Gelet op het besluit Burgemeester van 23 februari 2021 waarbij een statutair adviseur klasse 2 dienst Beheer PLIF & Beleidsondersteuning ontslagen werd met ingang van 1 maart 2021;
Overwegende dat bijgevolg één statutaire betrekking van adviseur klasse 2 dienst Beheer PLIF & Beleidsondersteuning, vacant dient te worden verklaard binnen de statutaire personeelsformatie van het administratief en logistiek personeel van de PZ Lokeren;
Overwegende dat het geen gespecialiseerde betrekking betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het KB d.d. 30 maart 2001, laatst gewijzigd bij K.B. van 14 april 2013, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekkingen, de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- of er een wervingsreserve wordt aangelegd voor een gelijkwaardige functionaliteit;
dat indien geen beslissing genomen wordt om geen wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
- over de samenstelling van de bevoegde selectiecommissie dan wel of een beroep wordt gedaan op de nationale selectiecommissie voor personeelsleden van niveau A van de lokale politie bedoeld in artikelen VI.II.41 tot VI.II.51 van voornoemd KB;
Overwegende dat de selectiecommissie voor de personeelsleden van niveau A van de lokale politie dient samengesteld te zijn uit maximum vijf leden, de voorzitter inbegrepen en derwijze moet samengesteld zijn uit een onpaar leden, de voorzitter inbegrepen;
1e de korpschef of de door hem aangewezen officier of lid van niveau A van het CALog, voorzitter;
2e minstens één, maximum drie officieren van een korps van de lokale politie;
3e minstens één lid van het CALog van de lokale politie, niveau A;
4e een secretaris, aangewezen door de korpschef, staat elke plaatselijke selectiecommissie van de lokale politie bij;
Overwegende dat voorgesteld wordt om geen wervingsreserve vast te stellen;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op het K.B. van 14 april 2013 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangaande de eerste aanwijzing van de personeelsleden van het operationeel kader en het MB van 16 april 2013 tot wijziging van het UBPOL;
Gelet op het K.B. van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het K.B. van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Na het ontslag, met ingang van 1 maart 2021, van een adviseur-diensthoofd klasse 2 (niveau A), dienst Beleidsondersteuning & PLIF (personeel, logistiek, informatica en financiën), komt er één betrekking vrij van adviseur-diensthoofd klasse 2 (niveau A) dienst Beheer PLIF & Beleidsondersteuning.
De vrijgekomen betrekking ingevolge dit ontslag wordt aldus vacant verklaard als een betrekking van adviseur-diensthoofd klasse 2 (niveau A), dienst Beheer PLIF & Beleidsondersteuning.
De adviseur-diensthoofd klasse 2 (niveau A), dienst Beheer PLIF & Beleidsondersteuning betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De heer Dirk De Paepe, Korpschef, stelt voor om deze betrekking vacant te verklaren via de mobiliteitsregeling, waarvan de nadere regels worden vastgesteld bij KB van 20 november 2001.
Aan de raad wordt voorgesteld om volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de plaatselijke selectiecommissie voor personeelsleden van niveau A;
De selectiecommissie voor de personeelsleden van niveau A van de lokale politie dient samengesteld te zijn uit maximum vijf leden, de voorzitter inbegrepen en derwijze moet samengesteld zijn uit een onpaar leden, de voorzitter inbegrepen;
1e de korpschef of de door hem aangewezen officier of lid van niveau A van het CALog, voorzitter;
2e minstens één, maximum drie officieren van een korps van de lokale politie;
3e minstens één lid van het CALog van de lokale politie, niveau A;
4e een secretaris, aangewezen door de korpschef, staat elke plaatselijke selectiecommissie van de lokale politie bij;
De betrekkingen niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Er wordt voorgesteld geen wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Aan de raad wordt gevraagd om akkoord te gaan met de voorgestelde vacantverklaring, de selectiewijze en het niet aanleggen van een wervingsreserve voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
In de formatie van het administratief en logistiek personeel van de PZ Lokeren één betrekking van adviseur klasse 2 (A-niveau) dienst Beheer PLIF & Beleidsondersteuning vacant te verklaren.
Het betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de plaatselijke selectiecommissie voor personeelsleden van niveau A.
De selectiecommissie voor de vacante betrekking van adviseur van politie – dienst Beheer PLIF & Beleidsondersteuning zal op een later tijdstip worden samengesteld.
Geen wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.