.050m² rond de molen op de Heirbrug.
De molen is een beschermd monument en de site errond is aangeduid als beschermd stadsgezicht.
De doelstelling van dit ontwerp is het creëren van een familievriendelijk park rondom de molen.
De werken omvatten beplantingswerken, nivelleringswerken, het aanleggen van paden en een amfitheater, het plaatsen van speeltoestellen…
De ontsluiting van het park zal gebeuren via de Heirburgstraat (huidige toegang) en via de Verbindingsstraat. Het pad dat de verbinding maakt tussen de Heirbrugstraat en de Verbindingsstraat is bestemd voor voetgangers en fietsers.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 23/07/2021 tot 21/08/2021 en er werd tijdens dit openbaar onderzoek één bezwaarschrift ingediend.
Dit bezwaarschrift omvat volgende elementen:
“Ik heb 2 vragen, opmerkingen betreffende de ingang van de Heirbrugmolensite ter hoogte van de Verbindingstraat 56a:
1) Het wegneembaar paaltje. Ik gebruik de wegel reeds jaren voor mijn remorque achteraan mijn tuin te plaatsen. Het is niet zo dat ik dit dagdagelijks nodig heb maar toch regelmatig. Kan ik dat paaltje zelf verwijderen en terugplaatsen als dit nodig is. Het is in mijn eigen belang dat het paaltje er is, dus dit zal steeds teruggeplaatst worden.
2) Betreft de wadi, hier ligt momenteel grijze split grind. Ik zie op plannen een hoogstam Alnus Glutinosa ofwel de zwarte els. Dit is een boom die 20 tot 25 meter hoog wordt. Ik weet ook dat je die via snoeien klein kan houden maar toch daar stel ik mij vragen bij. Namelijk de afstand van de boom ten opzichte van mijn perceelgrens en de zichtbaarheid, dus veiligheid, bij het verlaten van de wegel en mijn oprit. Deze boom zou ik niet plaatsen.”
Het bezwaar wordt als volgt behandeld:
1) Dit pad is een fiets- en wandelpad. De eigenaar kan via zijn eigen terrein de remorque tot achter in zijn tuin brengen. Het paaltje kan enkel in geval van calamiteiten of bepaalde leveringen voor Samentuin weggenomen worden.
2) Een Alnus, of Zwarte Els laat jaarlijks katjes vallen en verliest ook zeer laat op het jaar zijn blad wat een smurrie kan achterlaten op de voortuinzone. Het klopt dat de boom tot 20 meter hoog kan worden, en dat snoeien niet is aangewezen voor een boom die normaal in bosverband nog beter thuis hoort.
Om overlast te voorkomen voor de aangelanden moet deze boom vervangen worden door de aanplant van een boom van tweede grootteorde met een zuilvormige kruin, die minder voor overlast zal zorgen, zijnde een Carpinus betulus Frans Fontaine (Zuil haagbeuk)
Ook de portaalboom (Alnus) thv de Heibrugstraat moet om die reden vervangen worden door een zuilhaagbeuk.
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 27 maart 2009, artikel 4.2.20;
Er wordt een omgevingsvergunning aangevraagd voor de aanleg van een park van 10.050m² rond de molen op de Heirbrug.
De molen is een beschermd monument en de site errond is aangeduid als beschermd stadsgezicht.
De doelstelling van dit ontwerp is het creëren van een familievriendelijk park rondom de molen.
De werken omvatten beplantingswerken, nivelleringswerken, het aanleggen van paden en een amfitheater, het plaatsen van speeltoestellen…
De ontsluiting van het park zal gebeuren via de Heirburgstraat (huidige toegang) en via de Verbindingsstraat. Het pad dat de verbinding maakt tussen de Heirbrugstraat en de Verbindingsstraat is bestemd voor voetgangers en fietsers.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 23/07/2021 tot 21/08/2021 en er werd tijdens dit openbaar onderzoek één bezwaarschrift ingediend.
Dit bezwaarschrift omvat volgende elementen:
“Ik heb 2 vragen, opmerkingen betreffende de ingang van de Heirbrugmolensite ter hoogte van de Verbindingstraat 56a:
1) Het wegneembaar paaltje. Ik gebruik de wegel reeds jaren voor mijn remorque achteraan mijn tuin te plaatsen. Het is niet zo dat ik dit dagdagelijks nodig heb maar toch regelmatig. Kan ik dat paaltje zelf verwijderen en terugplaatsen als dit nodig is. Het is in mijn eigen belang dat het paaltje er is, dus dit zal steeds teruggeplaatst worden.
2) Betreft de wadi, hier ligt momenteel grijze split grind. Ik zie op plannen een hoogstam Alnus Glutinosa ofwel de zwarte els. Dit is een boom die 20 tot 25 meter hoog wordt. Ik weet ook dat je die via snoeien klein kan houden maar toch daar stel ik mij vragen bij. Namelijk de afstand van de boom ten opzichte van mijn perceelgrens en de zichtbaarheid, dus veiligheid, bij het verlaten van de wegel en mijn oprit. Deze boom zou ik niet plaatsen.”
Het bezwaar wordt als volgt behandeld:
1) Dit pad is een fiets- en wandelpad. De eigenaar kan via zijn eigen terrein de remorque tot achter in zijn tuin brengen. Het paaltje kan enkel in geval van calamiteiten of bepaalde leveringen voor Samentuin weggenomen worden.
2) Een Alnus, of Zwarte Els laat jaarlijks katjes vallen en verliest ook zeer laat op het jaar zijn blad wat een smurrie kan achterlaten op de voortuinzone. Het klopt dat de boom tot 20 meter hoog kan worden, en dat snoeien niet is aangewezen voor een boom die normaal in bosverband nog beter thuis hoort.
Om overlast te voorkomen voor de aangelanden moet deze boom vervangen worden door de aanplant van een boom van tweede grootteorde met een zuilvormige kruin, die minder voor overlast zal zorgen, zijnde een Carpinus betulus Frans Fontaine (Zuil haagbeuk)
Ook de portaalboom (Alnus) thv de Heibrugstraat moet om die reden vervangen worden door een zuilhaagbeuk.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het tracé goed te keuren.
Het tracé en de aanleg van de wegenis wordt vastgelegd en goedgekeurd volgens ingediend plan.
Gelet op de aanvraag, ingediend door Lorenzo Van Tornhaut voor VT-INVEST, Knokkeweg 25 te 9880 Aalter, met betrekking tot een verkaveling gelegen te Lokeren, in de Groendreef,1ste afdeling, sectie A, nrs. 690T2, 690P2, 690G2, 690F2, 690X
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2018 houdende de goedkeuring van het tracé van de wegenis.
Gelet op het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 15 april 2021 waarbij de vergunning van de Deputatie van 20 juni 2019 werd vernietigd, in essentie omwille van het feit dat de invulling van lot 14 niet strookt met het “autoluw” karakter van de zone van het gemeentelijk RUP Bergendries-Ueberg waarin lot 14 is gelegen en waarin enkel “bestemmingsverkeer” toegelaten is aangezien er een parking wordt voorzien in functie van de naastliggende muziekacademie.
Overwegende dat de deputatie zich opnieuw dient uit te spreken over de voorliggende aanvraag rekening houdende met het arrest van 15 april 2021.
