Per brief van 27 mei 2020 ontving Stad Lokeren d.d. 29 mei 2020 van de Federale dienst Gouverneur Oost-Vlaanderen de goedkeuring van de jaarrekening 2018 van de Politie. In deze briefwisseling stond eveneens vermeld dat was vastgesteld dat in de loop van 2019 een nieuwe bijzondere rekenplichtige werd aangesteld en tot op heden nog geen eindafrekening van de vorige bijzondere rekenplichtige werd ontvangen.
Dergelijke eindrekening is onderworpen aan het federaal goedkeuringstoezicht (cf. artikel 81 WGP). Er wordt verzocht door de Gouverneur Oost-Vlaanderen dit dossier zo spoedig mogelijk aan het ambt van de dienst Gouverneur Oost-Vlaanderen voor te leggen.
Het opmaken van een eindrekening is een verplichting conform artikels 77 tot en met 82 van het ARPC.
Omdat de uittredende bijzondere rekenplichtige zich in de onmogelijkheid bevindt om de eindrekening op te maken, dienden alle vereiste bewarende maatregelen getroffen te worden en diende een inventaris opgemaakt te worden door bemiddeling van het college.
Een exemplaar van deze eindrekening werd de uittredende bijzondere rekenplichtige of aan zijn rechtverkrijgenden ter hand gesteld, met verzoek hun opmerkingen te formuleren binnen dertig dagen. Er werden geen opmerkingen ontvangen van de uittredende bijzondere rekenplichtige en de eindrekening wordt nu voorgelegd aan de raad, die ze voorlopig afsluit.
Gelet op de aanstelling van de nieuwe financieel directeur en bijzondere rekenplichtige Dieter Saey - Van Peteghem op 1 juli 2019;
Gelet op de brief van 29 mei 2020 van de Federale dienst Gouverneur Oost-Vlaanderen ter goedkeuring van de jaarrekening 2018 van de politiezone Lokeren;
Gelet op artikel 78 §3 van het ARPC dat wanneer de uittredende bijzondere rekenplichtige zich in de onmogelijkheid bevindt om de eindrekening op te maken het college die rekening opmaakt.
Gelet op artikel 80 van het ARPC, meer specifiek 3° dat vermeldt dat 'de fondsen, waarden, effecten en boekhoudingsstukken overhandigd werden aan de aantredende bijzondere rekenplichtige en dat hij de verbintenis aangaat in de volgende jaarrekeningen de verrichtingen, aangehaald in lid 1, 3°, te verantwoorden, onder voorbehoud van alle rechten in geval van vergissing, verzuim, valsheid in geschriften of onnodige herhalingen.'
De gemeenteraad sluit de opgemaakte eindrekening door bemiddeling van het CBS voorlopig af.
Een exemplaar van de eindrekening werd de uittredende bijzondere rekenplichtige of aan zijn rechtverkrijgenden ter hand gesteld, met verzoek hun opmerkingen te formuleren binnen dertig dagen. De uittredende bijzondere rekenplichtige heeft geen opmerkingen geformuleerd.
Conform artikel 80 van het ARPC, meer specifiek 3°, werden de fondsen, waarden, effecten en boekhoudingsstukken op 1 juli 2019 overhandigd aan de aantredende bijzondere rekenplichtige door het college van burgemeester en schepenen.
De aantredende bijzondere rekenplichtige verklaart dat hij sinds 1 juli 2019 de verbintenis aangaat om in de volgende jaarrekeningen de verrichtingen, aangehaald in lid 1, 3°, te verantwoorden, onder voorbehoud van alle rechten in geval van vergissing, verzuim, valsheid in geschriften of onnodige herhalingen.
Hiervoor werd onder voorbehoud van alle rechten in geval van vergissing, verzuim, valsheid in geschriften of onnodige herhalingen een kastoestand voor datum van 30 juni 2019 op datum van 23 december 2020 opgemaakt door de aantredende bijzondere rekenplichtige.
Voor goedkeuring worden aan de Gouverneur van Oost-Vlaanderen bezorgd:
- een afschrift van dit besluit
- de eindrekening
- de kastoestand op 30 juni 2019 opgesteld door de aantredende bijzondere rekenplichtige
- een samenvattend overzicht elektronisch via e-mailadres toezicht.OVL@ibz.fgov.be