Overwegende dat de aanvrager, rekening houdende met het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen, tijdens deze procedure een wijzigingsverzoek heeft ingediend om de noodzakelijke wijzigingen aan te brengen aan de verkavelingsaanvraag. Volgende wijzigingen werden aangebracht:
- Lot 14 dat in de oorspronkelijke verkavelingsaanvraag bestemd was als parking voor de muziekschool wordt binnen deze wijziging bestemd als een privatieve groene zone met publieke doorsteek. Het wegenisdossier, de verkavelingsvoorschriften, het verkavelingsplan en andere plannen worden hier op afgestemd. Er werd een aangepaste MOBER opgemaakt.
Overwegende dat de wijzigingsverzoek ook opnieuw in openbaar onderzoek is gelegd en een nieuw advies aan de gemeenteraad wordt gevraagd.
Overwegende dat er een openbaar onderzoek werd georganiseerd van 20/07/2021 tot 19/08/2021; Dat er tijdens dit openbaar onderzoek twee bezwaarschriften werden ingediend;
De integrale bezwaren zijn in het dossier opgenomen. Samengevat omvatten de bezwaren volgende elementen en worden ze als volgt behandeld:
- "De watertoets: het gebied is deels gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
De gebouwen met de ondergrondse parkeergarage vormen een gevaar voor wateroverlast voor de onmiddellijke omgeving. De grondwaterstroming kan worden verstoord."
Behandeling: Het perceel is niet gelegen binnen effectief overstromingsgevoelig gebied. De ondergrondse constructies blijven beperkt tot 1 bouwlaag.
Door de Vlaamse waterweg en de VMM werd een voorwaardelijk gunstig advies geformuleerd. Het project heeft geen negatieve impact op de waterhuishouding, mits het opleggen van genoemde voorwaarden.
Door de projectontwikkelaar werd ook de invloed op de grondwaterstroming onderzocht door een specialist-hydrogeoloog Peter Moonen, en de conclusie is dat er geen enkel (nadelig) effect te verwachten is.
Alle adviserende instanties hebben kennis kunnen nemen van het volledige dossier met alle bouwplannen.
In zoverre er mogelijke schade of nadelige gevolgen worden aangevoerd wordt dit, behoudens de loutere bewering, niet concreet aannemelijk gemaakt.
- "De projectzone is enkel bestemd voor bestemmingsverkeer. Het voorzien van doorsteken voor zwakke weggebruikers is niet in overeenstemming met het RUP. Ook fietsers en voetgangers zijn verkeer."
Behandeling: Het RUP heeft juist als doelstelling om de doorsteken voor de zwakke weggebruikers te bevorderen, zowel voor mensen in als buiten het projectgebied.
Binnen de zone moeten de nodige verbindingen voorzien worden voor fietsers en voetgangers (art. 7).
De integratie van het projectgebied met het omliggende park gebeurt niet alleen door het voorzien van groenzones maar ook wel degelijk door het voorzien van doorsteken voor zwakke weggebruikers, naar het achterliggende park - waartoe de muziekschool ook behoort. Het voorzien van deze doorsteken voor de zwakke weggebruikers geeft geen onaanvaardbare hinder, maar zal juist ook het gemotoriseerd verkeer doen beperken.
Bestemmingsverkeer is tenslotte het verkeer dat wordt aangetrokken door een bepaalde functie of ter aanduiding van gebruikers van een weg die een plaats langs of nabij die weg als reisbestemming hebben (aanwonenden, werknemers (kantoor, dienstverlening), bezoekers, etc.). Het projectgebied dient ook te kunnen worden bereikt via het achtergelegen park en vice-versa.
Er wordt niet aangetoond dat het toekomend verkeer ander dan bestemmingsverkeer zou betreffen.
- "Verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening: Er is geen aandacht besteed aan de inpassing van het project in de onmiddellijke omgeving. Het lot 12 aan de straatzijde heeft een te grote impact op het straatbeeld en op het zicht op de villa Geurts. De villa Geurts is niet geïntegreerd in het ontwerp."
Behandeling: De bebouwing wordt voorzien binnen de door het RUP voorziene bouwzones en conform de voorschriften van het RUP. Binnen het RUP is een zone voor wegenis opengehouden om het zicht op de villa Geurts te behouden. De inplanting van de nieuw op te richten gebouwen is vastgelegd in het RUP.
De villa Geurt is niet geklasseerd als monument. De opname op de inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent niet dat er geen andere gebouwen zouden mogen opgericht worden op de site. Binnen het RUP krijg de villa Geurts een plaats en is zelfs bepaald dat deze behouden moet blijven. Binnen de deelzone 3 van het RUP worden geen nieuwe gebouwen voorzien, conform de voorschriften van het RUP. De tuinzone bij de villa Geurts en het lot 14 bestemd als groenzone zorgen ervoor dat de villa ingegroend wordt en geïntegreerd in het park.
- "De MER-screening is onvoldoend om na te gaan of er aanzienlijke effecten mogelijk zijn.
Er worden 125 woonentiteiten voorzien, terwijl in de toelichtende nota bij het RUP een richtcijfer van 70 woningen wordt vermeld. De impact op de mobiliteit is onvoldoende uitgewerkt.
De grote woondichtheid is niet verenigbaar met de onmiddellijk omgeving. De 125 woonentiteiten creëren te veel verkeer via de enkele toegangsweg naar de Groendreef."
Behandeling: Bij de MER-screeningsnota van het RUP is men uitgegaan van de bestemming en niet van het aantal woningen.
De 70 woonentiteiten waarvan sprake zijn louter richtinggevend meegegeven op vraag van de deputatie die een ‘richtidee’ wou. Er is geen enkele stedenbouwkundige richtlijn af te leiden uit dit cijfer. Dit cijfer is slechts een ruwe inschatting geweest van de gecoro. Het is juist de doelstelling om binnen het stedelijk gebied (waarbinnen de site gelegen is) in te zetten op verdichting, aangezien deze site qua bereikbaarheid op een goede locatie gelegen is, vlakbij de stadskern en naast het station met een ruim aanbod van openbaar vervoer (trein, bus).
Langsheen de Groendreef en nabij het projectgebied komen nog meergezinswoningen voor.
- "Onder de twee zones met overdruk tussen de loten 15, 16 en 17 kan geen ondergrondse parkeergarage worden voorzien. "
Behandeling: In het RUP is bepaald dat parkeerzones onder het niveau van het maaiveld kunnen voorzien worden. Tussen haakjes vermelden de voorschriften “ook onder de tuinzones, of zijtuinen”. Dit is geen beperkende opsomming, maar een verduidelijking dat ondergrondse parkeergarages dus niet alleen onder de bebouwing kan maar ook op andere plaatsen. De ondergrondse parkeergarages zijn in overeenstemming met de voorschriften van het RUP.
- "De groenzone is voorzien op de private percelen van de loten 1-11 waardoor een continu en homogeen beheer niet mogelijk is. "
Behandeling: Er is nergens bepaald dat dit groenscherm op openbaar domein moet gelegen zijn. Dit groenscherm kan en moet onderhouden worden door de eigenaars van de private percelen.
- "Het poortje met het perceel Groendreef 20 heeft een breedte van 3m. De versmalde strook laat niet toe om met voertuigen bestemd voor tuinonderhoud het terrein te betreden."
Behandeling: In de gemeenteraadsbelissing van 27/04/2015 bij het RUP is enkel bepaald dat het bestaande poortje kan behouden blijven. Er is hiervoor geen bestaande erfdienstbaarheid die bepaalt welke zone er moet vrijgehouden worden. De eigenaars van het perceel Groendreef nr 20 hebben ook toegang tot hun perceel via de Groendreef.
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 27 maart 2009, artikel 4.2.20;Door VT-INVEST werd een verkavelingsaanvraag ingediend in de Groendreef,1ste afdeling, sectie A, nrs. 690T2, 690P2, 690G2, 690F2, 690X.
De gemeenteraad heeft reeds op 18 december 2018 het tracé van de wegenis voor deze verkaveling goedgekeurd.
Door de Raad voor Vergunningsbetwistingen werd op 15 april 2021 de vergunning van de Deputatie van 20 juni 2019 vernietigd, in essentie omwille van het feit dat de invulling van lot 14 niet strookt met het “autoluw” karakter van de zone van het gemeentelijk RUP Bergendries-Ueberg waarin lot 14 is gelegen en waarin enkel “bestemmingsverkeer” toegelaten is aangezien er een parking wordt voorzien in functie van de naastliggende muziekacademie.
De deputatie dient zich nu opnieuw uit te spreken over de voorliggende aanvraag rekening houdende met het arrest van 15 april 2021.
De aanvrager heeft tijdens deze procedure een wijzigingsverzoek ingediend om de noodzakelijke wijzigingen aan te brengen aan de verkavelingsaanvraag.
Volgende wijzigingen werden aangebracht:
- Lot 14 dat in de oorspronkelijke verkavelingsaanvraag bestemd was als parking voor de muziekschool wordt binnen deze wijziging bestemd als een privatieve groene zone met publieke doorsteek. Het wegenisdossier, de verkavelingsvoorschriften, het verkavelingsplan en andere plannen worden hier op afgestemd. Er werd een aangepaste MOBER opgemaakt.
Dit wijzigingsverzoek werd opnieuw in openbaar onderzoek gelegd en door de deputatie wordt een nieuw advies aan de gemeenteraad gevraagd.
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 20/07/2021 tot 19/08/2021 en er werden twee bezwaarschriften ingediend;
De integrale bezwaren zijn in het dossier opgenomen. Samengevat omvatten de bezwaren volgende elementen en worden ze als volgt behandeld:
- "De watertoets: het gebied is deels gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
De gebouwen met de ondergrondse parkeergarage vormen een gevaar voor wateroverlast voor de onmiddellijke omgeving. De grondwaterstroming kan worden verstoord."
Behandeling: Het perceel is niet gelegen binnen effectief overstromingsgevoelig gebied. De ondergrondse constructies blijven beperkt tot 1 bouwlaag.
Door de Vlaamse waterweg en de VMM werd een voorwaardelijk gunstig advies geformuleerd. Het project heeft geen negatieve impact op de waterhuishouding, mits het opleggen van genoemde voorwaarden.
Door de projectontwikkelaar werd ook de invloed op de grondwaterstroming onderzocht door een specialist-hydrogeoloog Peter Moonen, en de conclusie is dat er geen enkel (nadelig) effect te verwachten is.
Alle adviserende instanties hebben kennis kunnen nemen van het volledige dossier met alle bouwplannen.
In zoverre er mogelijke schade of nadelige gevolgen worden aangevoerd wordt dit, behoudens de loutere bewering, niet concreet aannemelijk gemaakt.
- "De projectzone is enkel bestemd voor bestemmingsverkeer. Het voorzien van doorsteken voor zwakke weggebruikers is niet in overeenstemming met het RUP. Ook fietsers en voetgangers zijn verkeer."
Behandeling: Het RUP heeft juist als doelstelling om de doorsteken voor de zwakke weggebruikers te bevorderen, zowel voor mensen in als buiten het projectgebied.
Binnen de zone moeten de nodige verbindingen voorzien worden voor fietsers en voetgangers (art. 7).
De integratie van het projectgebied met het omliggende park gebeurt niet alleen door het voorzien van groenzones maar ook wel degelijk door het voorzien van doorsteken voor zwakke weggebruikers, naar het achterliggende park - waartoe de muziekschool ook behoort. Het voorzien van deze doorsteken voor de zwakke weggebruikers geeft geen onaanvaardbare hinder, maar zal juist ook het gemotoriseerd verkeer doen beperken.
Bestemmingsverkeer is tenslotte het verkeer dat wordt aangetrokken door een bepaalde functie of ter aanduiding van gebruikers van een weg die een plaats langs of nabij die weg als reisbestemming hebben (aanwonenden, werknemers (kantoor, dienstverlening), bezoekers, etc.). Het projectgebied dient ook te kunnen worden bereikt via het achtergelegen park en vice-versa.
Er wordt niet aangetoond dat het toekomend verkeer ander dan bestemmingsverkeer zou betreffen.
- "Verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening: Er is geen aandacht besteed aan de inpassing van het project in de onmiddellijke omgeving. Het lot 12 aan de straatzijde heeft een te grote impact op het straatbeeld en op het zicht op de villa Geurts. De villa Geurts is niet geïntegreerd in het ontwerp."
Behandeling: De bebouwing wordt voorzien binnen de door het RUP voorziene bouwzones en conform de voorschriften van het RUP. Binnen het RUP is een zone voor wegenis opengehouden om het zicht op de villa Geurts te behouden. De inplanting van de nieuw op te richten gebouwen is vastgelegd in het RUP.
De villa Geurt is niet geklasseerd als monument. De opname op de inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent niet dat er geen andere gebouwen zouden mogen opgericht worden op de site. Binnen het RUP krijg de villa Geurts een plaats en is zelfs bepaald dat deze behouden moet blijven. Binnen de deelzone 3 van het RUP worden geen nieuwe gebouwen voorzien, conform de voorschriften van het RUP. De tuinzone bij de villa Geurts en het lot 14 bestemd als groenzone zorgen ervoor dat de villa ingegroend wordt en geïntegreerd in het park.
- "De MER-screening is onvoldoend om na te gaan of er aanzienlijke effecten mogelijk zijn.
Er worden 125 woonentiteiten voorzien, terwijl in de toelichtende nota bij het RUP een richtcijfer van 70 woningen wordt vermeld. De impact op de mobiliteit is onvoldoende uitgewerkt.
De grote woondichtheid is niet verenigbaar met de onmiddellijk omgeving. De 125 woonentiteiten creëren te veel verkeer via de enkele toegangsweg naar de Groendreef."
Behandeling: Bij de MER-screeningsnota van het RUP is men uitgegaan van de bestemming en niet van het aantal woningen.
De 70 woonentiteiten waarvan sprake zijn louter richtinggevend meegegeven op vraag van de deputatie die een ‘richtidee’ wou. Er is geen enkele stedenbouwkundige richtlijn af te leiden uit dit cijfer. Dit cijfer is slechts een ruwe inschatting geweest van de gecoro. Het is juist de doelstelling om binnen het stedelijk gebied (waarbinnen de site gelegen is) in te zetten op verdichting, aangezien deze site qua bereikbaarheid op een goede locatie gelegen is, vlakbij de stadskern en naast het station met een ruim aanbod van openbaar vervoer (trein, bus).
Langsheen de Groendreef en nabij het projectgebied komen nog meergezinswoningen voor.
- "Onder de twee zones met overdruk tussen de loten 15, 16 en 17 kan geen ondergrondse parkeergarage worden voorzien. "
Behandeling: In het RUP is bepaald dat parkeerzones onder het niveau van het maaiveld kunnen voorzien worden. Tussen haakjes vermelden de voorschriften “ook onder de tuinzones, of zijtuinen”. Dit is geen beperkende opsomming, maar een verduidelijking dat ondergrondse parkeergarages dus niet alleen onder de bebouwing kan maar ook op andere plaatsen. De ondergrondse parkeergarages zijn in overeenstemming met de voorschriften van het RUP.
- "De groenzone is voorzien op de private percelen van de loten 1-11 waardoor een continu en homogeen beheer niet mogelijk is. "
Behandeling: Er is nergens bepaald dat dit groenscherm op openbaar domein moet gelegen zijn. Dit groenscherm kan en moet onderhouden worden door de eigenaars van de private percelen.
- "Het poortje met het perceel Groendreef 20 heeft een breedte van 3m. De versmalde strook laat niet toe om met voertuigen bestemd voor tuinonderhoud het terrein te betreden."
Behandeling: In de gemeenteraadsbelissing van 27/04/2015 bij het RUP is enkel bepaald dat het bestaande poortje kan behouden blijven. Er is hiervoor geen bestaande erfdienstbaarheid die bepaalt welke zone er moet vrijgehouden worden. De eigenaars van het perceel Groendreef nr 20 hebben ook toegang tot hun perceel via de Groendreef.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het tracé goed te keuren.
Het tracé van de wegenis en bijhorende infrastructuur, vervat in de verkavelingsaanvraag, ingediend door Lorenzo Van Tornhaut voor VT-INVEST, Knokkeweg 25 te 9880 Aalter, met betrekking tot een verkaveling gelegen te Lokeren, in de Groendreef,1ste afdeling, sectie A, nrs. 690T2, 690P2, 690G2, 690F2, 690X wordt vastgesteld volgens het ingediende plan bij het wijzigingsverzoek.
De publieke parkeerplaatsen op het lot 14 worden niet aangelegd en dit lot 14 wordt aangelegd als groene zone.
De voorwaarden uit het advies van de dienst mobiliteit d.d. 27 08 2021 te volgen:
- De rijbaan vanaf de Groendreef tot aan de knik voorbij de drie parkeerplaatsen moet een breedte hebben van 5,6 meter; daarna mag de breedte beperkt worden tot 5,0 meter behalve in de delen waar haakse parkeerplaatsen zijn gelegen.
- Het voetpad moet minstens 1,5 meter breed zijn. Na de knik moeten er ook voetgangersvoorzieningen zijn.
- Aangezien er 125 woongelegenheden worden voorzien moeten er 188 parkeerplaatsen worden voorzien, namelijk 125 plaatsen op privaat domein en 63 publieke parkeerplaatsen.
De voorwaarden uit het advies van de dienst openbare werken opgenomen in de gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2018 blijven behouden.
De voorwaarden uit het advies van de groenambtenaar opgenomen in de gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2018 blijven behouwen.
Volgende gronden dienen te worden overgedragen aan de stad:
- De gronden tussen de rooilijnen waarop de wegenis, infrastructuur en parkeerplaatsen zijn gelegen.
- De parkeerplaatsen die worden bestemd als publieke parkeerplaatsen.
Volgende zones blijven privaat maar hebben een publiek karakter en zijn permanent toegankelijk:
- De loten 14, 18 en 19 die worden aangelegd als groenzone.
- De doorsteken naar het omliggende park.
- De voetpadvoorzieningen die binnen de private zones gelegen zijn.
Op last van de verkavelaar dienen de doorsteken voor de zwakke weggebruikers naar het park te worden verbonden met de bestaande paden in het park.
De overdracht gebeurt vrij en onbelast en zonder kosten voor de stad, om niet aan haar af te staan bij de voorlopige oplevering van de laatst uit te voeren werken. Deze overdracht zal gebeuren nadat de stad zijn goedkeuring heeft gehecht aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de laatste fase. De afgevaardigde van de stad zal daartoe op de voorlopige aanvaarding uitgenodigd worden. De eigenaar van de verkaveling zal instaan voor het aanduiden van een notaris en de kosten voor de notariële akte dragen.
De verkavelaar verbindt zich er toe om de wegenis- en rioleringswerken als opdrachtgever te blijven opvolgen tot en met de definitieve oplevering. Hij zal alle prestaties leveren of kosten dragen die noodzakelijk zijn tot het PV van definitieve oplevering is opgemaakt en door het stadsbestuur aanvaard is.
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening 1/9/2009 en zijn latere wijzigingen;
Overeenkomstig artikel 2.3.2§2 van de VCRO kan de gemeenteraad stedenbouwkundige verordeningen vaststellen voor de materie omschreven in artikel 2.3.1, in artikel 4.2.5 en in artikel 4.4.1, § 3, tweede lid, voor het gehele grondgebied van de gemeente of voor een deel waarvan hij de grenzen bepaalt met naleving van de door de Vlaamse Regering en de provincieraad vastgestelde stedenbouwkundige verordeningen;
Gelet op de oorspronkelijke parkeerverordening die dateert van december 2007 en die eigenlijk een belasting betrof op de ontbrekende parkeerplaatsen. Aangezien dit gemeenteraadsbesluit verouderd is en geen rekening houdt met bepaalde voorzieningen en andere vervoersmodi, was het bijgevolg wenselijk om het belastingsreglement op de ontbrekende parkeerplaatsen aan te passen aan de huidige normen en vervoersmodi. In de gemeentelijke stedenbouwkundige inzake het parkeren en stallen van auto's en fietsen verordening werden er meer activiteiten opgenomen en werden ook normen opgelegd voor het aantal fietsenstallingen bij de verschillende activiteiten.
Gelet op de goedkeuring van de plan-mer-screening die werd opgemaakt voor deze gemeentelijke stedenbouwkundige verordening door de dienst MER dd 4/3/2021.
Gelet op de adviezen van het departement, de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen en van de GECORO (Omgevingsraad) en de aanpassing van de verordening aan deze adviezen;
Gelet op het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 5/7/2021 tot en met 3/8/2021 en dat er gedurende dit openbaar onderzoek geen bezwaren of opmerkingen werden ingediend.
De oorspronkelijke parkeerverordening dateert van december 2007. Het betreft een belasting op de ontbrekende parkeerplaatsen. In dit gemeenteraadsbesluit is er sprake van parkeernormen die voorzien moeten worden bij bepaalde functies. Dit gemeenteraadsbesluit is verouderd en houdt nog geen rekening met bepaalde voorzieningen en andere vervoersmodi. Het is dan ook wenselijk om de eerder bestaande parkeernorm uit te breiden voor andere vervoersmodi zoals de fiets en ook voor meerdere activiteiten.
Het college van burgemeester en schepen was belast met het opmaken van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.
Aangezien de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening mogelijk ook het kader vormt voor de toekenning van vergunningen, werd een plan-mer screening opgemaakt. Deze werd door de dienst MER goedgekeurd dd. 4/3/2021.
Vervolgens werd de verordening inzake het parkeren en stallen van auto’s en fietsen voor advies voorgelegd aan het departement, de deputatie en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. De verordening werd aangepast aan deze adviezen.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 5/07/2021 tot en met 3/08/2021. Er werden geen bezwaren ingediend gedurende het openbaar onderzoek.
In de nieuwe stedenbouwkundige verordening werden er meer activiteiten opgenomen en werden er ook normen opgelegd voor het aantal fietsenstallingen bij de verschillende activiteiten.
De nieuwe parkeernormen voldoen aldus beter aan de hedendaagse activiteiten en vervoersmodi en dragen minstens bij tot het stimuleren van het fietsgebruik.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het parkeren en stallen van auto’s en fietsen definitief vast te stellen.
De gemeenteraad neemt akte van het gehouden openbaar onderzoek en het feit dat er geen bezwaren werden ingediend.
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het parkeren en stallen van auto's en fietsen definitief vast.
Het dossier dient verder aan de wettelijk vastgestelde procedure onderworpen te worden.
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op het Besluit van, de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2015 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de omzendbrief VR 2004/26 van 4 juni 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006 betreffende de inwerkintreding van sommige bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de aanpassing van de statuten van de interlokale vereniging van 1 januari 2015 en in het bijzonder artikel 13 en 16;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de algemene statutaire vergadering van het beheerscomité van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Schelde - Durme op 22 april 2021;
Overwegende dat de resultaten rekening 2020, balans 2020 en het jaarverslag 2020 van de Interlokale Vereniging jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten;
Overwegende dat de begroting 2021 ter kennisname wordt voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten;
Overwegende dat de Interlokale Vereniging de rekening aan de participerende gemeenten uiterlijk binnen de zes maanden na afsluiting van het voorgaande werkjaar bezorgt;
Overwegende dat de jaarrekening (resultatenrekening en balans) en het jaarverslag goedgekeurd is indien de gewone meerderheid van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten ze goedkeurt;
Overwegende dat het eventueel positief resultaat van de rekening in de vereniging blijft en wordt aangewend voor de realisatie van de doelstelling van de vereniging;
Overwegende dat in de begroting 2020 budget werd voorzien voor de reguliere werking;
Overwegende er wegens Corona niet veel is kunnen doorgaan en desondanks de begroting in evenwicht is;
De resultatenrekening, balans en het jaarverslag van het voorgaande jaar en de begroting voor het komende jaar van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Schelde Durme worden jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. De Interlokale Vereniging bezorgt de rekening aan de participerende gemeenten uiterlijk binnen de zes maanden na afsluiting van het voorgaande werkjaar.
Op 22 april 2021 vond de algemene statutaire vergadering van het beheerscomité van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Schelde plaats en werden de rekeningen en de begroting voor het komende werkjaar principieel goedgekeurd.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de financiële resultaten van 2020 goed te keuren en akte te nemen van het budget 2021.
De financiële resultaten 2020 worden goedgekeurd en er wordt akte genomen van de begroting 2021 voor Interlokale Vereniging Burensportdienst Schelde-Durme.
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het KB d.d. 30 maart 2001, laatst gewijzigd bij KB van 14 april 2013, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Gelet op art. VI.II.44 tot VI.II.45 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 waarbij de gemeenteraad een plaatselijke selectiecommissie kan samenstellen voor personeelsleden van niveau A van de lokale politie;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Overwegende dat de plaatselijke selectiecommissie voor de personeelsleden van het officierenkader en voor personeelsleden van niveau A van de lokale politie dient samengesteld te zijn uit maximum vijf leden, de voorzitter inbegrepen en derwijze moet samengesteld zijn uit een onpaar aantal leden, de voorzitter inbegrepen:
- de korpschef of de door hem aangewezen officier, voorzitter;
- minstens twee, maximum vier bijzitters die moeten doen blijken van een voor de opdracht van de plaatselijke selectiecommissie voor personeelsleden van niveau A van de lokale politie relevante beroepservaring;
- ten minste één van de leden een personeelslid van het administratief en logistiek kader van een korps van de lokale politie dat ten miste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking.
- een secretaris, aangewezen door de Korpschef, staat elke plaatselijke selectiecommissie van de lokale politie bij;
Overwegende dat één vacature adviseur-diensthoofd klasse 2 (niveau A) dienst beleidsondersteuning en beheer PLIF vacant werd verklaard in de mobiliteitsoproep gekend onder het nummer 2021-02;
Overwegende dat er via de mobiliteit geen kandidaten waren en daardoor de plaats vacant is verklaard via jobpol voor externe kandidaten;
Er werd een vacature adviseur-diensthoofd klasse 2 (niveau A)dienst beleidsondersteuning en beheer PLIF vacant verklaard, zowel in de mobiliteitsoproep gekend onder nummer 2021-02 als extern via jobpol.
Via de mobiliteit waren er geen kandidaten voor deze functie, via jobpol zijn er 6 kandidaten.
Het betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De plaatselijke selectiecommissie voor de personeelsleden van niveau A van de lokale politie dient samengesteld te zijn uit maximum vijf leden, de voorzitter inbegrepen en derwijze moet samengesteld zijn uit een onpaar aantal leden, de voorzitter inbegrepen :
- de korpschef of de door hem aangewezen officier, voorzitter;
- minstens twee, maximum vier bijzitters die moeten doen blijken van een voor de opdracht van de plaatselijke selectiecommissie voor personeelsleden van niveau A van de lokale politie relevante beroepservaring;
- ten minste één van de leden een personeelslid van het administratief en logistiek kader van een korps van de lokale politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking;
- een secretaris, aangewezen door de Korpschef, staat elke plaatselijke selectiecommissie van de lokale politie bij;
De heer Dirk De Paepe, Korpschef, stelt voor om volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de plaatselijke selectiecommissie voor personeelsleden van niveau A en deze plaatselijke selectiecommissie zal bestaan uit volgende leden:
- Dirk De Paepe, Korpschef, voorzitter
- Veerle Van Raemdonck, Adviseur niveau A, PZ Kruibeke/Temse, bijzitter
- Sylvie Michiels, Adviseur niveau A,PZ Hamme/Waasmunster, bijzitter
- Annick Geers, 1e consulent dienst personeel/planning PLIF, secretaris
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de samenstelling van de selectiecommissie goed te keuren.
Zich akkoord verklaren met de samenstelling van de selectiecommissie voor de aanwerving van één adviseur-diensthoofd klasse 2 (niveau A) dienst beleidsondersteuning en beheer PLIF:
- Voorzitter : de heer Dirk De Paepe, Korpschef PZ Lokeren;
- Extern lid : mevrouw Veerle Van Raemdonck, Adviseur niveau A PZ Kruibeke/Temse;
- Lid : mevrouw Sylvie Michiels, 1e Adviseur niveau A PZ Hamme/Waasmunster;
- Secretaris : mevrouw Annick Geers, 1e consulent PZ Lokeren
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het KB d.d. 30 maart 2001, laatst gewijzigd bij KB van 14 april 2013, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Gelet op art. VI.II.44 tot VI.II.45 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 waarbij de gemeenteraad een plaatselijke selectiecommissie kan samenstellen voor personeelsleden van niveau A van de lokale politie;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Overwegende dat de plaatselijke selectiecommissie voor de personeelsleden van het officierenkader en voor personeelsleden van niveau A van de lokale politie dient samengesteld te zijn uit maximum vijf leden, de voorzitter inbegrepen en derwijze moet samengesteld zijn uit een onpaar aantal leden, de voorzitter inbegrepen:
- de korpschef of de door hem aangewezen officier, voorzitter;
- minstens twee, maximum vier bijzitters die moeten doen blijken van een voor de opdracht van de plaatselijke selectiecommissie voor personeelsleden van niveau A van de lokale politie relevante beroepservaring;
- ten minste één van de leden een personeelslid van het administratief en logistiek kader van een korps van de lokale politie dat ten miste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking.
- een secretaris, aangewezen door de Korpschef, staat elke plaatselijke selectiecommissie van de lokale politie bij;
Overwegende dat één vacature adviseur-jurist klasse 2 (niveau A)vacant werd verklaard in de mobiliteitsoproep gekend onder het nummer 2021-02;
Overwegende dat er via de mobiliteit geen kandidaten waren en daardoor de plaats vacant is verklaard via jobpol voor externe kandidaten;
Er werd een vacature adviseur-jurist/DPO klasse 2 (niveau A)vacant verklaard, zowel in de mobiliteitsoproep gekend onder nummer 2021-02 als extern via jobpol.
Via de mobiliteit waren er geen kandidaten voor deze functie, via jobpol zijn er 6 kandidaten.
Het betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De plaatselijke selectiecommissie voor de personeelsleden van niveau A van de lokale politie dient samengesteld te zijn uit maximum vijf leden, de voorzitter inbegrepen en derwijze moet samengesteld zijn uit een onpaar aantal leden, de voorzitter inbegrepen :
- de korpschef of de door hem aangewezen officier, voorzitter;
- minstens twee, maximum vier bijzitters die moeten doen blijken van een voor de opdracht van de plaatselijke selectiecommissie voor personeelsleden van niveau A van de lokale politie relevante beroepservaring;
- ten minste één van de leden een personeelslid van het administratief en logistiek kader van een korps van de lokale politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking;
- een secretaris, aangewezen door de Korpschef, staat elke plaatselijke selectiecommissie van de lokale politie bij;
De heer Dirk De Paepe, Korpschef, stelt voor om volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de plaatselijke selectiecommissie voor personeelsleden van niveau A en deze plaatselijke selectiecommissie zal bestaan uit volgende leden:
- Dirk De Paepe, Korpschef, voorzitter
- Christine van Dam, Adviseur-jurist niveau A, PZ Regio Puyenbroeck, bijzitter
- Sylvie Michiels, 1e Adviseur niveau A,PZ Hamme/Waasmunster, bijzitter
- Annick Geers, 1e consulent dienst personeel/planning PLIF, secretaris
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de samenstelling van de selectiecommissie goed te keuren.
Zich akkoord verklaren met de samenstelling van de selectiecommissie voor de aanwerving van één adviseur-jurist/DPO klasse 2 (niveau A):
- Voorzitter : de heer Dirk De Paepe, Korpschef PZ Lokeren;
- Extern lid : mevrouw Christine van Dam, Adviseur-jurist niveau A PZ Regio Puyenbroeck;
- Lid : mevrouw Sylvie Michiels, A 1e adviseur niveau A PZ Hamme/Waasmunster;
- Secretaris : mevrouw Annick Geers, 1e consulent PZ Lokeren
Gelet op het besluit van de Burgemeester d.d. 22 februari 2021 inzake de benoeming van een hoofdinspecteur van politie dienst interventie met ingang van 1 juli 2021
Overwegende dat deze inspecteur van politie op 1 oktober 2020 is gestart met de basisopleiding van hoofdinspecteur en op 30 juni 2021 geslaagd is in deze opleiding;
Overwegende dat deze inspecteur van politie voorheen was tewerkgesteld op de dienst interventie;
dat er bijgevolg één betrekking van inspecteur van politie, dienst interventie, vacant is binnen de formatie van het operationeel personeel;
Overwegende dat het geen gespecialiseerde betrekking betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het KB d.d. 30 maart 2001, laatst gewijzigd bij K.B. van 14 april 2013, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekking, de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- of er een wervingsreserve wordt aangelegd voor een gelijkwaardige functionaliteit;
dat indien een beslissing genomen wordt om een wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
Overwegende dat voorgesteld wordt om een wervingsreserve vast te stellen;
Gelet op het KB van 14 april 2013 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangaande de eerste aanwijzing van de personeelsleden van het operationeel kader en het MB van 16 april 2013 tot wijziging van het UBPOL;
Overwegende dat ingevolge voormelde besluiten, voor wat het basiskader van de politiediensten betreft, verschillende aanwervingscategorieën werden ingevoerd die van toepassing zijn op de aspiranten-inspecteur die deelnemen aan een basisopleiding die begint op of na 1 september 2013;
dat de politiediensten zich nu na een vruchteloze mobiliteitsronde kunnen engageren om een beroep te doen op bijkomende aanwerving (art. VI.II.4 RPPol - categorie E) of op onmiddellijke toelating (art. VI.II.4bis RPPol - categorie B) of op de organisatie van de aan de aspiranten-inspecteur voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd en de, in voorkomend geval, navolgende ambtshalve aanwijzing (art. VI.II.4ter en art. VI.II.4quater RPPol - categorie C);
Overwegende dat de gemeenteraad hiertoe - bij toepassing van art. IV.I.3 van het KB d.d. 30 maart 2001 - de minister het aantal vacante betrekkingen bezorgt die niet overeenkomstig de regeling inzake de mobiliteit bedoeld in deel VI, titel II, hoofdstuk II kunnen worden ingevuld; dat de gemeenteraad tevens dient aan te geven of al dan niet een beroep wordt gedaan op de onmiddellijke toelating bedoeld in artikel IV.I.33, §1, eerste lid;
Overwegende dat de heer Dirk De Paepe, korpschef, voorstelt om voor deze betrekking van inspecteur van politie - dienst interventie, indien er geen kandidaten worden weerhouden na de klassieke mobiliteitscyclus, een beroep te doen op de onmiddellijke toelating, nl. categorie B;
Overwegende dat wordt voorgesteld om bij eventueel gebrek aan een categorie B ook de mogelijkheid te voorzien om een beroep te doen op de organisatie van de aan de aspiranten-inspecteur voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd, nl. categorie C;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het K.B. van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten;
Op 1 oktober 2020 is een inspecteur van politie, dienst interventie, gestart aan de basisopleiding tot middenkader. Op 30 juni 2021 is hij geslaagd in die opleiding.
Op 1 juli 2021 is hij benoemd tot hoofdinspecteur van politie, dienst interventie.
Bijgevolg is er een betrekking van inspecteur van politie – dienst interventie vrijgekomen.
De functie van inspecteur van politie – dienst interventie is geen gespecialiseerde betrekking.
De heer Dirk De Paepe, Korpschef, stelt voor om deze betrekking vacant te verklaren via de mobiliteitsregeling, waarvan de nadere regels worden vastgesteld bij KB van 20 november 2001 en volgende selectiewijze vast te stellen nl.
- Het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef of zijn gemachtigde.
Er wordt voorgesteld een wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan met de voorgestelde vacantverklaring, de selectiewijze en het aanleggen van een wervingsreserve voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
In de formatie van het operationeel personeel van de politie één betrekking van inspecteur van politie - dienst interventie vacant te verklaren.
Het betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Volgende selectiewijze vast te stellen:
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef of zijn gemachtigde
Een wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Een beroep te doen op de onmiddellijke toelating, zoals bedoeld in artikel IV.I.33 §1, eerste lid van de RPPol (categorie B), wanneer de in art. 1 vermelde betrekking niet kan worden ingevuld overeenkomstig de regeling inzake de mobiliteit bedoeld in deel VI, titel II, hoofdstuk II, RPPol.
Bij gebrek aan een categorie B zal een beroep worden gedaan op de organisatie van de aan de aspiranten-inspecteur voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd en de, in voorkomend geval, navolgende ambtshalve aanwijzing, zoals bedoeld in art. VI.II.4ter en art. VI.II.4quater RPPol - categorie C.
De bevoegde minister zal hiervan - na een vruchteloze mobiliteitsronde - in kennis worden gesteld aan de hand van de bijlage bij de ministeriële omzendbrief GPI73 van 14 mei 2013.
Gelet op het besluit van de Burgemeester dd. 22/02/2021 waarbij een hoofdinspecteur van politie met ingang van 1 juli 2021 benoemd werd als hoofdinspecteur adjunct-directeur operaties;
Overwegende dat deze inspecteur van politie op 1 oktober 2020 is gestart met de basisopleiding van hoofdinspecteur en op 30 juni 2021 geslaagd is in deze opleiding;
Overwegende dat deze inspecteur van politie voorheen was tewerkgesteld op de dienst recherche;
dat er bijgevolg één betrekking van inspecteur van politie, dienst recherche, vacant is binnen de formatie van het operationeel personeel;
Overwegende dat dit een gespecialiseerde betrekking betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het KB d.d. 30 maart 2001, laatst gewijzigd bij K.B. van 14 april 2013, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekking, de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- of er een wervingsreserve wordt aangelegd voor een gelijkwaardige functionaliteit;
dat indien een beslissing genomen wordt om een wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
Overwegende dat voorgesteld wordt om een wervingsreserve vast te stellen;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op het KB van 14 april 2013 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangaande de eerste aanwijzing van de personeelsleden van het operationeel kader en het MB van 16 april 2013 tot wijziging van het UBPOL;
Gelet op het K.B. van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten;
Op 1 oktober 2020 is een inspecteur van politie, dienst recherche, gestart aan de basisopleiding tot middenkader. Op 30 juni 2021 is hij geslaagd in die opleiding.
Op 1 juli 2021 is hij benoemd tot hoofdinspecteur van politie, adjunct-directeur operaties.
Bijgevolg is er een betrekking van inspecteur van politie – dienst recherche vrijgekomen.
De functie van inspecteur van politie – dienst recherche is een gespecialiseerde betrekking.
De heer Dirk De Paepe, Korpschef, stelt voor om deze betrekking vacant te verklaren via de mobiliteitsregeling, waarvan de nadere regels worden vastgesteld bij KB van 20 november 2001 en volgende selectiewijze vast te stellen nl.
- Het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef of zijn gemachtigde.
Er wordt voorgesteld een wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan met de voorgestelde vacantverklaring, de selectiewijze en het aanleggen van een wervingsreserve voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
In de formatie van het operationeel personeel van de politie één betrekking van inspecteur van politie - dienst recherche vacant te verklaren.
Het betreft een gespecialiseerde betrekking.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Volgende selectiewijze vast te stellen:
- Het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef of zijn gemachtigde.
Een wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Gelet op het besluit Burgemeester van 26 juli 2021 waarbij een inspecteur van politie, dienst interventie, vrijwillig ontslag wenst te nemen uit zijn functie met ingang van 1 september 2021;
Overwegende dat bijgevolg één betrekking van inspecteur van politie, dienst interventie, vacant dient te worden verklaard binnen het operationeel personeel van politie Lokeren;
Overwegende dat het geen gespecialiseerde betrekking betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het KB d.d. 30 maart 2001, laatst gewijzigd bij K.B. van 14 april 2013, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekking, de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- of er een wervingsreserve wordt aangelegd voor een gelijkwaardige functionaliteit;
dat indien een beslissing genomen wordt om een wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
Overwegende dat voorgesteld wordt om een wervingsreserve vast te stellen;
Gelet op het KB van 14 april 2013 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangaande de eerste aanwijzing van de personeelsleden van het operationeel kader en het MB van 16 april 2013 tot wijziging van het UBPOL;
Overwegende dat ingevolge voormelde besluiten, voor wat het basiskader van de politiediensten betreft, verschillende aanwervingscategorieën werden ingevoerd die van toepassing zijn op de aspiranten-inspecteur die deelnemen aan een basisopleiding die begint op of na 1 september 2013;
dat de politiediensten zich nu na een vruchteloze mobiliteitsronde kunnen engageren om een beroep te doen op bijkomende aanwerving (art. VI.II.4 RPPol - categorie E) of op onmiddellijke toelating (art. VI.II.4bis RPPol - categorie B) of op de organisatie van de aan de aspiranten-inspecteur voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd en de, in voorkomend geval, navolgende ambtshalve aanwijzing (art. VI.II.4ter en art. VI.II.4quater RPPol - categorie C);
Overwegende dat de gemeenteraad hiertoe - bij toepassing van art. IV.I.3 van het KB d.d. 30 maart 2001 - de minister het aantal vacante betrekkingen bezorgt die niet overeenkomstig de regeling inzake de mobiliteit bedoeld in deel VI, titel II, hoofdstuk II kunnen worden ingevuld; dat de gemeenteraad tevens dient aan te geven of al dan niet een beroep wordt gedaan op de onmiddellijke toelating bedoeld in artikel IV.I.33, §1, eerste lid;
Overwegende dat de heer Dirk De Paepe, korpschef, voorstelt om voor deze betrekking van inspecteur van politie - dienst interventie, indien er geen kandidaten worden weerhouden na de klassieke mobiliteitscyclus, een beroep te doen op de onmiddellijke toelating, nl. categorie B;
Overwegende dat wordt voorgesteld om bij eventueel gebrek aan een categorie B ook de mogelijkheid te voorzien om een beroep te doen op de organisatie van de aan de aspiranten-inspecteur voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd, nl. categorie C;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het K.B. van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten;
Een inspecteur van politie heeft zijn ontslag gegeven met ingang van 1 september 2021 uit zijn functie als inspecteur interventie.
De vrijgekomen betrekking wordt aldus vacant verklaard als een betrekking van inspecteur van politie – dienst interventie.
De functie van inspecteur van politie – dienst interventie is geen gespecialiseerde betrekking.
De heer Dirk De Paepe, Korpschef, stelt voor om deze betrekking vacant te verklaren via de mobiliteitsregeling, waarvan de nadere regels worden vastgesteld bij KB van 20 november 2001 en volgende selectiewijze vast te stellen nl.
- Het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef of zijn gemachtigde.
Er wordt voorgesteld een wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan met de voorgestelde vacantverklaring, de selectiewijze en het aanleggen van een wervingsreserve voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
In de formatie van het operationeel personeel van de politie één betrekking van inspecteur van politie - dienst interventie vacant te verklaren.
Het betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Volgende selectiewijze vast te stellen:
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef of zijn gemachtigde;
Een wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Een beroep te doen op de onmiddellijke toelating, zoals bedoeld in artikel IV.I.33 §1, eerste lid van de RPPol (categorie B), wanneer de in art. 1 vermelde betrekking niet kan worden ingevuld overeenkomstig de regeling inzake de mobiliteit bedoeld in deel VI, titel II, hoofdstuk II, RPPol.
Bij gebrek aan een categorie B zal een beroep worden gedaan op de organisatie van de aan de aspiranten-inspecteur voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd en de, in voorkomend geval, navolgende ambtshalve aanwijzing, zoals bedoeld in art. VI.II.4ter en art. VI.II.4quater RPPol - categorie C.
De bevoegde minister zal hiervan - na een vruchteloze mobiliteitsronde - in kennis worden gesteld aan de hand van de bijlage bij de ministeriële omzendbrief GPI73 van 14 mei 2013.
Overwegende dat het geen gespecialiseerde betrekking betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het KB d.d. 30 maart 2001, laatst gewijzigd bij K.B. van 14 april 2013, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekking, de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- of er een wervingsreserve wordt aangelegd voor een gelijkwaardige functionaliteit;
dat indien geen beslissing genomen wordt om geen wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
Overwegende dat voorgesteld wordt om een wervingsreserve vast te stellen;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op het K.B. van 14 april 2013 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangaande de eerste aanwijzing van de personeelsleden van het operationeel kader en het M.B. van 16 april 2013 tot wijziging van het UBPOL;
Gelet op het K.B. van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Vanaf 1 januari 2022 geniet een hoofdinspecteur van het stelsel van non-activiteit voorafgaand aan de pensionering dat werd toegestaan (besluit Burgemeester d.d. 26 juli 2021).
Deze hoofdinspecteur was voorheen tewerkgesteld als hoofdinspecteur van politie op de dienst interventie.
De functie van hoofdinspecteur van politie – dienst interventie is geen gespecialiseerde functie.
De heer Dirk De Paepe, Korpschef, stelt voor om deze betrekking vacant te verklaren via de mobiliteitsregeling, waarvan de nadere regels worden vastgesteld bij KB van 20 november 2001 en volgende selectiewijze vast te stellen nl.
- Het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking valt
- Het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef of zijn gemachtigde
Er wordt voorgesteld een wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan met de voorgestelde vacant verklaring, de selectiewijze en het aanleggen van een wervingsreserve voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
In de formatie van het operationeel personeel van de politie een betrekking van hoofdinspecteur van politie - dienst interventie vacant te verklaren.
Het betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking valt;
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef of zijn gemachtigde.
Een wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Artikel 75 van het politiereglement, door de raad goedgekeurd op 18 december 2018, behelst de toegang tot de openbare parken en stelt: “Behoudens schriftelijke vergunning door de burgemeester of zijn gemachtigde is het verboden zich in de parken te bevinden buiten de voorgeschreven uren die als volgt bepaald worden: van 01/11 tot 31/03 van 8 tot 18 uur en van 01/04 tot 31/10 van 6 tot 22 uur. De vergunning moet minimum 1 maand op voorhand worden gevraagd op de dienst secretariaat van het stadsbestuur Lokeren door middel van een voorgeschreven formulier.”
Intussen is in het Josephine Charlottepark een goed verlicht wandel- en fietspad aangelegd tussen de Markt en de Durmedijk en zo richting de fietsbrug over de Durme en de F4-fietssnelweg (en omgekeerd). We vragen dat in het bestaande politiereglement een uitzondering gemaakt wordt voor dit fiets- en wandelpad. Het lijkt ons, gegeven de huidige situatie, aangewezen om het gebruik van dit wandel- en fietspad de klok rond toe te laten. De borden aan de ingangen van het park zouden dan ook in die zin moeten worden aangepast of verwijderd.
De Groenfractie stelt dus voor om artikel 75 van het politiereglement als volgt te amenderen: “Behoudens schriftelijke vergunning door de burgemeester of zijn gemachtigde is het verboden zich in de parken te bevinden buiten de voorgeschreven uren die als volgt bepaald worden: van 01/11 tot 31/03 van 8 tot 18 uur en van 01/04 tot 31/10 van 6 tot 22 uur. De vergunning moet minimum 1 maand op voorhand worden gevraagd op de dienst secretariaat van het stadsbestuur Lokeren door middel van een voorgeschreven formulier. Uitzondering wordt hierbij gemaakt voor de fiets- en wandelweg door het Josephine Charlottepark. Voor het gebruik hiervan worden geen tijdsbeperkingen opgelegd.”
Artikel 75 van het politiereglement, door de raad goedgekeurd op 18 december 2018, behelst de toegang tot de openbare parken en stelt: “Behoudens schriftelijke vergunning door de burgemeester of zijn gemachtigde is het verboden zich in de parken te bevinden buiten de voorgeschreven uren die als volgt bepaald worden: van 01/11 tot 31/03 van 8 tot 18 uur en van 01/04 tot 31/10 van 6 tot 22 uur. De vergunning moet minimum 1 maand op voorhand worden gevraagd op de dienst secretariaat van het stadsbestuur Lokeren door middel van een voorgeschreven formulier.”
Intussen is in het Josephine Charlottepark een goed verlicht wandel- en fietspad aangelegd tussen de Markt en de Durmedijk en zo richting de fietsbrug over de Durme en de F4-fietssnelweg (en omgekeerd). We vragen dat in het bestaande politiereglement een uitzondering gemaakt wordt voor dit fiets- en wandelpad. Het lijkt ons, gegeven de huidige situatie, aangewezen om het gebruik van dit wandel- en fietspad de klok rond toe te laten. De borden aan de ingangen van het park zouden dan ook in die zin moeten worden aangepast of verwijderd.
De Groenfractie stelt dus voor om artikel 75 van het politiereglement als volgt te amenderen: “Behoudens schriftelijke vergunning door de burgemeester of zijn gemachtigde is het verboden zich in de parken te bevinden buiten de voorgeschreven uren die als volgt bepaald worden: van 01/11 tot 31/03 van 8 tot 18 uur en van 01/04 tot 31/10 van 6 tot 22 uur. De vergunning moet minimum 1 maand op voorhand worden gevraagd op de dienst secretariaat van het stadsbestuur Lokeren door middel van een voorgeschreven formulier. Uitzondering wordt hierbij gemaakt voor de fiets- en wandelweg door het Josephine Charlottepark. Voor het gebruik hiervan worden geen tijdsbeperkingen opgelegd.”
De gemeenteraad gaat akkoord met de wijziging van artikel 75 van het politiereglement als volgt: “Behoudens schriftelijke vergunning door de burgemeester of zijn gemachtigde is het verboden zich in de parken te bevinden buiten de voorgeschreven uren die als volgt bepaald worden: van 01/11 tot 31/03 van 8 tot 18 uur en van 01/04 tot 31/10 van 6 tot 22 uur. De vergunning moet minimum 1 maand op voorhand worden gevraagd op de dienst secretariaat van het stadsbestuur Lokeren door middel van een voorgeschreven formulier. Uitzondering wordt hierbij gemaakt voor de fiets- en wandelweg door het Josephine Charlottepark. Voor het gebruik hiervan worden geen tijdsbeperkingen opgelegd.”
Voor het vragenuurtje van de volgende GR wou ik namens mijn fractie graag ingaan op de omzendbrief van het parket Oost-Vlaanderen van eind 2019 betreffende de aanpak van het fenomeen 'onaangepast' of 'asociaal' rijgedrag en het protocolakkoord dat in navolging hiervan is ondertekend door politiezones (waaronder Lokeren) en het parket. Ik wil daaraan graag twee vragen koppelen:
1. m.b.t. de implementatie van deze omzendbrief in onze stad, nu uit een antwoord van de politie op een vraag van mij blijkt dat van de mogelijkheid tot inbeslagname van voertuigen amper gebruik wordt gemaakt (één geval, in 2020)
2. over de mogelijkheid die de omzendbrief geeft om op te treden tegen de zogeheten 'knalpotterreur', naar het voorbeeld van Gent, Antwerpen en Mechelen
Lokeren heeft het Bindend Sociaal Objectief reeds behaald. Desalniettemin kent onze stad een lange wachtlijst voor een sociale woning en duurt het daarenboven heel lang vooraleer mensen van deze wachtlijst raken en een woning toegewezen kregen.
Hierbij volgende vragen:
Hierbij ook nog de volgende suggestie vanuit onze fractie: