Gelet op de notulen van de zitting van de gemeenteraad van 14 december 2020;
Overwegende dat bij de afwerking van de gemeenteraadsbesluiten een fout werd opgemerkt in artikel 2 van agendapunt nr. 16 waarbij het tariefreglement op de grafconcessies werd goedgekeurd;
Overwegende dat artikel 2 handelt over de concessies verleend vóór 1/1/2013 en dat daar het tarief voor een concessie voor het begraven van 2 personen op 250 euro werd vastgelegd ingeval van een hernieuwing van de concessie voor 15 jaar;
Overwegende dat logischerwijze het tarief voor het begraven van 4 personen dan 500 euro is;
Overwegende dat daar een foutief bedrag van 250 euro werd vermeld;
Overwegende dat het tariefreglement werd verbeterd en met dit besluit aan de gemeenteraadsleden wordt gemeld;
Overwegende dat het gewijzigde tariefreglement in zijn verbeterde vorm aan het toezicht werd gemeld;
Overwegende dat er verder geen opmerkingen werden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadsvergadering van 14 december 2020 werden opgemaakt conform de artikelen 32 en 278 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Aan de raad wordt gevraagd de notulen en het zittingsverslag goed te keuren mits verbetering van agendapunt 16 over het tariefreglement op de grafconcessies.
In de gemeenteraadsvergadering van 14 december werd onder agendapunt 16 het tariefreglement op de grafconcessies goedgekeurd. Bij de afwerking van alle besluiten blijkt dat er een materiële misslag in het tariefreglement is geslopen.
Artikel 2 gaat over de concessies verleend vóór 1/1/2013 en daar werd het tarief voor een concessie voor het begraven van 2 personen op 250 euro vastgelegd ingeval van een hernieuwing van de concessie voor 15 jaar.
Logischerwijze is het tarief voor het begraven van 4 personen dan 500 euro en daar was een foutief bedrag van 250 euro vermeld.
Het tariefreglement werd verbeterd en deze verbetering wordt nu aan de gemeenteraadsleden gemeld. De fractieleiders waren al eerder op de hoogte gebracht van deze verbetering.
Het gewijzigde tariefreglement werd ook in zijn verbeterde vorm aan het toezicht gemeld.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadsvergadering van 14 december 2020 worden goedgekeurd en de gemeenteraad neemt akte van de verbetering van agendapunt nr. 16 over het tariefreglement op de grafconcessies.
Gelet op de realisatie van een elektriciteitscabine langs de wegenis Peperkoekdreef waarbij de cabine werd gebouwd op het perceel kadastraal gekend als 4e afdeling sectie E nr.692/02 W2 met een totale oppervlakte van 31,55m²; dat de wegenis en de locatie van de cabine ondertussen bij notariële akte is overgedragen naar de stad Lokeren en opgenomen in het openbaar domein;
Gelet op het metingsplan van 18 november 2020 opgemaakt door Landmeetbureau De Troyer;
Gelet op het ontwerp van erfpachtovereenkomst waarbij de locatie van de cabine beschreven in het metingsplan van 18 november 2020 van Landmeetbureau De Troyer in erfpacht wordt gegeven aan energieintercommunale Fluvius / Imewo met als belangrijkste kenmerken:
- de erfpacht heeft een duur van 99 jaar,
- de jaarlijkse canon wordt om reden van openbaar nut vastgesteld op 1 euro,
- alle kosten verbonden aan de overeenkomst en de authentieke akte is ten laste van de erfpachter;
Overwegende dat na ondertekening van de erfpachtovereenkomst, het dossier voor verder gevolg zal overgemaakt worden aan een notaris uit Lokeren;
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur;
In functie van de aanleg van de wegenis Peperkoekdreef en het bijhorend woonproject werd door Fluvius een elektriciteitscabine opgericht op een deel van het vroegere perceel kadastraal gekend als 4e afdeling sectie E nr.692/02W 2. De wegenis Peperkoekdreef en de zone waar de cabine staat is ondertussen overgedragen aan de stad Lokeren en opgenomen in het openbaar domein. Om te vermijden dat de cabine via het recht van natrekking eigendom zou worden van de stad, is het noodzakelijk een erfpacht toe te staan te gunste van Fluvius / Imewo.
De erfpacht bedraagt 99 jaar en de jaarlijkse canon wordt vastgesteld op (symbolisch) één euro. Omwille van het openbaar nut vindt de stad het immers niet opportuun hiervoor een hogere vergoeding te vragen.
De exacte locatie is door Landmeetbureau De Troyer beschreven in een metingsplan van 18 november 2020 en heeft een oppervlakte van 31,55m².
Fluvius / Imewo stelt voor de opmaak van de akte een Lokerse notaris aan en draagt hiervoor ook alle kosten die hieruit voortvloeien.
Aan de raad wordt gevraagd akkoord te gaan met het verlenen van een erfpacht ten gunste van Fluvius / Imewo en de ontwerpovereenkomst goed te keuren. Deze overeenkomst zal nadien in de notariële akte verwerkt worden. In de akte zal de toepassing van kosteloze registratie gevraagd worden omwille van het openbaar nut.
Een erfpacht wordt toegestaan ten gunste van Fluvius / Imewo die in het kader van haar taak van algemeen belang een elektriciteitscabine heeft ingericht langs de wegenis Peperkoekdreef, op het openbaar domein ter hoogte van het kadastraal perceel 4e afdeling sectie E nr.692/02 W2, voorgesteld op het inrichtingsplan opgemaakt door Landmeetbureau De Troyer, met een oppervlakte van 31,55m².
De erfpacht wordt toegestaan voor een periode van 99 jaar voor een éénmalige canon van 1 euro.
Het voorstel van erfpachtovereenkomst wordt goedgekeurd en zal zodra mogelijk als basis dienen voor de noodzakelijke notariële akte.
Gelet op de realisatie van het industriepark E17/4 waarbij ook een project van flankerende maatregelen dient uitgevoerd waaronder de realisatie van verkeersremmende maatregelen in de Bredenhoekstraat en Bijkamstraat;
Gelet op de plannen om de haakse bocht waar de Bredenhoekstraat overgaat in de Bijkamstraat verkeersveiliger te maken in bijzonder voor fietsers; dat de plannen voorzien in een fysieke afscheiding tussen de rijbaan en het fietspad;
Gelet op het akkoord met de eigenaar van het perceel, mevr.Van Uytfange Maria - Rijbunder 3 - 9220 Hamme, om het perceel, kadastraal gekend als 4e afdeling sectie E nr.1454/02 A, te verkopen aan de stad voor de prijs van 13.650 euro waarbij de prijszetting als volgt werd bekomen: 9 euro/m² te vermeerderen met 20% wederbelegvergoeding (= 1,8 euro/m²), te vermeerderen met een forfaitair bedrag van 3.822 euro voor de aanwezige bomen op het perceel;
Gelet op de aanstelling van notaris Hutsebaut om het dossier notarieel te begeleiden in functie van de authentieke akte;
Gelet op het visum van de financieel directeur;
Overwegende dat de aankoop gebeurt om reden van openbaar nut nl. inlijving in de openbare wegenis en om die reden de stad in de akte verzoekt om toepassing van artikel 2.9.6.0.3, 1° tot en met 4° van de Vlaamse Codex Fiscaliteit; dat het doel van de aankoop in de akte dient opgenomen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
De realisatie van het industriepark E17/4 omvat ook een project van flankerende maatregelen waaronder de realisatie van verkeersremmende maatregelen in Bredenhoekstraat en Bijkamstraat.
De overgang van genoemde straten situeert zich ter hoogte van een haakse bocht. Om de verkeersveiligheid te optimaliseren in bijzonder de bescherming van fietsers wordt er in deze bocht een fietspad aangelegd dat fysiek gescheiden is van de rijbaan. Met de eigenaar van het perceel dat zich aan de binnenkant van de bocht bevindt, is overeengekomen om de grond te verkopen aan de stad. Het perceel zelf is vrij van gebruik en kadastraal gekend als 4e afdeling sectie C nr.1454/02A en heeft een kadastrale oppervlakte van 910m². Het perceel wordt in zijn totaliteit aangekocht.
Op het perceel rust een gebruiksrecht ten gunste van BVBA STORM LOKEREN, vastgelegd bij notariële akte, in functie van bijzondere transporten in functie van de windturbines die langs de Bredenhoekstraat staan. Het gebruiksrecht wordt gerespecteerd en er wordt hiermee rekening gehouden in functie van de aanleg van de fietsinfrastructuur. Concreet wil dit zeggen dat de infrastructuur met bijzondere transporten overrijdbaar moet zijn of op eenvoudige moet kunnen weggenomen worden.
Notaris Hutsebaut is aangesteld om de akte op te maken en de aankoop notarieel te begeleiden.
Het doel van de aankoop zal in de akte beschreven worden nl. de aankoop gebeurt om reden van openbaar nut zijnde inlijving in de openbare wegenis.
Omwille van het openbaar nut vraagt de stad toepassing van artikel 2.9.6.0.3, 1° tot en met 4° van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, zijnde kosteloze registratie.
Aan de raad wordt gevraagd de aankoop goed te keuren.
De aankoop goed te keuren betreffende het onroerend goed, gelegen te 9160 LOKEREN - BREDENHOEKSTRAAT / BIJKAMSTRAAT, kadastraal gekend als 4e afdeling sectie E nr.1454/02 A met een kadastrale oppervlakte van 910m² voor de totale prijs van 13.650 euro, als volgt op te splitsen 8.190 euro grondwaarde, 1.638 euro wederbelegvergoeding en 3.822 euro waarde voor de opstal (bomen).
Afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan notaris Hutsebaut.
Gelet op het schattingsverslag van 15 december 2020 opgemaakt door landmeter-expert Dirk Teugels van Landmeetkunde en Expertise Buro nv uit Temse, waarbij het onroerend goed gelegen te Lokeren - Grote Kaai 20, kadastraal gekend als 4e afdeling sectie E nr.684E met een kadastrale oppervlakte van 3172m² werd geschat op 3.320.000 euro;
Gelet op de meerjarenplanning van de stad Lokeren waarin de aankoop van het beschreven goed werd voorzien AR 22100000 Gebouwen - gemeenschapsgoederen – aanschaffingswaarde – BI 095100 Lokaal Dienstencentrum - ST12B01AP03A01 Aankoop gebouw Grote Kaai 20 - P2020/2/01 Aankoop gebouw Grote Kaai 20;
Gelet op de collegebeslissing van 16 december 2020 waarbij werd beslist een bod uit te brengen van 3.300.000 euro onder de opschortende voorwaarde van het bekomen van een gunstig bodemattest dat de verkoop mogelijk maakt;
Gelet op de brief van 14 januari 2021 via mail bij ons bestuur aangekomen op 14 januari waarbij de eigenaar, de NV FEDIMMO - Waversesteenweg 1945 - 1160 Brussel, het bod heeft aanvaard onder voorbehoud van de volgende verduidelijkingen en voorwaarden:
Gelet op de aanstelling van notaris Pieter De Meirsman die namens de stad is gelast met het opmaken van de verkoopovereenkomst en nadien het verlijden van de authentieke akte;
Overwegende dat het doel van de aankoop dient opgenomen in de verkoopovereenkomst en de latere authentieke akte nl. De verkoop gebeurt om reden van openbaar nut zijnde het centraliseren van alle sociale en welzijnsdiensten van onze gehele organisatie én de inrichting van een lokaal dienstencentrum;
Overwegende dat om reden van het openbaar nut in de akte dient verzocht om kosteloze registratie;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Op 16 december 2020 besliste het college een bod uit te brengen op het onroerend goed, het voormalig administratief centrum waar verschillende diensten van de FOD Financiën gevestigd waren, gelegen GROTE KAAI 20, kadastraal gekend als 4e afdeling sectie E nr.684E met een kadastrale oppervlakte van 3172m². Het bod was gebaseerd op het schattingsverslag van 15 december 2020 opgemaakt door landmeter-expert Dirk Teugels van Landmeetkunde en Expertise Buro nv uit Temse. Het bod werd uitgebracht onder de opschortende voorwaarde van het bekomen van een gunstig bodemattest dat de verkoop mogelijk maakt.
De eigenaar heeft per brief van 14 januari 2021 bevestigd dat het bod werd aanvaard. De eigenaar heeft ondertussen een oriënterend bodemonderzoek besteld om de historische (bodem)activiteiten verder te onderzoeken. In afwachting zal een verkoopovereenkomst voorbereid worden door de aangestelde notarissen en bij ondertekening van deze overeenkomst, uiterlijk drie maanden na deze aanvaarding van het bod, zal een reserveringsvergoeding van 10% van de aankoopprijs betaald worden. Zodra het gunstig bodemattest beschikbaar is, zal de akte binnen de maand verleden worden. Het saldo van de prijs wordt betaald bij het verlijden van de akte.
De aankoop gebeurt om reden van openbaar nut nl. het huisvesten van alle sociale en welzijnsdiensten die binnen onze organisatie actief zijn. In het gebouw zal ook een dienstencentrum ingericht worden.
Aan de raad wordt gevraagd akkoord te gaan met de aankoop.
De aankoop van het onroerende goed gelegen te GROTE KAAI 20, kadastraal gekend als 4e afdeling sectie E nr.684/E voor de prijs van 3.300.000 euro wordt goedgekeurd onder de opschortende voorwaarde van het bekomen van een gunstig bodemattest dat de verkoop mogelijk maakt.
De brief van 14 januari 2021 van de eigenaar van het goed, NV FEDIMMO - Waversesteenweg 1945 - 1160 Brussel, met verduidelijkingen, werkwijze en voorwaarden wordt goedgekeurd en na ondertekening opnieuw bezorgd aan FEDIMMO.
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29 april 2019 waar bij de afgevaardigden namens de politieke partijen, die met raadgevende stem zetelden in de stedelijke raad voor feestelijkheden, werden aangeduid;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 april 2020 waarbij nog een wijziging werd goedgekeurd;
Overwegende dat de heer Jan Arens, namens de N-VA-fractie werd aangeduid;Gelet op de vraag van de N-VA-fractie om de heer Jan Arens als afgevaardigde te vervangen door de heer Steeman Micha;
Gelet op de uitslag van de stemming;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Met het gemeenteraadsbesluit van 29 april 2019 werden de afgevaardigden namens de politieke partijen, die met raadgevende stem zetelden in de stedelijke raad voor feestelijkheden, aangeduid. In de gemeenteraadsvergadering van 27 april 2020 werd nog een wijziging goedgekeurd.
De N-VA-fractie vraagt om hun afgevaardigde nl. de heer Jan Arens te vervangen voor de heer Micha Steeman.
Aan de raad wordt gevraagd akkoord te gaan met deze wijziging.
De heer Jan Arens wordt als afgevaardigde namens de N-VA-fractie in de stedelijke raad voor feestelijkheden vervangen door de heer Micha Steeman, Stationsplein 40 b0101 te 9160 Lokeren.
Afschrift van deze beslissing te bezorgen aan het secretariaat van de stedelijke raad voor feestelijkheden en aan de betrokkenen.
Overwegende dat Audio met mail van 5 januari 2021 het verslag van de algemene vergadering Audio van 18 december 2020, bezorgt;
Overwegende dat dit verslag, conform artikel 20 van de statuten van Audio, ter kennisgeving wordt voorgelegd aan de gemeenteraad;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Audio bezorgt met mail van 5 januari 2021 het verslag van de algemene vergadering van Audio van 18 december 2020.
Dit verslag wordt, conform artikel 20 van de statuten van Audio, ter kennisgeving voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad neemt akte van het verslag van de algemene vergadering van Audio van 18 december 2020.
Overwegende dat op 3 februari 1994 de verkoopakte werd verleden waarbij 2.027 m² industriegrond, gelegen in de Waaslandlaan, werd verkocht aan de heer en mevrouw Van Avermaet-Beeckman; er werd een bedrijfsgebouw opgericht voor de uitbating van een algemene schrijnwerkerij en in het bijzonder het fabriceren van aanbouwkeukens en de stockage ervan;
Overwegende dat de gemeenteraad in haar zitting van 29 september 2003 toelating verleende om het destijds aangekocht perceel en opgericht bedrijfsgebouw te verkopen aan de BVBA Porttransport voor de uitbating van een garage voor het onderhoud van de eigen vrachtwagens en chassis;
Overwegende dat de BVBA Van der Jeugt, gevestigd in Waaslandlaan 8/B het perceel industriegrond en opgericht bedrijfsgebouw gelegen Waaslandlaan 10 nadien via een openbare verkoop heeft aangekocht;
Overwegende dat er nadien ook toelating werd verleend om het bedrijfsgebouw te verhuren aan de firma ESF Cars, Passtraat 158 te 9100 Sint-Niklaas;
Overwegende dat notaris De Brabander met brief van 21 december 2020, in opdracht van de BV Van der Jeugt, toelating vraagt om de naakte eigendom van het onroerend goed Waaslandlaan 10 te verkopen aan de heer Rooms Geoffry en zijn echtgenote mevrouw Els Van Hende en het vruchtgebruik aan de BV Rooms G. - Algemene Bouwonderneming;
Overwegende dat conform de verkoopsvoorwaarden opgenomen in de initiële verkoopakte de goedkeuring van de gemeenteraad vereist is;
Overwegende dat aan de gemeenteraad wordt gevraagd toelating te verlenen voor deze verkoop op voorwaarde dat de heer en mevrouw Rooms-Van Hende en de BV Rooms G, kennis nemen van alle verkoopsbepalingen en zich tegenover de stad Lokeren verbinden tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de koopakte voor de oorspronkelijke koper (de heer en mevrouw Van Avermaet-Beeckman) voor zover die, wat de vruchtgebruiker betreft, van toepassing kunnen zijn;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Op 3 februari 1994 werd de verkoopakte verleden waarbij 2.027 m² industriegrond gelegen in de Waaslandlaan, werd verkocht aan de heer en mevrouw Van Avermaet-Beeckman. Er werd een bedrijfsgebouw opgericht voor de uitbating van een algemene schrijnwerkerij en in het bijzonder het fabriceren van aanbouwkeukens en de stockage ervan.
De gemeenteraad verleende in haar zitting van 29 september 2003 toelating om het destijds aangekocht perceel en opgericht bedrijfsgebouw te verkopen aan de BVBA Porttransport voor de uitbating van een garage voor het onderhoud van de eigen vrachtwagens en chassis. De BVBA Van der Jeugt, gevestigd in Waaslandlaan 8/B heeft nadien het perceel industriegrond en opgericht bedrijfsgebouw gelegen Waaslandlaan 10 via een openbare verkoop aangekocht.
Nadien werd er ook toelating verleend om het bedrijfsgebouw te verhuren aan de firma ESF Cars, Passtraat 158 te 9100 Sint-Niklaas.
Notaris De Brabander vraagt met brief van 21 december 2020, in opdracht van de BV Van der Jeugt, toelating om de naakte eigendom van het onroerend goed Waaslandlaan 10 te verkopen aan de heer Rooms Geoffry en zijn echtgenote mevrouw Els Van Hende en het vruchtgebruik aan de BV Rooms G. - Algemene Bouwonderneming. Er zullen, naast de bedrijfsleider, 6 personen tewerkgesteld worden die extra aangevuld worden met 2-4 zelfstandigen of interims.
Er wordt ook gevraagd aan de stad om haar recht van terugkoop dat ze heeft ingevolge artikel 13 van de verkoopsvoorwaarden, niet uit te oefenen.
Conform de verkoopsvoorwaarden opgenomen in de initiële verkoopakte is de goedkeuring van de gemeenteraad vereist.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd toelating te verlenen voor deze verkoop op voorwaarde dat de heer en mevrouw Rooms-Van Hende en de BV Rooms G, kennis nemen van alle verkoopsbepalingen en zich tegenover de stad Lokeren verbinden tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de koopakte voor de oorspronkelijke koper (de heer en mevrouw Van Avermaet-Beeckman) voor zover die, wat de vruchtgebruiker betreft, van toepassing kunnen zijn.
De stad Lokeren zal haar terugkooprecht voor het onroerend goed gelegen Waaslandlaan 10 niet uitoefenen en er wordt dus toelating verleend aan de BV Van der Jeugt voor deze verkoop op voorwaarde dat de heer en mevrouw Rooms-Van Hende en de BV Rooms G, kennis nemen van alle verkoopsbepalingen en zich tegenover de stad Lokeren verbinden tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de koopakte voor de oorspronkelijke koper (de heer en mevrouw Van Avermaet-Beeckman) voor zover die, wat de vruchtgebruiker betreft, van toepassing kunnen zijn.
Een kopie van dit besluit wordt overgemaakt aan notariskantoor De Brabander.
Overwegende dat op 21 februari 1991 de verkoopakte werd verleden waarbij 11.001m² industriegrond gelegen in de Waaslandlaan 14 (sectie A nr 220, 219A, 221 en 219/2) werd verkocht aan B.V.B.A. Mobiline;
Overwegende dat op 15 september 1994 de verkoopakte werd verleden waarbij bijkomend 4.903m² industriegrond gelegen in de Waaslandlaan 14 (sectie A nr 219/2 (voorheen deel van nummer 219), 219A, 221 en 223F) werd verkocht aan Mobiline N.V.;
Overwegende dat er een bedrijfsgebouw werd opgericht voor de meubelindustrie;
Gelet op de vraag van notaris Marc Sledsens om toelating te verlenen voor een geplande verkoop nl. Mobiline N.V. wenst te verkopen aan de nog op te richten vennootschap Vavato Group met maatschappelijk zetel te Sint-Niklaas, Passtraat 15;
Overwegende dat ook toelating wordt gevraagd voor een wijziging van de bedrijfsactiviteiten nl. online veilinghuis en of de stad haar voorkooprecht zal uitoefenen;
Overwegende dat conform artikel 16 van de initiële verkoopakte de verkoop na 10 jaar is toegestaan;
Overwegende dat ingevolge datzelfde artikel de stad wel een voorkooprecht heeft;
Gelet op de vraag van notaris Marc Sledsens om toelating te krijgen voor de geplande verkoop en of de stad haar voorkooprecht zal uitoefenen;
Overwegende dat ook voor de wijziging van de bedrijfsactiviteiten de toelating van de gemeenteraad vereist is;
Overwegende dat aan de gemeenteraad wordt gevraagd
Gelet op de verkoopsvoorwaarden opgenomen in de initiële verkoopakte van 21 februari 1991;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Op 21 februari 1991 werd de verkoopakte verleden waarbij 11.001m² industriegrond gelegen in de Waaslandlaan 14 (sectie A nr 220, 219A, 221 en 219/2) werd verkocht aan B.V.B.A. Mobiline.
Op 15 september 1994 werd de verkoopakte verleden waarbij bijkomend 4.903m² industriegrond gelegen in de Waaslandlaan 14 (sectie A nr 219/2 (voorheen deel van nummer 219), 219A, 221 en 223F) werd verkocht aan Mobiline N.V..
Er werd een bedrijfsgebouw opgericht voor de meubelindustrie.
Notaris Marc Sledsens vraagt toelating voor een geplande verkoop nl. Mobiline N.V. wenst te verkopen aan de nog op te richten vennootschap Vavato Group met maatschappelijk zetel te Sint-Niklaas, Passtraat 15.
Er wordt tevens toelating gevraagd voor een wijziging van de bedrijfsactiviteiten nl. online veilighuis en of de stad haar voorkooprecht zal uitoefenen. Qua tewerkstelling wordt er gerekend op om en bij de 50 personeelsleden.
Conform artikel 16 van de initiële verkoopakte is de verkoop na 10 jaar toegestaan. Ingevolge datzelfde artikel heeft de stad wel een voorkooprecht. Notaris Sledsens vraagt toelating voor de verkoop en of de stad haar voorkooprecht zal uitoefenen. Voor de wijziging van de bedrijfsactiviteiten is ook de toelating van de gemeenteraad vereist.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd
De toelating tot verkoop kan verleend worden op voorwaarde dat Vavato Group akte neemt van alle verkoopsvoorwaarden en zich tegenover de stad Lokeren verbindt tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de koopakte voor de oorspronkelijke koper.
Er wordt toelating verleend aan de NV Mobiline om het bedrijfspand en bedrijfsterrein gelegen Waaslandlaan 14 te verkopen aan de NV Vavato Group, Passtraat 15 te 9100 Sint-Niklaas op voorwaarde dat de NV Vavato Group akte neemt van alle verkoopsvoorwaarden en zich tegenover de stad Lokeren verbindt tot het naleven van alle verplichtingen voortvloeiend uit de koopakte voor de oorspronkelijke koper (de NV Mobiline).
Een kopie van dit besluit wordt bezorgd aan notariskantoor Deckers.
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29 januari 2018, waarbij de verkoopsprocedure, verkoopsvoorwaarden en verkoopprijs van de industriegronden in het industriepark E17/4 werden goedgekeurd;
Gelet op de gemeenteraadsbesluiten van 3 september 2018 en 28 juni 2020 waarbij het besluit van 29 januari 2018 werd gewijzigd betreffende de verkoopsprocedure, verkoopsvoorwaarden en verkoopprijs van de industriegronden in het industriepark E17/4;
Overwegende dat in de wijziging van 28 juni 2020 de termijnen waarbinnen een omgevingsvergunning dient aangevraagd of dient gestart met de bouwwerken of een aanvang dient genomen met de exploitatie telkens met één jaar werden verlengd en dit in het kader van de begeleidende maatregelen ingevolge de COVID-19 pandemie; dat de verkoopsvoorwaarden in artikel 13 echter ook sancties voorzien wanneer deze termijnen niet gerespecteerd worden; dat de termijnen die in artikel 13 nog eens herhaald worden, echter niet zijn aangepast waardoor dit aanleiding geeft tot juridische onduidelijkheid; dat het aangewezen is deze onduidelijkheid weg te nemen en de termijnen in artikel 13 aan te passen aan de beslissing van 28 juni 2020;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Op 29 januari 2018 keurde de gemeenteraad de verkoopsprocedure, verkoopsvoorwaarden en verkoopprijs goed betreffende de gronden in het industriepark E17/4.
Het besluit werd een eerste keer gewijzigd op 3 september 2018 waarbij een individuele parkeernorm werd ingevoerd waar de bedrijven moeten aan voldoen. Een tweede wijziging werd op 28 juni 2020 aangebracht. In het kader van de begeleidende maatregelen ingevolge de COVID-19 pandemie werd de termijn waarbinnen de koper na het verlijden van de aankoopakte de omgevingsvergunning moet aanvragen, uitgebreid van één jaar naar twee jaar. Het uitbreiden van deze termijn betekende ook dat de koper zich moet vestigen binnen de vier jaar na het verlijden van de akte ipv de aanvankelijke voorziene drie jaar.
Verderop in de verkoopsvoorwaarden is voorzien in sancties wanneer de termijnen inzake indienen omgevingsvergunning, starten van de werken en aanvang van de exploitatie niet gerespecteerd worden. De uitbreiding van de termijnen in de beslissing van 28 juni 2020 werden echter niet doorgetrokken in de termijnen die voorzien zijn in artikel 13 waar de sancties worden opgelijst. Om eventuele juridische discussies te vermijden is het aangewezen de termijnen op elkaar af te stemmen.
Een koper die de gebouwen niet binnen de vier jaar na het verlijden van de akte 'grondaankoop' zal aan de Stad Lokeren een boete verschuldigd zijn. Deze sanctie was sowieso al voorzien in de beslissing van 3 september 2018 maar de aanvankelijke termijn van 'drie' jaar wordt nu aangepast aan de beslissing van 28 juni 2020 nl. 'vier' jaar.
Aan de raad wordt gevraagd om akkoord te gaan met deze beperkte aanpassing.
Artikel 13 van de verkoopsvoorwaarden zoals goedgekeurd in het gemeenteraadsbesluit van 29 januari 2018 wordt integraal vervangen door volgende tekst:
Artikel 13. Sancties
a) Indien de gebouwen binnen de termijn van vier jaar niet in gebruik zijn genomen waarvoor zij bestemd zijn zal aan de Stad Lokeren een boete van tweehonderdvijftig euro per kalenderdag vertraging verschuldigd zijn, gerekend vanaf het verstrijken van de hiervoor bedongen termijn van vier jaar tot aan de datum van inbedrijfstelling.
Deze boete zal betaald worden de eerste van elke kalendermaand. De eerste betaling bevat de boete verschuldigd voor het aantal dagen verlopen sinds de eerste dag volgend op het verstrijken van de periode van vier jaar tot het einde van de kalendermaand.
b) Indien de groenaanleg niet binnen de in punt 9 bepaalde termijn is uitgevoerd dan zal aan de Stad Lokeren een boete van tweehonderdvijftig euro per kalenderdag vertraging verschuldigd zijn, gerekend vanaf het verstrijken van de hiervoor bedongen termijn van vier jaar tot aan de datum van de voltooiing van de groenaanleg.
Deze boete zal betaald worden de eerste van elke kalendermaand. De eerste betaling bevat de boete verschuldigd voor het aantal dagen verlopen sinds de eerste dag volgend op het verstrijken van de periode van vier jaar tot het einde van de kalendermaand.
c) Indien de koper niet voldoet aan één of meer van de voorwaarden gesteld in de artikelen 3 en 6 , zal na het verstrijken van de inbedrijfstellingstermijn van vier jaar een boete verschuldigd zijn aan de Stad Lokeren van tweeduizendvijfhonderd euro per m2 te weinig bebouwde oppervlakte, voor zover het een stedenbouwkundige voorwaarde betreft.
Voor het berekenen van deze boete dient rekening gehouden met de aard en de bestemming van de opgerichte gebouwen, met dien verstande dat indien alleen een woongelegenheid werd opgericht, de aldus bebouwde grond voor het berekenen van de boete als onbebouwd zal worden beschouwd. De aldus verschuldigde boeten zullen dienen betaald boven deze eventueel verschuldigd ingevolge punt 13 a en b.
Overwegende dat op de gemeenteraad van 27 november 2017 het reglement 'reglement subsidies handelspanden in de handelskern in het kader van het Vlaamse subsidieprogramma 'premiestelsels kernwinkelgebied'' werd goedgekeurd; dat dit premiereglement er kwam na een goedgekeurde projectaanvraag bij het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen, voor een subsidiëringsproject dat liep van 2017 tot 2020;
Overwegende dat het Vlaio in het voorjaar 2020 liet weten dat het project, mede omwille van de coronacrisis en het uitblijven van premieaanvragen, met 1 jaar kon verlengd worden indien de stad dat wenste;
Gelet op de collegebeslissing van 14 april 2020 waarbij het college akkoord ging met de verlening van de duur van het project tot 31 december 2021;
Overwegende dat het door de stad goedgekeurde premiereglement dient aangepast te worden aan de nieuwe einddatum van het project;
Overwegende dat het reglement in die mate geactualiseerd wordt dat het gelijkgetrokken wordt met de duurtijd van het project en eveneens kan toegepast worden tot 31 december 2021, dat er verder geen inhoudelijke wijzigingen aan het reglement doorgevoerd worden;
Op de gemeenteraad van 27 november 2017 werd het reglement 'reglement subsidies handelspanden in de handelskern in het kader van het Vlaamse subsidieprogramma 'premiestelsels kernwinkelgebied'' goedgekeurd. Dit premiereglement kwam er na een goedgekeurde projectaanvraag bij het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen, voor een subsidiëringsproject dat liep van 2017 tot 2020.
In het voorjaar 2020 liet het Vlaio weten dat het project, mede omwille van de coronacrisis en het uitblijven van premieaanvragen, met 1 jaar kon verlengd worden indien de stad dat wenste. Via collegebeslissing van 14 april 2020 ging het college akkoord met de verlening van de duur van het project tot 31 december 2021.
Het goedgekeurde premiereglement spreekt echter nog steeds tot 31 december 2020. Het reglement wordt in die mate geactualiseerd dat het gelijkgetrokken wordt met de duurtijd van het project en eveneens kan toegepast worden tot 31 december 2021.
Onderstaand subsidiereglement met de projectoproep van het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen 'Premiestelsels kernwinkelgebied' goed te keuren, waarbij de duurtijd van het reglement wordt verlengd tot en met 31 december 2021.
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus, dat uitvoering en inhoudelijke invulling geeft aan de artikelen 146, 147 en151 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd bij decreet van 23 januari 2009;
Overwegende dat de lijst van de nominatief verleende subsidies op basis van de BBC-regelgeving een verplicht onderdeel was van het luik toelichting, opgenomen in het beleidsdocument budget;
Overwegende dat de evaluatie van de BBC-regels geleid heeft tot wijziging en vereenvoudiging van deze regelgeving;
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB);
Gelet op het decreet van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen (BBC 2020);
Gelet op het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen, de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen (MB BBC 2020);
Overwegende dat deze nieuwe BBC-regelgeving normaal pas vanaf 2020 van toepassing is, maar dat lokale besturen zich piloot konden stellen om deze nieuwe regelgeving al vanaf 1 januari 2019 toe te passen;
Gelet op het besluit van de OCMW-Raad en de Gemeenteraad van Lokeren van respectievelijk 19 april 2018 en 23 april 2018 waarbij Lokeren zicht als lokaal bestuur kandidaat piloot BBC 2020 stelt;
Gelet op het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, inburgering, wonen, gelijke kansen en armoedebestrijding dat bepaalt dat de stad en het OCMW van Lokeren BBC 2020 of de artikelen 249, 251, 253 tot en met 258 en artikel 263 van het DLB vanaf 1 januari 2019 mag toepassen;
Gelet op de omzendbrief BB 2018 KB/ABB 2018/2 van 20 juli 2018 houdende de onderrichtingen van de Vlaamse Minister voor binnenlands bestuur betreffende de budgetten en de éénjarige meerjarenplannen van de lokale besturen;
Overwegende dat de nieuwe BBC-wetgeving impliceert dat er niet langer een apart beleidsdocument budget wordt opgemaakt en daarnaast ook de decentrale verplichting komt te vervallen om de lijst van toegekende nominatieve subsidies als een lijst, opgenomen in het beleidsdocument budget door de Gemeenteraad te laten vaststellen;
Overwegende dat het aan de Gemeenteraad toekomt om deze nominatieve subsidies toe te kennen, dat deze bevoegdheid tot het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies bevestigd wordt in artikel 41, 23° van het DLB;
Gelet op de omzendbrief BB 2019 KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 Binnenlands bestuur over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
Overwegende dat bijgevolg deze lijst voor goedkeuring wordt voorgelegd;
Gelet op het visum van de financieel directeur;
Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur;
Aan de raad wordt gevraagd om de lijst van nominatieve subsidies voor het boekjaar 2020 en 2021 en alle werkingssubsidies en investeringssubsidies opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 goed te keuren.
De lijst van nominatieve subsidies voor het boekjaar 2020 en 2021 en alle werkingssubsidies en investeringssubsidies opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 goed te keuren.
Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking en volgende wijzigingen;
Gelet op de e-mail van 09 september 2020 van IDM, Intercommunale Durme-Moervaart, waarbij ze haar begroting 2021 bezorgt;
Overwegende dat op advies van IDM-directeur de heer Strubbe in het meerjarenplan 2020-2025 van de stad voor IDM volgende exploitatiesubsidie ingeschreven werd:
| Budget | Budget | Budget | Budget | Budget | Budget |
IDM | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Exploitatie-toelage | 3.610.814,00 | 3.723.168,63 | 3.816.592,56 | 3.955.516,53 | 4.069.830,95 | 4.187.449,07 |
Overwegende dat het meerjarenplan 2020-2025 van de stad een exploitatietoelage aan de Intercommunale Durme-Moervaart voor een bedrag van 3.723.168,63 EUR voorziet onder de exploitatie-uitgaven, beleidsitem 030000 (ophalen en verwerken van huishoudelijke afval) en algemene rekening 64921012 (Bijdrage aan IDM);
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 26 oktober 2020 waarbij de vertegenwoordigers van de stad mandaat krijgen om de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 16 december 2020 goed te keuren;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de toekenning en aanwending van sommige toelagen;
Per e-mail van 09 september 2020 heeft IDM, Intercommunale Durme-Moervaart haar begroting 2021 en toelichting bij haar begroting bezorgd.
Op advies van IDM werd in het meerjarenplan 2020-2025 van de stad voor IDM volgende exploitatiesubsidie ingeschreven :
| Budget | Budget | Budget | Budget | Budget | Budget |
IDM | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Exploitatie-toelage | 3.610.814,00 | 3.723.168,63 | 3.816.592,56 | 3.955.516,53 | 4.069.830,95 | 4.187.449,07 |
In het meerjarenplan 2020-2025 van de stad wordt een exploitatietoelage aan de Intercommunale Durme-Moervaart voor een bedrag van 3.723.168,63 EUR voorzien onder de exploitatie-uitgaven, beleidsitem 030000 (ophalen en verwerken van huishoudelijke afval) en algemene rekening 64921012 (Bijdrage aan IDM).
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de gemeentelijke dotatie voor 2021 aan IDM, Intercommunale Durme-Moervaart goed te keuren.
De exploitatiesubsidie aan de Intercommunale Durme Moervaart wordt voor het budgettair jaar 2021 voor een bedrag van 3.723.168,63 EUR goedgekeurd en toegekend.
Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan IDM, Zelebaan 42 te 9160 Lokeren.
Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid (B.S. 31 juli 2007 en wijzigingen van deze wet) en op de uitvoeringsbesluiten;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 20 oktober 2014 waarbij een samenwerkingsovereenkomst tussen Hulpverleningszone en de gemeenten die behoren tot deze hulpverleningszone: Berlare, Buggenhout, Dendermonde, Hamme, Lebbeke, Lokeren en Zele, afgesloten werd;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 24 oktober 2016 waarbij het meerjarenbeleidsplan van de hulpverleningszone werd goedgekeurd;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;
Gelet op besprekingen die plaatsvonden in de Zoneraad van 27 september 2019 en 11 oktober 2019;
Gelet op het meerjarenbeleidsplan dat ter goedkeuring werd voorgelegd aan de Zoneraad op 29 november 2019;
Gelet op het advies van de begrotingscommissie van 6 november 2020 en de informatievergadering die plaatsvond in de Zoneraad van 12 november 2020;
Gelet op het meerjarenbeleidsplan begroting 2021 dat ter goedkeuring werd voorgelegd aan de Zoneraad op 13 november 2020;
Gelet op het uittreksel uit de notulen van de Zoneraad van 11 december 2020 blijkt de bepaling van de maatschappelijke zetel van de zone;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, in het bijzonder de artikelen 339 tot 341;
Overwegende dat de stad Lokeren op advies van de heer Rudy Vermeulen, verantwoordelijke financiën van de hulpverleningszone Oost met e-mail van 12 november 2020 in het meerjarenplan 2020-2025 en het budget 2021 onder de exploitatie-uitgaven, beleidsitem 041000 (bijdrage aan de brandweer) en AR 64943000 (toegestane werkingssubsidie Hulpverleningszone Oost - basis) en AR 64943001 (toegestane werkingssubsidie Hulpverleningszone Oost - premie erkentelijkheid), de exploitatietoelage en een erkentelijkheidspremie als volgt heeft ingeschreven:
| Budget | Budget | Budget | Budget | Budget | Budget |
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Exploitatietoelage (64943000) | 986.607,00 | 1.012.339,17 | 1.048.166,00 | 1.076.466,00 | 1.105.531,00 | 1.135.380,00 |
Erkentelijkheidspremie (64943001) | 40.200,00 | 40.200,00 | 40.200,00 | 40.200,00 | 40.200,00 | 40.200,00 |
Investeringstoelage | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Totaal: | 1.026.807,00 | 1.052.539,17 | 1.088.366,00 | 1.116.666,00 | 1.145.731,00 | 1.175.580,00 |
Overwegende dat de stad Lokeren met e-mail van 14 december 2020 met de door de Zoneraad goedgekeurde documenten budget 2021 van de Hulpverleningszone Oost heeft ontvangen;
Er wordt enkel nog een exploitatietoelage voorzien en de erkentelijkheidspremie wordt op 40.200,00 EUR gehandhaafd;
Overwegende dat de stedelijke exploitatietoelage vanaf 2020 op basis van de berekeningssleutel van het ontwerp van de nieuwe samenwerkingsovereenkomst dd. 18/11/2019 wordt berekend, nl. 23,195%, waar voor de jaren 2015 en 2016 een verdeelsleutel van 18,31% werd toegepast en vanaf jaar 2017 een verdeelsleutel van 23,01% van toepassing was;
Gemeente |
Aantal inw. |
in % |
KI |
KI in % |
Gemiddelde Inw. |
1/01/2014 |
1/01/2014 |
en KI in % | |||
Berlare |
14.849 |
8,18% |
7.716.779 |
6,97% |
7,575% |
Buggenhout |
14.475 |
7,99% |
11.190.927 |
10,10% |
9,045% |
Dendermonde |
45.673 |
25,17% |
30.476.649 |
27,50% |
26,335% |
Hamme |
24.829 |
13,68% |
11.173.311 |
10,08% |
11,880% |
Lebbeke |
19.195 |
10,58% |
10.711.139 |
9,66% |
10,120% |
Lokeren |
41.438 |
22,84% |
26.103.816 |
23,55% |
23,195% |
Zele |
20.976 |
11,56% |
13.456.962 |
12,14% |
11,850% |
Totaal: |
181.435 |
100 |
110.829.583 |
100 |
100% |
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, in het bijzonder de artikelen 339 tot 341;
Korting berekening 2021
Gemeente | Inbreng overdracht patrimonium per 01/01/2015 | Ingebrachte facturen voor 2015 voor investeringen | Totale inbreng | % inbreng t.o.v. totale inbreng | % verdeel-sleutel 2015 | Verschil % inbreng met % verdeel-sleutel |
Berlare | 354.695,12 | 0 | 354.695,12 | 5,37% | 7,68% | -2,31% |
Buggenhout | 464.820,98 | 15.061,64 | 479.882,62 | 7,27% | 9,07% | -1,81% |
Dendermonde | 1.741.466,09 | 0 | 1.741.466,09 | 26,36% | 26,32% | 0.04% |
Hamme | 706.282,23 | 0 | 706.282,23 | 10,69% | 11,97% | -1.28% |
Lebbeke | 791.138,66 | 0 | 791.138,66 | 11,98% | 10,09% | 1,89% |
Lokeren | 1.409.362,78 | 146.811,00 | 1.556.173,78 | 23,56% | 23,02% | 0,54% |
Zele | 976.151,29 | 0 | 976.151,29 | 14,78% | 11,87% | 2.91% |
Totaal | 6.443.917,15 | 161.872,64 | 6.605.789,79 | 100% | 100% | -0,02% |
Gemeente | Bedragen volgens verdeelsleutel | % verdeel-sleutel 2021 | Bijkomende in te brengen bedragen | Dotaties 2021 zonder korting | Dotaties 2021 met korting aanpassing verdeelsleutel inwoners en kadastraal inkomen verspreid over 5 jaar |
Berlare | 506.994,37 | 7,57% | 152.299,25 | 332.869,61 | 363.329,46 |
Buggenhout | 599.145,13 | 9,01% | 119.262,51 | 396.231,44 | 420.083,94 |
Dendermonde | 1.738.643,87 | 26,33% | -2.822,22 | 1.158.553,44 | 1.157.989,00 |
Hamme | 790.713,04 | 11,85% | 84.430,81 | 521.195,04 | 538.081,21 |
Lebbeke | 666.193,90 | 10,14% | -124.944,76 | 445.952,87 | 420.963,92 |
Lokeren | 1.520.322,52 | 23,17% | -35.851,26 | 1.019.509,43 | 1.012.339,17 |
Zele | 783.776,96 | 11,95% | -192.374,33 | 525.815,18 | 487.340,30 |
Totaal | 6.605.789,79 | 100% | 100% | 4.400.127,01 | 4.400.127,00 |
De heer Rudy Vermeulen, verantwoordelijke financiën van de hulpverleningszone Oost, bezorgde met e-mail van 12 november 2020 het financieel ontwerp van de begroting 2021 voor het meerjarenplan 2020-2025. In dit financiële ontwerp wordt dezelfde verdeelsleutel als voorheen gehanteerd om per gemeente de correcte toelagen te gaan bepalen (50% op basis van de inwoners en 50% op basis van het kadastraal inkomen van het vorige jaar). Deze verdeelsleutel is dezelfde voor zowel exploitatietoelage als voor investeringstoelage.
Stad Lokeren voegt, conform bepalingen in de samenwerkingsovereenkomst, de exploitatie- en investeringstoelage samen tot één dotatie. De dotatie voor de hulpverleningszone Oost is voorzien in de boekhouding als volgt:
Op basis van het financieel ontwerp van het meerjarenplan 2020-2025 van hulpverleningszone Oost en de wijze van verwerking in de boekhouding door Stad Lokeren worden in het meerjarenplan 2020-2025 van Stad en OCMW Lokeren volgende exploitatie-uitgaven ingeschreven:
| Budget | Budget | Budget | Budget | Budget | Budget |
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Dotatie: AR64943000 - BI 041000 | 986.607,00 | 1.012.339,17 | 1.048.166,00 | 1.076.466,00 | 1.105.531,00 | 1.135.380,00 |
Erkentelijkheidspremie: AR 64943001 - BI 041000 | 40.200,00 | 40.200,00 | 40.200,00 | 40.200,00 | 40.200,00 | 40.200,00 |
Totaal: | 1.026.807,00 | 1.052.539,17 | 1.088.366,00 | 1.116.666,00 | 1.145.731,00 | 1.175.580,00 |
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de begroting 2021 en meerjarenplan 2020-2025 goed te keuren.
Uit het afschrift van de notulen van de Zoneraad dd. 11 december 2020 blijkt dat de maatschappelijke zetel van de zone wordt gewijzigd van Oude Vest 150 te 9200 Dendermonde naar Noordlaan 133 te 9200 Dendermonde, wegens bouwen van de nieuwe brandweerkazerne op de huidige locatie.
De dotatie aan de hulpverleningszone Oost wordt voor het budgettair jaar 2021 op 1.012.339,17 EUR goedgekeurd en toegekend.
De erkentelijkheidspremie aan de hulpverleningszone Oost wordt voor het budgettair jaar 2020 op 40.200,00 EUR goedgekeurd en toegekend.
Uit een afschrift van de notulen van de Zoneraad dd. 11 december 2020 blijkt dat de maatschappelijke zetel van de zone wordt bepaald van Oude Vest 150 te 9200 Dendermonde naar Noordlaan 33 te 9200 Dendermonde door de verhuis naar een tijdelijke locatie wegens het bouwen van de nieuwe brandweerkazerne op de huidige locatie.
Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de hulpverleningszone Oost en de heer Gouverneur van Oost- Vlaanderen.
Gelet op het schrijven van de Polder Schelde Durme Oost op 27 november 2020, houdende de mededeling van de kostenraming van de gewone werken aan de onbevaarbare waterlopen van 3de categorie die door hen tijdens het dienstjaar 2021 op het grondgebied van Lokeren zullen uitgevoerd worden; dat de raming van deze werken 354,29 euro bedraagt;
Overwegende dat de aanpassing 2020/2 van het meerjarenplan 2020-2025 reeds afgesloten werd en deze raming bijgevolg te laat ontvangen werd; onder de budgetsleutel AR 64940016 BI 031001 werd een bedrag van 337,37 euro ingeschreven;
Overwegende dat deze raming niet past binnen het meerjarenplan 2020-2025 en gunstig kan geadviseerd worden, mits in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 het ingeschreven bedrag van 337,37 euro verhoogd wordt met 16,92 naar een toelage van 354,29 euro;
Overwegende dat het budget onder de budgetsleutel AR 64940016 BI 031001 wordt aangepast zodat de raming valt binnen het budget;
Overwegende dat deze raming past binnen het meerjarenplan 2020-2025 en gunstig kan geadviseerd worden;
Gelet op de Polderwet van 3 juni 1957;
Gelet op de Wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen;
Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet;
Gelet op de bepalingen van het decreet Lokaal bestuur;
Ingevolge de polderwet van 3 juni 1957 en de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen, vallen de gewone onderhouds- en ruimingswerken van de waterlopen van 3de categorie ten laste van de gemeente voor de waterlopen op hun grondgebied gelegen.
In de praktijk worden de werken aan waterlopen binnen de polderomschrijving uitgevoerd door de polder en wordt de factuur ter vereffening voorgelegd aan de stad. Daartoe wordt jaarlijks voorafgaandelijk de kostenraming voor advies voorgelegd aan de gemeenteraad.
De Polder Schelde Durme Oost deelt per brief van 27 november 2020 mee dat de uit te voeren werken aan de waterlopen van 3de categorie voor het dienstjaar 2021 voorlopig geraamd worden op 354,29 euro inclusief BTW.
De aanpassing 2020/2 van het meerjarenplan 2020-2025 werd reeds afgesloten en bijgevolg werd deze raming te laat bezorgd. In het ontwerp van meerjarenplan 2020-2025 werd 337,37 euro voorzien. De voor advies bezorgde raming van de polder Schelde Durme Oost valt bijgevolg niet binnen de in het meerjarenplan 2020-2025 voorziene toelage.
Op advies van het college van burgemeester en schepenen van 04 januari 2021 zal dit bedrag in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 gecorrigeerd worden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de kostenraming gunstig te adviseren voor een bedrag van 354,29 euro en het restant van 16,92 euro in te schrijven bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.
De door de Polder Schelde Durme Oost voorgelegde raming van 354,29 euro voor het uitvoeren van gewone werken aan de waterlopen van 3de categorie tijdens het dienstjaar 2021 gunstig te adviseren, mits bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 het voorziene bedrag van 337,37 euro wordt aangepast naar 354,29 euro, zijnde een verhoging van 16,92 euro.
De kostenraming van de Polder Schelde Durme Oost voor dienstjaar 2021 wordt geagendeerd op de gemeenteraad van 25 januari 2021.
Afschrift van dit besluit wordt in tweevoud overgemaakt aan:
- de Bestendige Deputatie, Provinciale Technische Dienst Integraal Waterbeleid, Woodrow Wilsonplein 2 te 9000 Gent
- de Polder Schelde Durme Oost, Dorp 1 te 9220 Hamme-Moerzeke.
Gelet op het schrijven van de Polder Schelde Durme Oost op 24 november 2020, houdende de mededeling van de kostenraming van de gewone werken aan de onbevaarbare waterlopen van 3de categorie die door hen tijdens het dienstjaar 2021 op het grondgebied van Lokeren zullen uitgevoerd worden; dat de raming van deze werken 28.392,10 euro bedraagt;
Overwegende dat de aanpassing 2020/2 van het meerjarenplan 2020-2025 reeds afgesloten werd en deze raming bijgevolg te laat ontvangen werd; onder de budgetsleutel AR 64940013 BI 031001 werd een bedrag van 3.798,00 euro ingeschreven;
Overwegende dat deze raming niet past binnen het meerjarenplan 2020-2025 en gunstig kan geadviseerd worden, mits in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 het ingeschreven bedrag van 3.798,00 euro verhoogd wordt met 24.594,10 naar een toelage van 28.392,10 euro;
Overwegende dat het budget onder de budgetsleutel AR 64940013 BI 031001 wordt aangepast zodat de raming valt binnen het budget;
Overwegende dat deze raming past binnen het meerjarenplan 2020-2025 en gunstig kan geadviseerd worden;
Gelet op de Polderwet van 3 juni 1957;
Gelet op de Wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen;
Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet;
Gelet op de bepalingen van het decreet Lokaal bestuur;
Ingevolge de polderwet van 3 juni 1957 en de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen, vallen de gewone onderhouds- en ruimingswerken van de waterlopen van 3de categorie ten laste van de gemeente voor de waterlopen op hun grondgebied gelegen.
In de praktijk worden de werken aan waterlopen binnen de polderomschrijving uitgevoerd door de polder en wordt de factuur ter vereffening voorgelegd aan de stad. Daartoe wordt jaarlijks voorafgaandelijk de kostenraming voor advies voorgelegd aan de gemeenteraad.
De Polder Sinaai - Daknam deelt per brief van 24 november 2020 mee dat de uit te voeren werken aan de waterlopen van 3de categorie voor het dienstjaar 2021 voorlopig geraamd worden op 28.392,10 euro inclusief BTW.
De aanpassing 2020/2 van het meerjarenplan 2020-2025 werd reeds afgesloten en bijgevolg werd deze raming te laat bezorgd. In het ontwerp van meerjarenplan 2020-2025 werd 3.798,00 euro voorzien. De voor advies bezorgde raming van de polder Sinaai - Daknam valt bijgevolg niet binnen de in het meerjarenplan 2020-2025 voorziene toelage.
Op advies van het college van burgemeester en schepenen van 04 januari 2021 zal dit bedrag in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 gecorrigeerd worden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de kostenraming gunstig te adviseren voor een bedrag van 28.392,10 euro en het restant van 24.594,10 euro in te schrijven bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.
De door de Polder Sinaai - Daknam voorgelegde raming van 28.392,10 euro voor het uitvoeren van gewone werken aan de waterlopen van 3de categorie tijdens het dienstjaar 2021 gunstig te adviseren, mits bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 het voorziene bedrag van 3.798,00 euro wordt aangepast naar 28.392,10 euro, zijnde een verhoging van 24.594,10 euro.
De kostenraming van de Polder Sinaai - Daknam voor dienstjaar 2021 wordt geagendeerd op de gemeenteraad van 25 januari 2021.
Afschrift van dit besluit wordt in tweevoud overgemaakt aan:
- de Bestendige Deputatie, Provinciale Technische Dienst Integraal Waterbeleid, Woodrow Wilsonplein 2 te 9000 Gent
- de Polder Sinaai - Dakam, p/a Dries 84 te 9112 Sinaai.
Gelet op het schrijven van de Polder Tussen Schelde en Durme op 27 oktober 2020, houdende de mededeling van de kostenraming van de gewone werken aan de onbevaarbare waterlopen van 3de categorie die door hen tijdens het dienstjaar 2021 op het grondgebied van Lokeren zullen uitgevoerd worden; dat de raming van deze werken 16.813,26 euro bedraagt;
Overwegende dat in het initieel meerjarenplan 2020-2025 het voorziene bedrag voor 2021 16.813,26 euro bedraagt. De voor advies bezorgde raming van de polder Tussen Schelde en Durme valt bijgevolg binnen de in het meerjarenplan 2020-2025 voorziene toelage;
Overwegende dat onder de budgetsleutel AR 64940015 BI 031001 een bedrag van 16.813,26 euro werd ingeschreven, naar analogie met het voorziene bedrag voor jaar 2020.
Overwegende dat deze raming past binnen het meerjarenplan 2020-2025 en gunstig kan geadviseerd worden;
Gelet op de Polderwet van 3 juni 1957;
Gelet op de Wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen;
Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet;
Gelet op de bepalingen van het decreet Lokaal bestuur;
Ingevolge de polderwet van 3 juni 1957 en de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen, vallen de gewone onderhouds- en ruimingswerken van de waterlopen van 3de categorie ten laste van de gemeente voor de waterlopen op hun grondgebied gelegen.
In de praktijk worden de werken aan waterlopen binnen de polderomschrijving uitgevoerd door de polder en wordt de factuur ter vereffening voorgelegd aan de stad. Daartoe wordt jaarlijks voorafgaandelijk de kostenraming voor advies voorgelegd aan de gemeenteraad.
De Polder Tussen Schelde en Durme deelt per brief van 27 oktober 2020 mee dat de uit te voeren werken aan de waterlopen van 3de categorie voor het dienstjaar 2021 voorlopig geraamd worden op 16.813,26 euro inclusief BTW.
In het meerjarenplan 2020-2025 werd initieel een bedrag voorzien van 16.813,26 euro naar analogie van het ingeschreven budget van 2020. De voor advies bezorgde raming van de polder Tussen Schelde en Durme valt bijgevolg binnen de in het meerjarenplan 2020-2025 voorziene toelage.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de kostenraming gunstig te adviseren voor een bedrag van 16.813,26 euro.
De door de Polder Tussen Schelde en Durme voorgelegde raming van 16.813,26 euro voor het uitvoeren van gewone werken aan de waterlopen van 3de categorie tijdens het dienstjaar 2021 gunstig te adviseren.
De kostenraming van de Polder Tussen Schelde en Durme voor dienstjaar 2021 wordt geagendeerd op de gemeenteraad van 25 januari 2021.
Afschrift van dit besluit wordt in tweevoud overgemaakt aan:
- de Bestendige Deputatie, Provinciale Technische Dienst Integraal Waterbeleid, Woodrow Wilsonplein 2 te 9000 Gent
- de Polder Tussen Schelde en Durme, Vicus Pontrave 32 te 9250 Waasmunster.
Gelet op de mail van de Polder Van Belham op 19 november 2020, houdende de mededeling van de kostenraming van de gewone werken aan de onbevaarbare waterlopen van 3de categorie die door hen tijdens het dienstjaar 2021 op het grondgebied van Lokeren zullen uitgevoerd worden; dat de raming van deze werken 1.991,75 euro bedraagt;
Overwegende dat de aanpassing 2020/2 van het meerjarenplan 2020-2025 reeds afgesloten werd en deze raming bijgevolg te laat ontvangen werd; onder de budgetsleutel AR 64940014 BI 031001 werd een bedrag van 9.741,00 euro ingeschreven;
Overwegende dat deze raming past binnen het meerjarenplan 2020-2025 en gunstig kan geadviseerd worden en dat in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 het ingeschreven bedrag van 9.741,00 euro verlaagd wordt naar een toelage van 1.991,75 euro;
Overwegende dat deze raming past binnen het meerjarenplan 2020-2025 en gunstig kan geadviseerd worden;
Gelet op de Polderwet van 3 juni 1957;
Gelet op de Wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen;
Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet;
Gelet op de bepalingen van het decreet Lokaal bestuur;
Ingevolge de polderwet van 3 juni 1957 en de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen, vallen de gewone onderhouds- en ruimingswerken van de waterlopen van 3de categorie ten laste van de gemeente voor de waterlopen op hun grondgebied gelegen.
In de praktijk worden de werken aan waterlopen binnen de polderomschrijving uitgevoerd door de polder en wordt de factuur ter vereffening voorgelegd aan de stad. Daartoe wordt jaarlijks voorafgaandelijk de kostenraming voor advies voorgelegd aan de gemeenteraad.
De Polder Van Belham deelt per mail van 19 november 2020 mee dat de uit te voeren werken aan de waterlopen van 3de categorie voor het dienstjaar 2021 voorlopig geraamd worden op 1.991,75 euro inclusief BTW.
De aanpassing 2020/2 van het meerjarenplan 2020-2025 werd reeds afgesloten en bijgevolg werd deze raming te laat bezorgd. In het ontwerp van meerjarenplan 2020-2025 werd 9.741,00 euro voorzien. De voor advies bezorgde raming Van Belham valt bijgevolg binnen de in het meerjarenplan 2020-2025 voorziene toelage.
Op advies van het college van burgemeester en schepenen van 04 januari 2021 zal dit bedrag in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 gecorrigeerd worden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de kostenraming gunstig te adviseren voor een bedrag van 1.991,75 euro en het budget van 9.741,00 euro te wijzigen naar de geraamde toelage bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.
De door de Polder Van Belham voorgelegde raming van1.991,75 euro voor het uitvoeren van gewone werken aan de waterlopen van 3de categorie tijdens het dienstjaar 2021 gunstig te adviseren. Dat bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 het voorziene bedrag van 9.741,00 euro wordt aangepast naar 1.991,75 euro, zijnde een verlaging van 7.749,25 euro.
De kostenraming van de Polder Van Belham voor dienstjaar 2021 wordt geagendeerd op de gemeenteraad van 25 januari 2021.
Afschrift van dit besluit wordt in tweevoud overgemaakt aan:
- de Bestendige Deputatie, Provinciale Technische Dienst Integraal Waterbeleid, Woodrow Wilsonplein 2 te 9000 Gent
- de Polder van Belham, Dorpsstraat 2 te 9270 Laarne.
Gelet op het schrijven van de Polder van Moervaart en Zuidlede op 22 oktober 2020, houdende de mededeling van de kostenraming van de gewone werken aan de onbevaarbare waterlopen van 3de categorie die door hen tijdens het dienstjaar 2021 op het grondgebied van Lokeren zullen uitgevoerd worden; dat de raming van deze werken 139.470,40 euro bedraagt;
Overwegende dat in de aanpassing 2020/2 van het meerjarenplan 2020-2025 het initieel voorziene bedrag van 137.521,44 euro werd verhoogd met 1.948,96 euro voor 2021, zodat het budget 139.470,40 euro bedraagt. De voor advies bezorgde raming van de polder van Moervaart en Zuidlede valt bijgevolg binnen de in het meerjarenplan 2020-2025 voorziene toelage;
Overwegende dat onder de budgetsleutel AR 64940012 BI 031001 een bedrag van 139.470,40 euro werd ingeschreven, naar analogie met het voorziene bedrag voor jaar 2021.
Overwegende dat deze raming past binnen het meerjarenplan 2020-2025 en gunstig kan geadviseerd worden;
Gelet op de Polderwet van 3 juni 1957;
Gelet op de Wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen;
Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet;
Gelet op de bepalingen van het decreet Lokaal bestuur;
Ingevolge de polderwet van 3 juni 1957 en de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen, vallen de gewone onderhouds- en ruimingswerken van de waterlopen van 3de categorie ten laste van de gemeente voor de waterlopen op hun grondgebied gelegen.
In de praktijk worden de werken aan waterlopen binnen de polderomschrijving uitgevoerd door de polder en wordt de factuur ter vereffening voorgelegd aan de stad. Daartoe wordt jaarlijks voorafgaandelijk de kostenraming voor advies voorgelegd aan de gemeenteraad.
De Polder van Moervaart en Zuidlede deelt per brief van 22 oktober 2020 mee dat de uit te voeren werken aan de waterlopen van 3de categorie voor het dienstjaar 2021 voorlopig geraamd worden op 139.470,40 euro inclusief BTW.
In de aanpassing 2020/2 van het meerjarenplan 2020-2025 werd het initieel voorziene bedrag van 137.521,44 euro verhoogd met 1.948,96 euro voor 2021, zodat het budget 139.470,40 euro bedraagt. De voor advies bezorgde raming van de polder van Moervaart en Zuidlede valt bijgevolg binnen de in het meerjarenplan 2020-2025 voorziene toelage.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de kostenraming gunstig te adviseren voor een bedrag van 139.470,40 euro.
De door de Polder van Moervaart en Zuidlede voorgelegde raming van 139.470,40 euro voor het uitvoeren van gewone werken aan de waterlopen van 3de categorie tijdens het dienstjaar 2021 gunstig te adviseren.
De kostenraming van de Polder Moervaart en Zuidlede voor dienstjaar 2021 wordt geagendeerd op de gemeenteraad van 25 januari 2021.
Afschrift van dit besluit wordt in tweevoud overgemaakt aan:
- de Bestendige Deputatie, Provinciale Technische Dienst Integraal Waterbeleid, Woodrow Wilsonplein 2 te 9000 Gent
- de Polder van Moervaart en Zuidlede, Sleidinge-Dorp 6 te 9940 Sleidinge.
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 april 2018 betreffende de gunning van de basisopdracht m.b.t. “Leveren en aanbrengen van diverse wegmarkeringen” aan Trafiroad nv, Nieuwe Dreef 17 te 9160 Lokeren tegen een coëfficiënt van 0,828; Deze coëfficiënt dient vermenigvuldigd te worden met de eenheidsprijzen vastgelegd door het bestuur en opgenomen in het bestek nr. OVERIG 2014/1/129 (deel 2018). De lijst met eenheidsprijzen maakt integraal deel uit van voormeld bijzonder bestek. De opdracht werd afgesloten voor de periode vanaf de sluiting van het contract tot 31/12/2018;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2018 betreffende de goedkeuring van de 1ste verlenging van deze opdracht tegen een coëfficiënt van 0,828 aan Trafiroad nv; De verlenging liep voor de periode 01/01/2019-31/12/2019. De maximale uitgave voor 2019 bedroeg € 100.000;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 14 oktober2019 betreffende de goedkeuring van de 2de en laatste verlenging van deze opdracht tegen een coëfficiënt van 0,828 aan Trafiroad nv; De verlenging liep voor de periode 01/01/2020-31/12/2020. De maximale uitgave voor 2020 bedroeg € 100.000;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 december2019 betreffende de goedkeuring van verrekening 1 voor een totaal bedrag in meer van € 2.591,44 incl. 21% btw MC WOS en incl. prijsherziening;
Overwegende dat de uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. OVERIG 2014/1/129 (deel 2018);
Overwegende dat tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:
De aannemer heeft hier een prijs van € 7,45/st (excl. btw) voor berekend. Dit resulteert in een meerprijs van € 975,95 (excl. btw).
De aannemer heeft hier een prijs van € 8,28euro/st (excl. btw) voor berekend. Dit resulteert in een meerprijs van € 496,80 (excl. btw).
De aannemer heeft hier een prijs van € 436,29/st (excl. btw) voor berekend. Dit resulteert in een meerprijs van € 8.725,80 (excl. btw).
De aannemer heeft hier een prijs van € 456,69/st (excl. btw) voor berekend. Dit resulteert in een meerprijs van € 913,38 (excl. btw);
Overwegende dat voormelde wijzigingen in totaliteit kunnen begroot worden € 11.111,93 + 21% btw MC WOS = € 13.445,43;
Gelet op het positief advies voor deze wijzigingen met bijhorende kostenraming gegeven door de stedelijke dienst Infrastructuur;
Overwegende dat de nodige kredieten voor de financiering van deze aanvullende werken voorzien zijn in het investeringsbudget in het meerjarenplan 2020-2025 onder de investeringsenveloppe INFRASTRUCTUUR, subproject 2014/129 op de algemene rekening 22400007, beleidsitem 020004 en actiecode ST03B03AP02A01;
Gelet op het verzoek aan de leden van de gemeenteraad om deze wijzigingen als aanvullende werken goed te keuren, samen met de totale kostenraming voor deze wijzigingen voor een globaal geraamd bedrag van € 11.111,93 + 21% btw MC WOS = € 13.445,43;
Overwegende dat deze aanvullende werken, als gevolg van wijzigingen in de opdracht, in toepassing van artikel 38/1 van het KB van 14/01/2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, zonder nieuwe plaatsingsprocedure kunnen doorgevoerd worden en uitgevoerd worden door de oorspronkelijke opdrachtnemer, nl. de firma Trafiroad nv aangezien bij verandering van opdrachtnemer de uitvoering van deze aanvullende werken economisch en technisch niet interessant en niet haalbaar is i.k.v. de uitvoering van de volledige werken;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 38/1 (Aanvullende Werken/Leveringen/Diensten);
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Met beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 april 2018 werd de basisopdracht m.b.t. “Leveren en aanbrengen van diverse wegmarkeringen” gegund aan Trafiroad nv, Nieuwe Dreef 17 te 9160 Lokeren tegen een coëfficiënt van 0,828. Deze coëfficiënt dient vermenigvuldigd te worden met de eenheidsprijzen vastgelegd door het bestuur en opgenomen in het bestek nr. OVERIG 2014/1/129 (deel 2018). De lijst met eenheidsprijzen maakt integraal deel uit van voormeld bijzonder bestek. De opdracht werd afgesloten voor de periode vanaf de sluiting van het contract tot 31/12/2018.
Met beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2018 werd de 1ste verlenging van deze opdracht goedgekeurd tegen een coëfficiënt van 0,828 aan Trafiroad nv. De verlenging liep voor de periode 01/01/2019-31/12/2019. De maximale uitgave voor 2019 bedroeg € 100.000.
Met beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 14 oktober2019 werd de 2de en laatste verlenging van deze opdracht goedgekeurd tegen een coëfficiënt van 0,828 aan Trafiroad nv. De verlenging liep voor de periode 01/01/2020-31/12/2020. De maximale uitgave voor 2020 bedroeg € 100.000.
Met beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 december2019 werd verrekening 1 voor een totaal bedrag in meer van € 2.124,14 excl. btw en excl. prijsherziening of € 2.591,44 incl. 21% btw MC WOS en incl. prijsherziening goedgekeurd.
Tijdens de verdere uitvoering van de werken is gebleken dat er nog volgende diverse wijzigingen noodzakelijk waren, en wel om volgende redenen:
De aannemer heeft hier een prijs van € 7,45/st (excl. btw) voor berekend. Dit resulteert in een meerprijs van € 975,95 (excl. btw).
De aannemer heeft hier een prijs van € 8,28euro/st (excl. btw) voor berekend. Dit resulteert in een meerprijs van € 496,80 (excl. btw).
De aannemer heeft hier een prijs van € 436,29/st (excl. btw) voor berekend. Dit resulteert in een meerprijs van € 8.725,80 (excl. btw).
De aannemer heeft hier een prijs van € 456,69/st (excl. btw) voor berekend. Dit resulteert in een meerprijs van € 913,38 (excl. btw).
Voormelde wijzigingen kunnen in totaliteit begroot worden op € 11.111,93 + 21% btw MC WOS = € 13.445,43.
Deze wijzigingen met bijhorende kostenraming kunnen positief geadviseerd worden door de stedelijke dienst Infrastructuur.
Aan de leden van de gemeenteraad wordt nu gevraagd deze wijzigingen als aanvullende werken goed te keuren, samen met de totale kostenraming voor deze wijzigingen voor een globaal geraamd bedrag van € 11.111,93 + 21% btw MC WOS = € 13.445,43.
Deze aanvullende werken, als gevolg van wijzigingen in de opdracht, kunnen in toepassing van artikel 38/1 van het KB van 14/01/2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, zonder nieuwe plaatsingsprocedure doorgevoerd worden en uitgevoerd worden door de oorspronkelijke opdrachtnemer, nl. de firma Trafiroad nv, aangezien bij verandering van opdrachtnemer de uitvoering van deze aanvullende werken economisch en technisch niet interessant en niet haalbaar is i.k.v. de uitvoering van de volledige werken.
De nodige kredieten voor de financiering van deze aanvullende werken zijn voorzien in de kredieten van het investeringsbudget in het meerjarenplan 2020-2025 onder het investeringsproject INFRASTRUCTUUR, subproject 2014/129 op de algemene rekening 22400007, beleidsitem 020004 en actiecode ST03B03AP02A01.
Goedkeuring wordt verleend voor de aanvullende werken OP1, OP2, OP3 en OP4 (VS 4 aannemer) zoals hierboven omschreven i.k.v. de opdracht ‘Leveren en aanbrengen van diverse wegmarkeringen’, samen met de totale bijhorende kostenraming voor deze wijzigingen voor een globaal geraamd totaalbedrag in meer van € 11.111,93 + 21% btw MC WOS = € 13.445,43.
De nodige kredieten voor de financiering van deze aanvullende werken zijn voorzien in de kredieten van het investeringsbudget in het meerjarenplan 2020-2025 onder de investeringsenveloppe INFRASTRUCTUUR, subproject 2014/129 op de algemene rekening 22400007, beleidsitem 020004 en actiecode ST03B03AP02A01.
Overwegende dat het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Lokeren dateert van 2005; dat na een periode van meer dan 10 jaar bepaalde inzichten en ontwikkelingsprincipes in het huidige structuurplan sterk achterhaald zijn en aangepast dienen te worden aan de huidige maatschappelijke trends en beleidsmatige perspectieven; dat de ruimtelijke ontwikkeling wordt geconfronteerd met nieuwe en veranderende maatschappelijke uitdagingen: globalisering, demografie, klimaat, energie, mobiliteit, economie, biodiversiteit en voedselproductie; dat de klimaatverandering en de energietransitie een inhoudelijke vernieuwing van het bestaande ruimtelijk beleid vragen;
Overwegende dat een herziening van het bestaande gemeentelijk ruimtelijk structuurplan op de ‘oude wijze’ niet voldoet aan de behoefte om over een flexibel instrument te beschikken dat de huidige maatschappelijke trends en beleidsmatige perspectieven op lokaal niveau vertaalt naar ruimtelijke strategieën; dat ook de wettelijke procedures voor de opmaak van een beleidsplan werden gewijzigd;
Overwegende dat Lokeren nood heeft aan een ruimtelijke visie waarbij de principes van een duurzame ontwikkeling voorop staan; dat binnen het nieuwe ruimtelijk beleidsplan een (nieuwe) geactualiseerde ruimtelijke visie moet ontstaan die een duidelijke identiteit voor Lokeren naar voor brengt, waar iedereen zich mee kan identificeren;
Overwegende dat de stad daarom een strategische visie wenst te ontwikkelen met beleidsdoelstellingen en acties die in een toekomstig beleidsplan kunnen opgenomen worden; dat het beleidsplan kan inspelen op lange termijnevoluties en met de belangrijkste ontwikkelings- en veranderingsopdrachten; dat het beleidsplan ook kan omgaan met onzekerheid en verandering en inspelen op tendensen, onverwachte gebeurtenissen, omstandigheden of kansen die zich kunnen voordoen;
Overwegende dat het bijgevolg nodig is een opdracht te gunnen met als voorwerp: “Aanstelling van een ontwerper voor de opmaak van een gemeentelijk beleidsplan 'Ruimte'”;
Overwegende dat na bespreking van dit agendapunt in de raad blijkt dat de gunnings- en selectiecriteria best zouden herbekeken worden;
Overwegende dat aan de raad wordt gevraagd om dit agendapunt te verdagen naar een volgende gemeenteraadszitting;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Lokeren dateert van 2005. Na een periode van meer dan 10 jaar zijn bepaalde inzichten en ontwikkelingsprincipes in het huidige structuurplan sterk achterhaald en dienen deze aangepast te worden aan de huidige maatschappelijke trends en beleidsmatige perspectieven. De ruimtelijke ontwikkeling wordt geconfronteerd met nieuwe en veranderende maatschappelijke uitdagingen: globalisering, demografie, klimaat, energie, mobiliteit, economie, biodiversiteit en voedselproductie. De klimaatverandering en de energietransitie vragen een inhoudelijke vernieuwing van het bestaande ruimtelijk beleid.
Een herziening van het bestaande gemeentelijk ruimtelijk structuurplan op de ‘oude wijze’ voldoet niet aan de behoefte om over een flexibel instrument te beschikken dat de huidige maatschappelijke trends en beleidsmatige perspectieven op lokaal niveau vertaalt naar ruimtelijke strategieën. Ook de wettelijke procedures voor de opmaak van een beleidsplan werden gewijzigd.
Lokeren heeft nood aan een ruimtelijke visie waarbij de principes van een duurzame ontwikkeling voorop staan. Binnen het nieuwe ruimtelijk beleidsplan moet een (nieuwe) geactualiseerde ruimtelijke visie ontstaan die een duidelijke identiteit voor Lokeren naar voor brengt, waar iedereen zich mee kan identificeren.
De stad wenst daarom een strategische visie te ontwikkelen met beleidsdoelstellingen en acties die in een toekomstig beleidsplan kunnen opgenomen worden. Het beleidsplan kan inspelen op lange termijnevoluties en met de belangrijkste ontwikkelings- en veranderingsopdrachten. Het beleidsplan kan ook omgaan met onzekerheid en verandering en inspelen op tendensen, onverwachte gebeurtenissen, omstandigheden of kansen die zich kunnen voordoen.
Het bestek hiervoor wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de leden van de gemeenteraad, evenals de globale kostenraming van de opdracht begroot op € 177.685,95 + 21% btw = € 215.000.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten is van toepassing op deze opdracht.
Als wijze van gunnen wordt een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure (artikel 41, §1, 1° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten – diensten kleiner dan € 214.000 excl. btw) voorgesteld.
De uitgave is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 in het investeringsbudget onder het project ‘OMGEVING’, subproject 2014/165, onder de algemene rekening 21400007 en beleidsitem 060000 (actiecode ST07B01AP01A01).
Dit agendapunt te verdagen naar een volgende gemeenteraadszitting.
Gelet op de brief d.d. 15 december 2020, ontvangen d.d. 18 december 2020 bezorgt gemeente Lochristi het ongunstig advies van de gemeenteraad over de dienstjaarrekening 2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken), alsook van de eigenlijke rekening 2019;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij de decreten van 20 januari 2006 en 6 juli 2012, inzonderheid op hoofdstuk III Financieel beheer, afdeling 5 Jaarrekening en eindrekening;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij de besluiten van 5 september 2008 en 14 december 2012;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst, gewijzigd bij de besluiten van 5 september 2008 en 12 februari 2013;
Gelet op de omzendbrief BB 2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op het gewijzigde meerjarenplan 2014 - 2019 en op het budget 2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken);
Gelet op de door de gouverneur goedgekeurde jaarrekening 2018 van de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken);
Overwegende dat de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken) deels het grondgebied van de gemeente Lochristi en deels het grondgebied van de stad Lokeren beslaat;
Overwegende dat voor de gemeentelijke toelagen volgende verdeelsleutel van toepassing is: 67 % voor de gemeente Lochristi en 33 % voor de stad Lokeren;
Gelet op de voor advies voorgelegde rekening van de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken) over het dienstjaar 2019, goedgekeurd door de kerkraad in vergadering van 28 april 2020, met een overschot in exploitatie van 667,61 euro en een overschot in investeringen van 103.429,36 euro;
Overwegende dat de omzendbrief BB 2013/01 voorschrijft welke documenten de toelichting bij de jaarrekening moet bevatten;
Overwegende dat de aan de gemeente bezorgde jaarrekening 2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken) de hierna vermelde vereiste documenten niet bevat:
- de toelichtende tekst bij de jaarrekening
- een bewijsstuk van de kastoestand waaruit blijkt dat de cijfers van de boekhouding overeenstemmen met de saldi van de financiële rekeningen en de kassen van het bestuur van de eredienst
- een overzicht van de interne kredietaanpassingen
- de geactualiseerde investeringsfiches voor de investeringen waarvoor gedurende het financiële boekjaar één of meer verrichtingen werden geregistreerd
- de staat van het vermogen waarin de waarde van de elementen uit de inventaris die gewaardeerd werden, wordt opgenom;
Overwegende dat uit het cijfermatig onderzoek van de rekening 2019 de hierna vermelde gebreken blijken:
- In het document van de jaarrekening 2019, deel exploitatie, blijken een aantal cijfers in de kolom van het budget 2019 niet overeen te stemmen met het eigenlijke budget 2019 (vb. de functie '2102 schoonmaken' waar in het eigenlijke budget 2019 9.500,00 euro werd ingeschreven, terwijl in het document van de jaarrekening 2019, in de kolom waar het identieke budgetcijfer 2019 zou moeten staan, nog maar slechts 7,933,47 euro wordt vermeld), waaruit geconcludeerd kan worden dat er in feite een interne kredietaanpassing is uitgevoerd doch dat deze niet aan het gemeentebestuur werd medegedeeld middels het voorziene document;
- In het document van de jaarrekening 2019, deel exploitatie, blijken een aantal cijfers in de kolom van het budget 2019 niet alleen niet overeen te stemmen met het eigenlijke budget 2019, maar werden (door de vermoedelijk uitgevoerde interne kredietaanpassing) de voorziene bedragen in de kolom 'budget 2019' ook overschreden (vb. de functie '232 onderhoud' waar in het eigenlijke budget 2019 2.000,00 euro werd ingeschreven, terwijl in het document van de jaarrekening 2019 in de kolom waar het identieke budgetcijfer 2019 zou moeten staan, een budget van 3.266,15 euro wordt vermeld en waaruit de kolom van de cijfers van de eigenlijke jaarrekening blijkt dat er effectief 4.295,50 werd uitgegeven waardoor het (oneigenlijke aangepaste) budget 2019 wordt overschreden;
- Voor de hoofdfunctie '23 Privaat patrimonium' werd in het budget 2019 5.750,00 euro voorzien, terwijl uit de rekening 2019 blijkt dat effectief 6.779,35 euro werd uitgegeven. Dergelijke budgetoverschrijding op een hoofdfunctie kan niet gecorrigeerd worden door middel van een interne kredietaanpassing maar moet aan de gemeenteraad voorgelegd worden door middel van een budgetwijziging (hetgeen niet is gebeurd)
- In het document van de jaarrekening 2019, deel investeringen, worden op een groot aantal functies ontvangsten (voor een totaal bedrag van 496.881,11) en uitgaven (voor een totaal bedrag van 439.247,03 euro) geboekt, terwijl zowel in het meerjarenplan 2014-2019, budgetjaar 2019, als in het budget 2019 telkens op alle functies in investeringen 0,00 euro werd voorzien. Dergelijke wijzigingen in het deel investeringen vereisen normaliter een aanpassing van het meerjarenplan én een budgetwijziging (hetgeen niet is gebeurd)
- Er wordt aanbevolen om geen overschot of tekort in investeringen te hebben waardoor het bijgevolg aangewezen is dat de Z-waarde op de overzichtspagina van de jaarrekening (blz. 2) 0,00 euro bedraagt. In de jaarrekening 2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken) nam dit overschot toe tot 103.429,36 euro, terwijl hiervoor geen verklaring wordt gegeven (door middel van een toelichting)
- Uit de geactualiseerde inventaris bij de jaarrekening 2019 blijkt dat de kerkfabriek Sint-Eligius op diverse zicht- en spaarrekeningen en in de vorm van contant geld, als beschikbare gelden een bedrag van 104.096,97 euro bezit en dat er op diverse patrimoniumrekeningen een bedrag van 577.742,84 staat, terwijl deze bedragen niet overeenstemmen met de bezorgde rekeninguittreksels (doordat het document 'Bewijsstuk van de kastoestand' ontbreekt kan dit ook niet nader onderzocht worde;
Overwegende dat de penningmeester van de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken) en de verantwoordelijke bedienaar van de eredienst geen verklaring of oplossing konden bieden voor de geschetste gebreken of fouten;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Overwegende dat ingevolge bovenstaande gebreken door de gemeenteraad Lochristi in de zitting van 30 november 2020 een ongunstig advies wordt uitgebracht over de rekening 2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken). Deze beslissing werd toegestuurd aan de provinciegouverneur, de stad Lokeren, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken) en overhandigd aan de financieel directeur;
Overeenkomstig artikel 55 paragraaf 2 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten bezorgt gemeente Lochristi per brief van d.d. 15 december 2020, ontvangen d.d. 18 december 2020 het ongunstig advies van de gemeenteraad Lochristi over de dienstjaarrekening 2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken), alsook van de eigenlijke rekening 2019.
De gemeenteraad neemt kennis van het ongunstig advies van de gemeenteraad Lochristi in zitting d.d. 30 november 2020 over de dienstjaarrekening 2019 van de kerkfabriek Sint-Eligius (Zeveneken).
Gelet op artikel 32 §2, 48 en 49 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij de decreten van 20 januari 2006 en 6 juli 2012;
Gelet op het goedgekeurde meerjarenplan 2020-2025 van de erediensten op grondgebied Lokeren door de gemeenteraad op 26 juni 2020;
Gelet op de ingediende budgetwijzigingen op 9 december 2020 door de kerkfabrieken O.L.V. Daknam, Heilig Hart Heiende, O.L.V. Hemelvaart Eksaarde, Sint Laurentius Lokeren en O.L.V. Doorslaar;
Gelet op de gunstige adviezen van 8 december 2020 van het representatief orgaan Bisdom Gent betreffende de ingediende budgetwijzigingen van de kerkfabrieken O.L.V. Daknam, Heilig Hart Heiende, O.L.V. Hemelvaart Eksaarde, Sint Laurentius Lokeren en O.L.V. Doorslaar;
Overwegende dat de ingediende budgetwijziging door kerkfabriek O.L.V. Daknam een louter technische budgetwijziging betreft m.b.t. de overboeking naar de privaat patrimoniumrekening in 2019 en bijgevolg geen impact heeft op het budget 2020;
Overwegende dat de ingediende budgetwijziging door kerkfabriek Heilig Hart Heiende een overdracht van de resterende investeringstoelage van 2019 naar 2020 ten bedrage van 7.688,71 EUR betreft; dat dit via de overdracht van investeringsbudgetten Stad Lokeren 2019 naar 2020 op het CBS van 6 april 2020 werd overgedragen; dat Stad Lokeren hiervan reeds een deel in 2020 heeft gestort ter betaling van de tweede factuur van Buyle (nr. 819) en het overschot van de investeringstoelage Heilig Hart Heiende zal gebruikt worden ter preventie en herstelling van schade door vochtproblemen; dat Heilig Hart Heiende hiervoor nog een aanpassing meerjarenplan 2020-2025 dient in te dienen;
Overwegende dat de ingediende budgetwijziging door kerkfabriek O.L.V. Hemelvaart Eksaarde een verhoging van de exploitatietoelage heeft gevraagd ten bedrage van 450,00 EUR; dat dit deels komt door extra uitgaven ten belope van een bedrag van 300,00 EUR voor de aankoop van beschermingsmiddelen ten gevolge van de coronacrisis; dat dit deels komt door de sluiting van de kerk, de beperkingen in de publieke aanwezigheid en dat daardoor er minder inkomsten waren, vooral bij uitvaarten, dat het resultaat nog onbekend maar te schatten is rond de 500,00 EUR; dat dit deels komt doordat de effecten van het plaatsen van zonnepanelen stilaan duidelijk wordt en dat het aandeel van de huurder in de elektriciteitsrekening teruggelopen is; dat dit deels komt door de stijging van de onroerende voorheffing ten bedrag van 98,00 EUR en dat dit buiten de voorziene uitgave gevallen is; dat O.L.V. Hemelvaart Eksaarde hiervoor nog een aanpassing meerjarenplan 2020-2025 dient in te dienen;
Overwegende dat om bovenstaande aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 budgetneutraal te houden, de toegestane exploitatietoelage van het budget 2021 van kerkfabriek Heilig O. L. V. Hemelvaart Eksaarde met 450,00 EUR verminderd dient te worden;
Overwegende dat de ingediende budgetwijziging door kerkfabriek Sint Laurentius Lokeren een wijziging van de investeringstoelage voor de kosten voor de onderzoekspremie opmaak beheersplan ten bedrage van 9.780,97 EUR betreft; dat dit via de overdracht van investeringsbudgetten Stad Lokeren 2019 naar 2020 op het CBS van 6 april 2020 werd overgedragen; dat via CBS-besluit van 27/04/2020 en CBS-besluit van 17/08/2020 deze bedragen door Stad Lokeren werden uitbetaald; dat Sint Laurentius Lokeren hiervoor een aanpassing meerjarenplan 2020-2025 heeft ingediend op 16 november 2020 en de einde termijn 18 maart 2021 betreft;
Overwegende dat de ingediende budgetwijziging door kerkfabriek O.L.V. Doorslaar een louter technische budgetwijziging betreft m.b.t. de overboeking naar een andere MAR en bijgevolg geen impact heeft op het budget 2020;
Een kerkfabriek moet een budgetwijziging doorvoeren telkens de bijsturing van de planning voor de exploitatie tot gevolg heeft dat het totaal van ontvangsten of van de uitgaven van één van de hoofdfuncties (code 10, 11, 20, 21, enz.) gewijzigd wordt.
Op 9 december 2020 werden door het centraal kerkbestuur van Lokeren via Religiopoint budgetwijzigingen ingediend door de kerkfabrieken O.L.V. Daknam, Heilig Hart Heiende, O.L.V. Hemelvaart Eksaarde, Sint Laurentius Lokeren en O.L.V. Doorslaar. Deze werden op 8 december 2020 door het representatief orgaan Bisdom Gent gunstig geadviseerd.
De gemeenteraad dient zich binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid, uit te spreken over de ingediende budgetwijzigingen en hij verstuurt zijn besluit uiterlijk de laatste dag van deze termijn aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan. Voor de ingediende budgetwijzigingen is de einde termijn 28 januari 2021.
De gemeenteraad neemt akte van de budgetwijzigingen van O.L.V. Daknam en O.L.V. Doorslaar.
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging van Heilig Hart Heiende goed op voorwaarde dat voor 28 februari 2021 een aanpassing van meerjarenplan 2020-2025 voor de kerkfabriek Heilig Hart Heiende ingediend zal worden.
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging van O.L.V. Hemelvaart Eksaarde goed op voorwaarde dat voor 28 februari 2021 een aanpassing van meerjarenplan 2020-2025 voor de kerkfabriek O.L.V. Hemelvaart Eksaarde ingediend zal worden dat voor het budget van 2021 450,00 EUR minder aan exploitatietoelage zal voorzien.
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging van Sint Laurentius Lokeren goed mits een aanpassing van meerjarenplan 2020-2025 voor de kerkfabriek Sint Laurentius Lokeren dat ingediend werd op 16 november 2020.
Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabrieken in kwestie en het erkend representatief orgaan.
Overwegende dat de gemeenteraad in zitting van 08 september 2008 een overeenkomst heeft goedgekeurd met 'De Watergroep' (Riopact) betreffende de uitbouw, het onderhoud en het beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel van de stad Lokeren;
Overwegende dat jaarlijks in gemeen overleg tussen de stad Lokeren en 'De Watergroep' (Riopact) een dienstenpakket voor de uitbouw en het beheer van het gemeentelijke rioleringsstelsel, wordt samengesteld;
Overwegende dat dit dienstenpakket op vraag en op maat van de stad Lokeren kan samengesteld worden uit de volledige takenlijst voor de uitbouw, onderhoud en beheer van gemeentelijke rioleringsstelsels;
Gelet op het takenpakket 2021 dat in overleg tussen de stad Lokeren en 'De Watergroep' (Riopact) werd uitgewerkt omvat volgende
Eénmalige taken:
Jaarlijks terugkerende taken:
(*) De uitgave voor de bouw van 3 IBA's en enkele diverse, algemene taken in het kader van Riopact, werd voorzien in het investeringbudget van 2021, op het subproject 2014/143 voor een totaal bedrag van 60.551€, waaronder 30.341€ voor de IBA's, 5.905€ voor het beheer van de riooldatabank, 734€ voor de KLIP-aanvragen en AWIS, 1.801 voor het beheer van de hydraulische modellen, 7.205€ voor de hydraulische en technische adviezen en 3.986 voor het Rio-management.
Overwegende dat aan de gemeenteraad wordt gevraagd om dit voorstel van takenpakket 2021 in het kader van Riopact Lokeren goed te keuren.
In uitvoering van de overeenkomst De Watergroep - Lokeren voor de uitbouw en het beheer van het gemeentelijk rioleringsnet stellen de stad Lokeren en RioAct elk jaar het takenpakket samen uit de takenlijst in bijlage 1 van de overeenkomst.
Sommige taken (zoals bv. beheer van pompstations en IBA's) komen jaarlijks terug, andere taken zijn éénmalig en lopen over 1 of meerdere jaren (zoals bv. projectmanagement, afkoppelingsdeskundige, werftoezicht, projectgerelateerde kosten + investeringen voor een bepaald rioleringsdossier).
Voorstel om het takenpakket 2021 in het kader van Riopact Lokeren goed te keuren.
het voorstel van takenpakket 2021 in het kader van Riopact Lokeren wordt goedgekeurd.
Aquafin maakte in opdracht van de stad een hemelwaterplan op. In dit plan zijn tevens verschillende 'missing links' in het regenwaterafvoersysteem teruggevonden. In bepaalde gevallen gaat het over het instromen van grote hoeveelheden (proper) regenwater in de (gemengde) riolering. Dit regenwater stroomt dus naar een zuiveringsstation omdat een RWA-afvoer ontbreekt. Projecten die een significante invloed hebben op de werking en de efficiëntie van rioolwaterzuiveringsstations, worden als bovegemeentelijk beschouwd. De Vlaamse MilieuMaarschappij (VMM) draagt deze projecten op aan Aquafin voor verdere concrete uitvoering.
In juni 2020 keurde de Vlaamse Regering het ‘Optimalisatieprogramma 2021-2025 Bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur’ goed. In het eerste OP-jaar (2021) zit ook project "23584: RWA-as Bergendries" vervat. Dit dossier betreft de aanleg van een nieuwe RWA-leiding die start thv het kruispunt Karrestraat x Oude Heerweg (waar de gescheiden riolering momenteel nog overgaat in een gemengde riool) en loopt tot aan de Clipsenbeek thv Aardeken. In totaal zal ongeveer 5,6ha verharde oppervlakte afgekoppeld worden, dit regenwater zal dus niet langer in de riolering terecht komen maar via een buffer/infiltratievijver (het optimaliseren van de vijver Raemdonckpark) worden afgevoerd naar de waterlopen. In dit stuk zal tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt worden om de wegenis en de woningen af te koppelen en de straat op te waarderen (is momenteel in slechte staat). Gezien Aquafin deze werken niet ten lase kan nemen (enkel herstel), wil de stad Lokeren zich als partner voor dit project engageren.
Omdat het voor VMM bovendien belangrijk is dat het effect op het RWZI voldoende groot is (anders kan het niet als bovengemeentelijk dossier worden opgevat), is het belangrijk dat ook de Pijstraat (het deel dat niet vervat zat in het dossier van de tunnel) wordt aangepakt. Dit stukje straat loost vandaag nog steeds in de gracht: vanuit VMM kan er geen goedkeuring worden gegeven aan het OP-project wanneer niet alle straten binnen dit gebied op zijn minst gerioleerd zijn. Aquafin stelt dus voor om het afvalwater van de woningen in de Pijlstraat aan te sluiten op de gemengde riolering die achteraan de percelen loopt en de bestaande gracht in de Pijlstraat als opvang en afvoer voor regenwater te kunnen inrichten. Via deze beperkte ingreep kan dan ook de overloop van de wadi's van de tunnel hiernaartoe gebracht worden zodat dit niet langer via de schrijverswijk moet worden afgevoerd. Op die manier wordt het afvalwater van alle woningen in het gebied aangesloten op de riolering en wordt het regenwater optimaal afgekoppeld van de riolering en naar de aanwezige grachten en waterlopen gebracht. Deze werken zitten niet vervat in het OP- of Aquafin-dossier maar er werd door de stad een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor subsidies. Het dossier werd ondertussen ontvankelijk verklaard maar werd nog niet toegewezen aan een specifiek subsidieprogramma.
Aquafin heeft een Multilaterale Overeenkomst Studiebureaus, afgesloten tussen Aquafin en Ontwerper d.d. 1 februari 2018, waarop zij kunnen terugvallen voor de aanstelling van een ontwerper. Op basis hiervan wordt Jouret bvba uit SInt- Niklaas aangesteld voor de opmaak van een studie- en ontwerpdossier voor project '23584: RWA-as Bergendries'
Gezien de stad als partij mee in dit project betrokken wil worden, is het belangrijk dat een samenwerkingsovereenkomst wordt opgemaakt tussen Aquafin, Jouret en stadsbestuur. Deze wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Gelet op de goedkeurig van het 'Optimalisatieprogramma 2021-2025 Bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructu' door de Vlaamse regering in juni 2020;
Overwegende dat project "23584: RWA-as Bergendries" vervat zit in het eerste OP-jaar (2021);
Gelet op de Multilaterale Overeenkomst Studiebureaus, afgesloten tussen Aquafin en Ontwerper d.d. 1 februari 2018;
Gelet op de aanstelling van Jouret bvba uit Sint-Niklaas voor de opmaak van een studie voor project "23584: RWA-as Bergendries";
Overwegende dat het wenselijk is dat de stad betrokken partij is in dit project gezien er ook rioleringswerken noodzakelijk zijn in de Pijlstraat, het wenselijk is dat ook de woningen en de straat (langsheen het tracé van het projectgebied) wordt afgekoppeld en van de gelegenheid gebruik gemaakt wordt de rijweg binnen het projectgebied te optimaliseren, dat deze kosten niet ten latste van Aqaufin genomen zullen worden;
De overeenkomst tussen het stadsbestuur en Aquafin enerzijds en het studiebureau Jouret bvba anderzijds goed te keuren voor de studie van project "23584 RWA-as Bergendries".
Een exemplaar van de goedgekeurde overeenkomst over te maken aan Aquafin, Dijkstraat 8, 2630 Aartselar.
Gelet de Europese Kaderrichtlijn Water, dd. 23/10/2000, waarbij het de bedoeling is de watervoorraden en de waterkwaliteit in Europa veilig te stellen en de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte af te zwakken; dat deze richtlijn er moet voor zorgen dat we de goede kwaliteit van ons oppervlakte- en grondwater behalen, dat de kaderrichtlijn in Vlaanderen werd vertaald in het decreet Integraal Waterbeleid en dat de praktische uitwerking ervan gebeurt op basis van stroomgebiedbeheerplannen en maatregelenprogramma's;
Gelet op het goedgekeurde Zoneringsplannen, herzien op 12 maart 2016, die voor elke gemeente vastlegt hoe en wanneer het huishoudelijk afvalwater wordt gesaneerd, wie welke projecten (riolering en individuele zuivering) moet uitvoeren en welke projecten het meest prioritair zijn en binnen welke termijn ze moeten worden uitgevoerd;
Gelet op de Gebiedsdekkende UitvoeringsPlannen (GUP), tevens dd. 12 maart 2016, waarin de visie van het Zoneringsplan werd uitgewerkt en die aan alle nog op stapel staande rioleringsprojecten een prioriteit tot uitvoering toekennen;
Overwegende dat de groene cluster (= het gebied waar nog collectieve zuivering zal worden voorzien) 'Beerveldestraat - Nieuwe Molenstraat' op het GUP een prioriteit '4' krijgt en dus dient uitgevoerd te worden in de periode 2022-2027;
Gelet op het overnamepunt, of de plaats waar de gemeentelijke taak van afvalwaterinzameling overgaat in de gewestelijke taak van afvalwatertransport; dat dit overnamepunt voor de stad Lokeren is vastgelegd op 300 IE (= inwonersequivalent);
Gelet op het Lokaal Pact, waarbij de gemeenten voor de (her)aanleg van hun rioleringsstelsel een extra beroep kunnen doen op subsidies van de Vlaamse overheid;
Gelet op de goedkeuring van het 'Investeringsprogramma 2021-2025' voor de optimalisatie van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur in het Vlaamse Gewest, op 17 juni 2020, door Vlaams minister van Omgeving, Zuhal Demir;
Gelet op de goedkeuring van project "23416 Aansluiting Nieuwe Molenstraat en Beerveldestraat", dat de Vlaamse MilieuMaarschappij (VMM) dit project opdraagt aan Aquafin voor verdere concrete uitvoering;
Gelet op de Multilaterale Overeenkomst Studiebureaus, afgesloten tussen Aquafin en Ontwerper studiebureau ir. Ch. Lobelle bvba uit Vrasene/jabbeke d.d. 1 februari 2018.
Overwegende dat de stad betrokken partij is in dit project gezien een deel van de rioleringswerken, de afkoppelingswerken en de opwaardering en herinrichting van de straat ten laste zijn van de stad, dat het wenselijk is dat dit project als één geheel bekeken en ontworpen wordt;
De Beerveldestraat en Nieuwe Molenstraat zijn nog niet voorzien van een riolering. Alle afvalwater komt er via al dan niet ingebuisde grachten in de waterloop terecht. In het zoneringsplan -herzien in 2016- is voorzien dat in deze straten een gescheiden rioleringsstelsel dient te worden aangelegd.
Deze straten kregen in het GUP (Gemeentelijk Uitvoeringsplan) door de Vlaamse MilieuMaatschappij een prioriteit 4 (van 1 tot 10) toegewezen, wat betekent dat er tussen 2022 en 2027 een riolering dient te worden aangelegd. Bovendien wordt in deze straten het afvalwater van meer dan 300 inwoners verzameld waardoor het overnamepunt wordt overschreden en een deel van het project als bovengemeentelijk wordt aanzien. Bovengemeentelijke projecten worden door VMM opgedragen aan Aquafin.
Het dossier komt ook deels in aanmerking voor het Lokaal Pact, waarbij gemeenten voor de aanleg van hun rioleringsstels extra beroep kunnen doen op Aquafin, maar waar het wel de bedoeling is dat de stad na uitvoering van de werken het beheer van de aangelegde riolering voor haar rekening neemt. De projectkeuze voor het Lokaal Pact gebeurt door de VMM, hierbij wordt gestreefd naar een maximaal ecologisch rendement.
Op 17 juni 2020 keurde Vlaams minister van Omgeving, Zuhal Demir, het 'Investeringsprogramma 2021-2025' voor de optimalisatie van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur in het Vlaamse Gewest goed. Project "23416 Aansluiting Nieuwe Molenstraat en Beerveldestraat", werd hierin opgenomen en de VMM heeft dit project opgedragen aan Aquafin voor verdere concrete uitvoering;
Aquafin stelde, in het kader van de huidige MLO, studiebureau ir. Ch. Lobelle bvba uit Varsenare/Jabbeke aan als ontwerper voor het project. Gezien de stad een aandeel zal hebben in het project, én het wenselijk is dat het volledige dossier als één geheel wordt ontworpen, wordt een samenwerkingsovereenkomst tussen Aquafin, ontwerber Lobelle en de stad ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd. Deze omschrijft de opdracht van de ontwerper en de gevraagde erelonen.
De overeenkomst tussen het stadsbestuur en Aquafin enerzijds en het studiebureau ir. Ch. Lobelle bvba anderzijds goed te keuren voor de studie van de aansluiting van de Nieuwe Molenstraat en Beerveldestraat.
Een exemplaar van de goedgekeurde overeenkomst over te maken aan Aquafin, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar.
Overwegende dat onderwijsinstellingen per schooljaar twee pedagogische studiedagen vrij kunnen toewijzen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17.04.1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;
Gelet op zijn beslissing van 25.05.2020 waarbij de pedagogische studiedagen voor het schooljaar 2020 - 2021 worden vastgelegd op 09.12.2020 en 11.02.2021;
Gelet op het bericht van Hilde Quix, onderwijsinspecteur deeltijds kunstonderwijs, ontvangen op 15.12.2020 waarbij een verkennend onderzoek onderwijsinspectie wordt vastgelegd op 11.02.2021 en 12.02.2021;
dat de geplande pedagogische studiedag op 11.02.2021 bijgevolg niet kan doorgaan;
Gelet op het voorstel van de directie van de Kunstacademie Ter Beuken om de pedagogische studiedag te verplaatsen naar 22.03.2021;
Gelet op het protocol en de notulen van het afzonderlijk bijzonder comité onderwijs van 06.01.2021;
Gelet het decreet lokaal bestuur;
In de gemeenteraad van 25 mei 2020 werd de schoolkalender voor de Kunstacademie Ter Beuken schooljaar 2020 - 2021 vastgelegd. Hierin staat een pedagogische studiedag gepland op 11 februari 2021.
Op 15 december 2020 kregen we bericht van de onderwijsinspectie dat er verkennend onderzoek zal doorgaan op donderdag 11 en vrijdag 12 februari 2021. Hierdoor kan de origineel geplande pedagogische studiedag niet doorgaan en dient deze verplaatst te worden.
De pedagogische studiedag zal plaatsvinden op maandag 22 maart 2021.
De pedagogische studiedag van de Kunstacademie Ter Beuken gepland op 11.02.2021 te wijzigen naar 22.03.2021.
Overwegende dat openbare organisaties de wetgeving op de overheidsopdrachten (gunnings-procedure) moeten toepassen om te kunnen samenwerken met een private dienstverlener; dat Poolstok, rekening houdend met de wetgeving overheidsopdrachten, raamcontracten afsluit met gespecialiseerde P&O-kantoren bijvoorbeeld binnen de HR-domeinen selectie (vb. assessments, capaciteitstesten), uitzendarbeid, evaluatie decretale graden en outplacement;
Overwegende dat het OCMW-bestuur Lokeren in 2012 vennoot is geworden van Poolstok (raadsbeslissing d.d. 22 maart 2012); dat het stadsbestuur Lokeren evenwel nog niet is toegetreden tot Poolstok;
Overwegende dat Poolstok een coöperatieve vennootschap van privaat recht is met uitsluitend vennoten uit de publieke en para-publieke sector in Vlaanderen;
dat Poolstok sinds 2000 operationeel is, en momenteel ruim 400 vennoten telt, waaronder zowel lokale besturen, OCMW’s, autonome overheidsbedrijven, onderwijsinstellingen, intercommunales, politiezones, hulpverleningszones, huisvestingsmaatschappijen en zorginstellingen;
Overwegende dat de relatie tussen Poolstok en haar vennoten wordt geregeld in een beheersreglement;
dat Poolstok uitsluitend werkt voor haar vennoten die elk als entiteiten behorende tot de overheid kunnen worden beschouwd en gezamenlijk het toezicht uitoefenen op de vennootschap waardoor de inhouse-kwalificatie van toepassing is;
Overwegende dat Poolstok fungeert als een aankoopcentrale volgens artikel 2, 7°, van de wet inzake overheidsopdrachten d.d. 16 juni 2017 dat stelt dat de aankoopcentrale diensten verwerft via raamcontracten die bestemd zijn voor haar vennoten (klanten), aanbestedende overheden;
Overwegende dat Poolstok een heel breed dienstenpakket levert zowel inzake werving en selectie, uitzendarbeid als in de brede P&O-activiteiten zoals organisatie van assessment centers, doorlichting van organisaties, begeleiding bij veranderingstrajecten, opmaak personeelsplannen, optimaliseren van processen, evaluatie in het algemeen en evaluatie decretale graden, outplacement, coaching, communicatie, en dergelijke meer en bijgevolg elke vennoot gebruik kan maken van de meer dan 70 afgesloten raamovereenkomsten binnen meer dan 15 verschillende P&O domeinen;
dat Poolstok daartoe altijd samenwerkt met erkende dienstverleners na een grondige marktvergelijking en met correcte toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten;
Overwegende dat Poolstok steeds kwaliteit garandeert op basis van evidence based selectie- en gunningscriteria en er de voorkeur aan geeft om te werken met spelers die hun diensten verlenen op basis van wetenschappelijk onderbouwde methoden en technieken;
Overwegende dat het bestuur door toetreding tot Poolstok gebruik kan maken van de schaalvoordelen zowel inzake kostprijs als kwaliteit van de dienstverleners;
dat Poolstok de meest gunstige tarieven garandeert;
Overwegende dat de relatie tussen Poolstok en haar vennoten op reglementaire basis stoelt en niet van contractuele aard is, en gezien de inhouse-kwalificatie, zijn de openbare besturen die lid zijn van Poolstok vrijgesteld van de toepassing van de wetgeving overheidsopdrachten om van de diensten van de door Poolstok via overheidsopdrachten geselecteerde dienstverleners gebruik te maken;
Overwegende dat Poolstok aan haar vennoten een netwerk van professionele dienstverleners in de P&O- en consultancysector garandeert;
Overwegende dat de toetreding geen verplichting tot afname inhoudt en het bestuur dus zijn maximale keuzevrijheid behoudt; dat stad Lokeren zodoende beschikt over een P&O-ondersteuning op afroep zonder verdere verplichting en met behoud van een maximale onafhankelijkheid;
dat Poolstok niet in de plaats treedt van het bestuur doch de rol opneemt van adviesverlening, kwaliteitscontrole, procesbewaking enz. op de opdrachten die door de externe leveranciers worden uitgevoerd;
Overwegende dat openbare besturen vennoot kunnen worden door de éénmalige aankoop van aandelen in functie van de grootte van het bestuur; dat voor elke 10 personeelsleden in dienst dienen 3 aandelen (afronding naar de hogere eenheid) van elk €24,79 aangekocht;
dat dit voor stadsbestuur Lokeren betekent : ((323,92 VTE / 10) x 24,79) x3 = 2429,24 euro (= 98 aandelen);
Overwegende dat uit navraag bij Poolstok blijkt dat het teveel aan aandelen van het OCMW Lokeren kan worden overdragen naar de stad via een raadsbeslissing; dat de stad aanvullend dan extra aandelen dient aan te kopen;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van heden waarbij akkoord wordt gegaan met de overdracht van 50 Poolstok-aandelen van het OCMW-bestuur aan stadsbestuur Lokeren;
Overwegende dat dit concreet betekent dat er voor de toetreding tot Poolstok:
- 50 aandelen van OCMW Lokeren kunnen worden overgedragen naar stad Lokeren
- nog 48 aandelen dienen te worden aangekocht (kostprijs = 1.189,92 euro);
Overwegende dat dit niet jaarlijks wordt herbekeken; dat het gaat om een eenmalige berekening én eenmalige kost;
Gelet op de oprichting van Vlaams Selectiecentrum voor het Overheidspersoneel cv (handelsnaam Poolstok cv) bij decreetsmachtiging d.d. 2 maart 1999 door de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de steden Leuven, Gent en Antwerpen, de gemeente Wichelen, de VVSG en de dienst voor de Scheepvaart;
Gelet op het decreet van 29 mei 2015 houdende machtiging tot deelneming en de wijziging van de opdracht van deze vennootschap;
Gelet op de statuten van deze vennootschap zoals goedgekeurd op de Buitengewone Algemene Vergadering van 25 mei 2018;
Poolstok sluit rekening houdend met de wetgeving overheidsopdrachten, raamcontracten af met gespecialiseerde P&O-kantoren bijvoorbeeld binnen de HR-domeinen selectie (vb. assessments, capaciteitstesten), uitzendarbeid, evaluatie decretale graden en outplacement.
OCMW Lokeren is vennoot van Poolstok (raadsbeslissing 22 maart 2012). Het stadsbestuur Lokeren heeft de intentie om ook toe te treden tot Poolstok.
Openbare besturen kunnen vennoot worden door de éénmalige aankoop van aandelen in functie van de grootte van het bestuur. Voor het stadsbestuur Lokeren betekent dit de aankoop van 98 aandelen. Door de raad voor maatschappelijk welzijn van heden wordt akkoord de overdracht van 50 Poolstok-aandelen van het OCMW-bestuur aan stadsbestuur Lokeren voorgelegd.
Onder voorbehoud van goedkeuring van de overdracht op de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van vandaag, wordt voorgesteld om stadsbestuur Lokeren te laten toetreden tot Poolstok, en dit via:
- de overdracht van 50 aandelen van OCMW Lokeren naar stad Lokeren
- de aankoop van 48 aandelen (kostprijs = 1.189,92 euro);
Dit wordt niet jaarlijks herbekeken (eenmalige berekening en eenmalige kost).
toe te treden tot Poolstok.
Deze toetreding verloopt via:
een afschrift van deze beslissing (elektronisch) te bezorgen aan Poolstok.
Gelet op zijn beslissing van 27 april 2020 waarbij de statutaire en contractuele personeelsformatie worden aangepast en vastgesteld;
Overwegende dat een aantal wijzigingen worden voorgesteld:
Stafdiensten – Dienst communicatie
Overwegende dat de personeelsformatie van de dienst communicatie momenteel als volgt is vastgesteld:
1 fte communicatieambtenaar (A1a-A3a) – contractueel
1 fte (web)redacteur (B1-B3) – contractueel sociale maribel
1 fte communicatiedeskundige (B1-B3) – statutair
0,5 fte administratief medewerker (C1-C3) – contractueel
Overwegende dat de dienst geconfronteerd wordt met bijkomende opdrachten, bijvoorbeeld in het kader van de coronacrisis en het toenemende karakter van het traject burgerparticipatie; dat de dienst bovendien een nood ervaart aan een kwalitatieve versterking voor taken zoals huisstijlbeleid, sociale mediabeleid, persbeleid, hervorming van de website, city marketing, dienstverlening 2.0, enz;
dat om een antwoord te bieden aan de geschetste nood van de dienst, die zowel kwalitatief als kwantitatief is, wordt voorgesteld om de dienst communicatie te versterken en de contractuele personeelsformatie uit te breiden met 1 fte communicatiedeskundige (B1-B3);
Gelet op het overleg in het managementteam van 15 oktober 2020 en het advies verstrekt in deze vergadering;
Dienst sport en jeugd – speel-o-theek
Overwegende dat de contractuele personeelsformatie van de speel-o-theek momenteel bestaat uit volgende functies:
dat de functie van assistent speel-o-theek wordt ingevuld door 2 halftijdse medewerkers;
Overwegende dat wordt voorgesteld om de voltijdse functie op D-niveau op te splitsen, en het takenpakket zodanig te verdelen dat de zwaardere verantwoordelijkheden en taken (vb. eindverantwoordelijkheid kassa en aankopen binnen het vastgelegde budget, opmaak jaarverslag, …) gebundeld worden en toegewezen kunnen worden aan één halftijds personeelslid; dat dit takenpakket en de bijhorende verantwoordelijkheden een functie op C-niveau verantwoorden;
dat bijgevolg wordt voorgesteld om in de contractuele personeelsformatie de huidige voltijdse functie op D-niveau om te zetten naar 0,5 fte assistent speel-o-theek (D1-D2-D3 / sociale maribel) en 0,5 fte administratief medewerker (C1-C2-C3);
Gelet op het overleg in het managementteam van 17 september 2020 en het advies verstrekt in deze vergadering;
Sector omgeving
Overwegende dat in de personeelsformatie van de sector omgeving momenteel 3 FTE bestuursmedewerker omgeving (B1-B3) en 2 FTE adjunct-milieuambtenaar (B1-B3) zijn opgenomen; dat beide functies eigen aanwervingsvoorwaarden hebben; dat deze voor bestuursmedewerker omgeving zeer generiek zijn (enkel bachelorvereiste), terwijl voor adjunct-milieuambtenaar een specifieke opleiding wordt gevraagd en er een nationaliteitsvereiste is (Belg); dat de verschillen in functiebenaming vooral historisch zijn en de taakinhoud voor een groot deel overlappend is;
Overwegende dat de specifieke opleiding evenwel geen aanwervingsvoorwaarde meer hoeft te zijn voor de functie van adjunct-milieuambtenaar; dat uiteraard nog opleiding aangeboden en gevolgd wordt, maar het gevolgd hebben van deze opleiding voor de aanwerving geen noodzaak is;
dat wat de nationaliteitsvereiste betreft, deze nodig is voor 2 zaken, nl: als toezichthouder en als omgevingsambtenaar (conform artikel 10 van het BVR RPR van 7 december 2007 en de memorie van toelichting hierbij);
Overwegende dat, gelet op wat voorafgaat en omwille van de administratieve eenvoud, wordt voorgesteld om binnen de sector omgeving de functiebenamingen van bestuursmedewerker en adjunct-milieuambtenaar te wijzigen naar bestuursmedewerker omgeving (B1-B3) waarvan 3 FTE in de statutaire formatie en 2 FTE in de contractuele formatie;
Gelet op het overleg in het managementteam van 22 oktober 2020 en het advies verstrekt in deze vergadering;
Wijziging functiebenamingen, aanpassing statuut en schrappen overgangsbepalingen
Overwegende dat in het kader van uniformiteit binnen de organisatie wordt voorgesteld om onderstaande functiebenamingen te wijzigen:
dat wordt voorgesteld om de personeelsformatie in die zin aan te passen;
Overwegende dat onderstaande betrekkingen binnen de formatie statutair voorzien zijn, daar waar ze intussen contractueel zijn ingevuld; dat dit resulteert uit de beleidskeuze om de nodige flexibiliteit te willen inbouwen in het personeelsbeleid en nieuw personeel zoveel als mogelijk op contractuele basis aan te werven; dat bijgevolg wordt voorgesteld volgende betrekkingen te schrappen in de statutaire formatie en te voorzien in de contractuele formatie :
Overwegende dat de functie van theatertechnicus (C1-C3) momenteel statutair wordt ingevuld; dat wordt voorgesteld om bijgevolg 1 FTE theatertechnicus te schrappen in de contractuele formatie en te voorzien in de statutaire formatie;
Overwegende dat in de formatie er een aantal bezette statutaire en contractuele betrekkingen in overtal alsook een aantal overgangsbepalingen zijn opgenomen; dat wordt voorgesteld om de bepalingen die uitwerking hebben gekregen te schrappen;
Gelet op het overleg in het managementteam van 15 oktober 2020 en het advies verstrekt in deze vergadering;
Overwegende dat wordt voorgesteld om van deze gelegenheid gebruik te maken om de startbanen binnen de organisatie aan te passen in de desbetreffende organogrammen, en dit conform de huidige bezetting;
Gelet op de voorgestelde organogrammen;
Gelet op de budgettaire nota;
Gelet op de notulen van het syndicaal overlegcomité van 10 november 2020;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 7 december 2007, zoals later gewijzigd, houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Er worden een aantal wijzigingen aan de personeelsformatie voorgesteld:
Stafdiensten – Dienst communicatie
Rekening houdend met de nood aan versterking op de dienst communicatie wordt voorgesteld om de contractuele personeelsformatie uit te breiden met 1 fte communicatiedeskundige (B1-B3).
Dienst sport en jeugd – speel-o-theek
Er wordt voorgesteld om de huidige voltijdse functie van assistent speel-o-theek op D-niveau op te splitsen, en het takenpakket zodanig te verdelen dat de zwaardere verantwoordelijkheden en taken gebundeld worden en toegewezen kunnen worden aan één halftijds personeelslid. Dit takenpakket en de bijhorende verantwoordelijkheden verantwoorden een functie op C-niveau.
Voorstel om in de contractuele personeelsformatie de huidige voltijdse functie op D-niveau om te zetten naar 0,5 fte assistent speel-o-theek (D1-D2-D3 / sociale maribel) en 0,5 fte administratief medewerker (C1-C2-C3);
Sector omgeving
In de personeelsformatie van de sector omgeving zijn 3 FTE bestuursmedewerker omgeving (B1-B3) en 2 FTE adjunct-milieuambtenaar (B1-B3) opgenomen. Beide functies hebben eigen aanwervingsvoorwaarden hebben, enkel voor adjunct-milieuambtenaar wordt een specifieke opleiding gevraagd en is er een nationaliteitsvereiste (Belg). De specifieke opleiding hoeft evenwel geen aanwervingsvoorwaarde meer te zijn voor de functie van adjunct-milieuambtenaar. De nationaliteitsvereiste is nodig voor 2 zaken, nl: als toezichthouder en als omgevingsambtenaar.
Voorstel om binnen de sector omgeving de functiebenamingen van bestuursmedewerker en adjunct-milieuambtenaar te wijzigen naar bestuursmedewerker omgeving (B1-B3) waarvan 3 FTE in de statutaire formatie en 2 FTE in de contractuele formatie.
Wijziging functiebenamingen, aanpassing statuut en schrappen overgangsbepalingen
Voorstel om in het kader van uniformiteit binnen de organisatie onderstaande functiebenamingen te wijzigen:
Onderstaande betrekkingen zijn binnen de formatie statutair voorzien, daar waar ze intussen contractueel zijn ingevuld. Voorstel om volgende betrekkingen te schrappen in de statutaire formatie en te voorzien in de contractuele formatie :
De functie van theatertechnicus (C1-C3) wordt momenteel statutair ingevuld. Voorstel om bijgevolg 1 FTE theatertechnicus te schrappen in de contractuele formatie en te voorzien in de statutaire formatie.
In de formatie zijn een aantal bezette statutaire en contractuele betrekkingen in overtal alsook een aantal overgangsbepalingen opgenomen. Er wordt voorgesteld om de bepalingen die uitwerking hebben gekregen te schrappen.
Er wordt voorgesteld om van deze gelegenheid gebruik te maken om de startbanen binnen de organisatie aan te passen in de desbetreffende organogrammen, en dit conform de huidige bezetting.
Deze wijzigingen werden voorgelegd aan het managementteam alsook aan de vakorganisaties (syndicaal overlegcomité van 10 november 2020).
In de statutaire personeelsformatie volgende aanpassingen door te voeren :
* volgende functies te schrappen:
* volgende functiebenamingen voor de sector omgeving aan te passen:
* volgende functie toe te voegen:
In de contractuele personeelsformatie volgende aanpassingen door te voeren :
* volgende functie te schrappen:
* volgende functiebenamingen aan te passen:
* volgende functiebenamingen voor de sector omgeving aan te passen:
* volgende functies toe te voegen:
Het organogram van volgende diensten aan te passen en vast te stellen zoals voorgesteld:
Rekening houdend met de hiervoor genomen beslissingen, de personeelsformatie vastgesteld bij zijn beslissing van 27 april 2020, aan te passen en vast te stellen zoals hierna volgt. De betrekkingen zijn uitgedrukt in voltijdse equivalenten.
STATUTAIRE BETREKKINGEN
1 algemeen directeur
NIVEAU A
RANG Av
GRAAD BESTUURSSECRETARIS
1 bestuurssecretaris (A1a A2a A3a) (Stafdienst)
1 milieuambtenaar (A1a A2a A3a)
1 ruimtelijk planner (A1a A2a A3a)
1 veiligheidscoördinator (A1a A2a A3a)
RANG Ax
GRAAD AFDELINGSHOOFD
1 afdelingshoofd HR (A4a-A4b)
1 intern preventieadviseur-ambtenaar noodplanning (A4a-A4b)
1 stedenbouwkundige-sectorhoofd Omgeving (A4a-A4b)
RANG Ay
GRAAD DIRECTEUR
1 sectorhoofd Cultuur en Vrije Tijd (A5a-A5b)
1 sectorhoofd Infrastructuur (A5a-A5b)
1 sectorhoofd burgerzaken, welzijn en onderwijs (A5a-A5b)
NIVEAU B
RANG Bv
GRAAD DESKUNDIGE
1 adjunct-bibliothecaris (B1 B2 B3)
1 bestuursmedewerker (B1 B2 B3) (burgerzaken)
3 bestuursmedewerker omgeving (B1 B2 B3)
1 boekhouder (B1 B2 B3)
1 coördinator wegenwerken (B1 B2 B3)
1 cultuurfunctionaris-stafmedewerker (B1 B2 B3)
1 economieconsulent (B1 B2 B3)
1 groenambtenaar (B1 B2 B3)
1 groencoördinator (B1 B2 B3)
1 hoofdtheatertechnicus (B1 B2 B3)
1 huisvestingsconsulent (B1 B2 B3)
1 mobiliteitsambtenaar (B1 B2 B3)
RANG Bx
GRAAD : HOOFDDESKUNDIGE
1 accommodatiebeheerder (B4-B5)
2 bestuursdeskundige (B4 B5) (financiële dienst)
1 deskundige personeelsbeleid (B4-B5)
1 diensthoofd promotie (B4-B5)
1 diensthoofd Samenleving (B4-B5)
1 diensthoofd Toerisme en Feestelijkheden (B4-B5)
1 GIS- en projectencoördinator (B4-B5)
1 hoofdboekhouder (B4 B5)
1 patrimoniumambtenaar (B4-B5)
1 systeem- en netwerkbeheerder (B4-B5)
2 technisch deskundige (B4-B5)
Afhankelijk van het invullen van de betrekking via aanwerving of via bevordering
NIVEAU B OF NIVEAU C
Rang Bv of rang Cx
GRAAD DESKUNDIGE
1 bestuursmedewerker (B1-B3) of 1 administratief hoofdmedewerker (C4-C5) (dienst P&O)
NIVEAU C
RANG Cv
GRAAD : ADMINISTRATIEF MEDEWERKER
10,5 administratief medewerker (C1 C2 C3)
2 bibliotheekmedewerker (C1 C2 C3)
GRAAD TECHNISCH MEDEWERKER
1 accommodatiemedewerker (C1 C2 C3)
1 technieker (C1 C2 C3) (sport)
5 techniekers (C1 C2 C3), waarvan 1 metaalwerken, 1 loodgieterij, 1 garage, 1 metselwerken en 1 schrijnwerkerij
3 technisch ploegleider (C1 C2 C3)
1 theatertechnicus (C1 C2 C3)
1 verantwoordelijke recyclagepark (C1 C2 C3)
RANG Cx
GRAAD DESKUNDIGE
1 administratief hoofdmedewerker (C4 C5) (stafdienst/secretariaat)
1 hoofdtechnieker elektriciteit (C4 C5)
NIVEAU D
RANG Dv
GRAAD ADMINISTRATIEF ASSISTENT
0,5 bibliotheekassistent (D1 D2 D3)
GRAAD TECHNISCH ASSISTENT
14 technisch assistent (D1 D2 D3)
3 technisch assistent (D1 D2 D3), waarvan 1 metselwerken, 2 schrijnwerkerij (D1 D2 D3)
2 technisch assistent begraafplaatsen (D1 D2 D3)
CONTRACTUELE BETREKKINGEN
1 financieel directeur
1 beiaardier (forfaitaire vergoeding)
2.200 uren/jaar gidsen-bewaarder (forfaitaire vergoeding)
NIVEAU A
RANG Av
GRAAD BESTUURSSECRETARIS
1 diensthoofd integrale veiligheid (A1a-A2a-A3a)
1 diensthoofd burgerzaken (A1a-A2a-A3a)
1 diensthoofd bibliotheek (A1a-A2a-A3a)
1 diensthoofd communicatie (A1a-A2a-A3a)
1 diensthoofd museum (A1a A2a A3a)
1 coördinator economie en ondernemen (A1a A2a A3a)
1 diensthoofd cultuur (A1a A2a A3a)
1 diensthoofd sport en jeugd (A1a A2a A3a)
1 informatiebeheerder-archivaris (A1a A2a A3a)
2 ingenieur (A1a A2a A3a)
NIVEAU B
RANG Bv
GRAAD DESKUNDIGE
5 bestuursmedewerker (B1 B2 B3) (2 burgerzaken, 1 financiële dienst, 1 stafdienst/secretariaat, 1 P&O)
1 bestuursmedewerker-landmeter (B1 B2 B3)
2 bestuursmedewerker omgeving
1 boekhouder (B1 B2 B3)
2,5 brugfiguur (B1-B2-B3)
1 coördinator groendienst (B1 B2 B3)
2 communicatiedeskundige (B1 B2 B3)
1 consulent erkende vluchtelingen (B1 B2 B3)
1 consulent informatiebeheer (B1 B2 B3)
2,3 consulent samenleving (B1 B2 B3)
1 coördinator gebouwen (B1 B2 B3)
1 coördinator schoonmaak (B1 B2 B3)
1 coördinator technisch onderhoud (B1 B2 B3)
300 u/jaar coördinator sportverenigingen (B1-B2-B3)
1 cultuurfunctionaris-stafmedewerker (B1 B2 B3)
1,7 deskundige administratieve sancties (B1 B2 B3)
1 evenementencoördinator (B1 B2 B3)
1 integratieambtenaar (B1 B2 B3)
2 jeugdconsulent (B1 B2 B3)
1 maatschappelijk opbouwwerker (B1 B2 B3)
1 mobiliteitsconsulent (B1 B2 B3)
1 ontwerper (B1 B2 B3)
1,5 preventiemedewerkers (B1 B2 B3)
1 preventiemedewerker coördinator gemeenschapswachten (B1 B2 B3)
0,5 preventiedeskundige (B1 B2 B3)
1,8 sportpromotor (B1 B2 B3)
0,5 toerismeconsulent (B1 B2 B3)
RANG Bx
GRAAD HOOFDDESKUNDIGE
1 automatiseringsconsulent (B4 B5)
1 helpdeskverantwoordelijke (B4 B5)
NIVEAU C
RANG Cv
GRAAD ADMINISTRATIEF MEDEWERKER
22,8 administratief medewerker (C1 C2 C3)
1 ceremoniemeester-secretariaatsmedewerker (C1 C2 C3)
1 medewerker samenleving (C1 C2 C3)
1 helpdeskmedewerker (C1 C2 C3)
0,50 bibliotheekmedewerker (C1 C2 C3)
GRAAD TECHNISCH MEDEWERKER
1 accommodatiemedewerker (C1 C2 C3)
6 technisch ploegleider (C1 C2 C3)
1 technieker elektriciteit (C1 C2 C3)
1 technieker (schilderwerken) (C1 C2 C3)
1 natuurwachter (C1 C2 C3)
GRAAD GEMEENSCHAPSWACHT-VASTSTELLER
3 1/3° gemeenschapswacht-vaststeller (C1 C2 C3)
GRAAD KOK
1472 u/jaar kok (C1 C2 C3)
GRAAD REDDER
4 redder-instructeur (C1 C2 C3)
2 toezichter-redder (C1 C2 C3)
Afhankelijk van het al dan niet bezitten van een diploma van secundair onderwijs
NIVEAU C OF NIVEAU D
RANG Cv OF RANG Dv
GRAAD KINDERBEGELEIDER
3,5 kinderbegeleider (kinderdagverblijf) (C1 C2 of D1 D2 D3)
18,75 kinderbegeleider (buitenschoolse kinderopvang) (C1 C2 of D1 D2 D3)
NIVEAU D
RANG Dv
GRAAD ADMINISTRATIEF ASSISTENT
2200 u/jaar toeziener academie (D1 D2 D3)
3176 u/jaar toeziener basisonderwijs (D1 D2 D3)
3 bibliotheekassistent (D1 D2 D3)
GRAAD TECHNISCH ASSISTENT
3 toezichter-vakman (D1 D2 D3)
2 toezichter (cultuur) (D1 D2 D3)
2 adjunct-theatertechnicus (D1 D2 D3)
4 technisch assistent (polyvalente ploeg, schilderwerken, loodgieterij, metaalwerken) (D1 D2 D3)
31 technisch assistent (D1 D2 D3)
1 technisch assistent begraafplaatsen (D1 D2 D3)
NIVEAU E
RANG Ev
GRAAD TECHNISCH BEAMBTE
82.000 uren schoonmaak (E1 E2 E3)
1 collectieverzorger (E1 E2 E3)
1 technisch beambte (kinderdagverblijf) (E1 E2 E3)
0,5 technisch beambte (spelotheek) (E1 E2 E3)
CONTRACTUELE BETREKKINGEN IN HET KADER VAN DE SOCIALE MARIBEL
NIVEAU B
RANG Bv
GRAAD DESKUNDIGE
1 jeugdconsulent (B1 B2 B3)
0,5 museumconsulent (B1 B2 B3)
0,5 preventiedeskundige (B1 B2 B3)
1 (web)redacteur (B1 B2 B3)
NIVEAU C
RANG Cv
GRAAD ADMINISTRATIEF MEDEWERKER
1,5 administratief medewerker C1 C2 C3) (0,5 museum, 1 sport)
GRAAD REDDER
1 toezichter-redder (C1 C2 C3)
Afhankelijk van het al dan niet bezitten van een diploma van secundair onderwijs
NIVEAU C OF NIVEAU D
RANG Cv OF RANG Dv
GRAAD KINDERBEGELEIDER
1 kinderbegeleider kinderdagverblijf (C1 C2 of D1 D2 D3)
NIVEAU D
RANG Dv
GRAAD ADMINISTRATIEF ASSISTENT
0,50 administratief assistent (D1 D2 D3) (samenleving)
0,50 bibliotheekassistent (D1 D2 D3)
0,50 assistent spelotheek (D1 D2 D3)
GRAAD TECHNISCH ASSISTENT
1 technisch assistent (D1 D2 D3) (sport)
1 toezichter (D1 D2 D3) (cultuur)
BEZETTE STATUTAIRE BETREKKINGEN IN OVERTAL EN IN OVERGANGSREGELING
DECRETALE GRAAD
1 fte financieel beheerder (decretale graad)
NIVEAU A
RANG Av
GRAAD BESTUURSSECRETARIS
1 fte groencoördinator (A1a A2a A3a) (blokkeert 1 fte groencoördinator B1 B2 B3)
NIVEAU B
RANG Bv
GRAAD DESKUNDIGE
1 fte bestuursmedewerker (B1 B2 B3) (blokkeert 1 fte bestuursdeskundige B4 B5)
NIVEAU C
RANG Cv
GRAAD ADMINISTRATIEF MEDEWERKER
1 fte administratief medewerker (dienst P&O) (C1 C2 C3) (blokkeert 1 fte bestuursmedewerker B1 B2 B3 / 1 fte administratief hoofdmedewerker C4 C5)
GRAAD REDDER
2 fte redder-instructeur (C1 C2 C3) (blokkeren 2 fte redder-instructeur in de contractuele formatie)
1 fte toezichter-redder (C1 C2 C3) (blokkeert 1 fte toezichter-redder in de formatie sociale maribel)
RANG Cx
GRAAD DESKUNDIGE
1 fte economieconsulent (C4 C5) (blokkeert 1 fte economieconsulent (B1 B2 B3)
1 fte hoofdtheatertechnicus (C4 C5) (blokkeert 1 fte hoofdtheatertechnicus (B1 B2 B3)
GRAAD ADMINISTRATIEF HOOFDMEDEWERKER
1 fte boekhouder C4 C5-niveau (blokkeert 1 fte hoofdboekhouder B4 B5);
NIVEAU D
RANG Dv
GRAAD TECHNISCH ASSISTENT
1 fte technisch assistent elektriciteit (D1 D2 D3)
1 fte technisch assistent (D1 D2 D3) (Wegen en Rioleringen, wegenisploegen) (blokkeert 1 fte technisch ploegleider op C1 C2 C3-niveau)
NIVEAU E
RANG Ev
GRAAD TECHNISCH BEAMBTE
3.432 u/jaar schoonmaakster (blokkeren evenveel uren schoonmaakster in de contractuele formatie)
* Rekening houdend met de hiervoor genomen beslissingen, volgende overgangsbepalingen vast te stellen :
Stafdienst
1 fte economieconsulent C4 C5 is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot het vrijkomen ervan. 1 fte van economieconsulent B1 B2 B3 wordt tijdelijk bij wijze van overgangsregeling geblokkeerd. Deze functie wordt gedeblokkeerd bij het vrijkomen van de functie van economieconsulent C4 C5.
Sector Cultuur en Vrije Tijd
2 fte redder-instructeur C1 C2 C3 zijn uitdovend en worden bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot het vrijkomen ervan. Twee contractuele functies van redder-instructeur C1 C2 C3 worden tijdelijk bij wijze van overgangsregeling geblokkeerd. Deze functies worden gedeblokkeerd bij het vrijkomen van de statutaire functies van redder-instructeur.
1 fte toezichter-redder C1 C2 C3 is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot het vrijkomen ervan. 1 contractuele functie sociale maribel van toezichter-redder C1 C2 C3 wordt tijdelijk bij wijze van overgangsregeling geblokkeerd. Deze functie wordt gedeblokkeerd bij het vrijkomen van de statutaire functie van toezichter-redder.
1 fte hoofdtheatertechnicus C4 C5 is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot het vrijkomen ervan.1 fte hoofdtheatertechnicus B1 B2 B3 wordt tijdelijk bij wijze van overgangsregeling geblokkeerd. Deze functie wordt gedeblokkeerd bij het vrijkomen van de functie van hoofdtheatertechnicus C4 C5.
Infrastructuur
1 fte groencoördinator A1a-A3a is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot het vrijkomen ervan. De functie van groencoördinator met salarisschaal B1-B3 wordt tijdelijk bij wijze van overgangsregeling geblokkeerd voor de duur van de bezetting van voornoemde functie van groencoördinator op A1a-A3a-niveau.
1 fte technisch assistent elektriciteit D1 D2 D3 is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot het vrijkomen ervan.
1 fte technisch assistent D1 D2 D3 is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot de benoeming van een huidige titularis statutair technisch assistent (Wegen en Rioleringen, wegenisploegen) in de functie van technisch ploegleider C1 C2 C3 of uiterlijk tot het vrijkomen van de eerstgenoemde functie. Ingeval een contractueel technisch assistent D1 D2 D3 (Wegen en Rioleringen, wegenisploegen) wordt aangesteld in de functie van technisch ploegleider C1 C2 C3; valt een contractuele functie van technisch assistent D1 D2 D3 weg en is de statutaire functie van technisch assistent D1 D2 D3 niet langer uitdovend. Indien geen huidige titularis technisch assistent D1 D2 D3 (Wegen en Rioleringen, wegenisploegen) wordt benoemd/aangesteld tot technisch ploegleider met salarisschaal C1 C2 C3 blijft deze laatste functie geblokkeerd tot het vrijkomen van een statutaire of contractuele functie van technisch assistent D1 D2 D3 (Wegen en Rioleringen, wegenisploegen).
Financiële dienst
1 fte financieel beheerder (decretale graad) is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot het vrijkomen ervan.
1 fte boekhouder met salarisschaal C4 C5 is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot de benoeming van de huidige titularis als hoofdboekhouder met salarisschaal B4 B5 of uiterlijk tot het vrijkomen van de eerstgenoemde functie. Indien de huidige titularis boekhouder met salarisschaal C4 C5 niet wordt benoemd tot hoofdboekhouder met salarisschaal B4 B5, blijft deze laatste functie geblokkeerd tot het vrijkomen van de functie van boekhouder met salarisschaal C4 C5.
1 fte bestuursmedewerker B1 B2 B3 is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot de benoeming van de huidige titularis als bestuursdeskundige met salarisschaal B4 B5 of uiterlijk tot het vrijkomen van de eerstgenoemde functie. Indien de huidige titularis bestuursmedewerker met salarisschaal B1 B2 B3 niet wordt benoemd tot bestuursdeskundige met salarisschaal B4 B5, blijft deze laatste functie geblokkeerd tot het vrijkomen van de functie van bestuursmedewerker met salarisschaal B1 B2 B3.
Personeel en Organisatie
1 fte administratief medewerker personeelsdienst met salarisschaal C1 C2 C3 is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot de benoeming van een huidige titularis administratief medewerker personeelsdienst als bestuursmedewerker met salarisschaal B1 B2 B3 of administratief hoofdmedewerker met salarisschaal C4 C5 of tot het vrijkomen van eerstgenoemde functie. Indien geen huidig titularis administratief medewerker personeelsdienst wordt benoemd tot bestuursmedewerker met salarisschaal B1 B2 B3 of tot administratief hoofdmedewerker met salarisschaal C4 C5 blijven deze laatste functies geblokkeerd tot het vrijkomen van de functies van administratief medewerker personeelsdienst.
Schoonmaakpersoneel
3.432 u schoonmaakster - zijnde statutair tijdelijke betrekkingen - zijn uitdovend en worden bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot het vrijkomen ervan. 3.432 u schoonmaakster voorzien in de contractuele formatie worden tijdelijk bij wijze van overgangsregeling geblokkeerd voor de duur van de bezetting van de overgangsfuncties van schoonmaakster. Deze uren worden gedeblokkeerd naarmate de titularissen van de hierboven vermelde statutair tijdelijke betrekkingen van schoonmaakster uit dienst gaan.
BEZETTE CONTRACTUELE BETREKKINGEN IN OVERTAL EN/OF IN OVERGANGSREGELING
NIVEAU C
RANG Cv
GRAAD ADMINISTRATIEF MEDEWERKER
1 fte technisch-administratief medewerker C1-C3 (Infrastructuur) (blokkeert 1 fte administratief medewerker C1 C2 C3)
RANG Cx
GRAAD DESKUNDIGE
1 fte maatschappelijk opbouwwerker (C4-C5) (blokkeert 1 fte maatschappelijk opbouwwerker B1 B2 B3)
NIVEAU D
RANG Dv
GRAAD GEMEENSCHAPSWACHT-VASTSTELLER
1 fte gemeenschapswacht-vaststeller D1 D2 D3 (blokkeert 1fte gemeenschapswachtvaststeller C1 C2 C3)
NIVEAU E
RANG Ev
GRAAD TECHNISCH BEAMBTE
1 fte technisch beambte E1 E2 E3 (Wegen en Rioleringen, Signalisatie en Feestelijkheden) (blokkeert 1 fte technisch assistent op D1 D2 D3-niveau).
* Rekening houdend met de hiervoor genomen beslissingen, volgende overgangsbepalingen
vast te stellen :
Dienst Integrale Veiligheid
1 fte maatschappelijk opbouwwerker C4-C5 is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot het vrijkomen ervan.
1 fte gemeenschapswacht-vaststeller D1 D2 D3 zijn uitdovend en worden bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot de aanstelling van de huidige titularissen in de functie van gemeenschapswacht-vaststeller C1 C2 C3 of uiterlijk tot het vrijkomen ervan. Indien de huidige titularissen gemeenschapswacht-vaststeller D1 D2 D3 niet worden aangesteld tot gemeenschapswacht-vaststeller C1 C2 C3 blijven deze laatste functies geblokkeerd tot het vrijkomen van de functies van gemeenschapswacht-vaststeller D1 D2 D3.
Sector Infrastructuur
1 fte technisch-administratief medewerker C1-C3 (Infrastructuur) is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot het vrijkomen van deze functie. 1 administratief medewerker C1-C3 blijft geblokkeerd tot het vrijkomen van de contractuele functie van technisch-administratief medewerker C1-C3.
1 fte technisch beambte E1-E3 (Wegen en Rioleringen, Signalisatie en Feestelijkheden) is uitdovend en wordt bij wijze van overgangsregeling vastgesteld tot de aanstelling van de huidige titularis in de functie van technisch assistent D1-D3 of uiterlijk tot het vrijkomen van de eerstgenoemde functie. Indien de huidige titularis technisch beambte niet wordt aangesteld tot technisch assistent met salarisschaal D1-D3 blijft deze laatste functie geblokkeerd tot het vrijkomen van de functie van technisch beambte E1-E3.
Bij besluit van de Burgemeester dd. 21 december 2020 werd kennis genomen van de benoeming van een inspecteur interventie die door mobiliteit intern verschuift naar de functie van drughondgeleider.
Deze inspecteur was voorheen tewerkgesteld als inspecteur van politie dienst interventie.
De functie van inspecteur van politie – dienst interventie is geen gespecialiseerde betrekking;
De heer Dirk De Paepe, korpschef, stelt voor om deze betrekking vacant te verklaren via de mobiliteitsregeling, waarvan de nadere regels worden vastgesteld bij KB van 20 november 2001.
Aan de raad wordt voorgesteld om volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking valt;
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Er wordt voorgesteld een wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Aan de raad wordt gevraagd om akkoord te gaan met de voorgestelde vacantverklaring, de selectiewijze en het niet aanleggen van een wervingsreserve voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Gelet op het besluit van de Burgemeester d.d. 21 december 2020 inzake de benoeming van een inspecteur dienst interventie die via mobiliteit intern verschuift naar de functie van drughondgeleider;
Overwegende dat er door die mobiliteit een plaats vacant komt op de dienst interventie;
Overwegende dat het geen gespecialiseerde betrekking betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het KB d.d. 30 maart 2001, laatst gewijzigd bij K.B. van 14 april 2013, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekking, de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- of er een wervingsreserve wordt aangelegd voor een gelijkwaardige functionaliteit;
dat indien een beslissing genomen wordt om een wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
Overwegende dat voorgesteld wordt om een wervingsreserve vast te stellen;
Gelet op het KB van 14 april 2013 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangaande de eerste aanwijzing van de personeelsleden van het operationeel kader en het MB van 16 april 2013 tot wijziging van het UBPOL;
Overwegende dat ingevolge voormelde besluiten, voor wat het basiskader van de politiediensten betreft, verschillende aanwervingscategorieën werden ingevoerd die van toepassing zijn op de aspiranten-inspecteur die deelnemen aan een basisopleiding die begint op of na 1 september 2013;
dat de politiediensten zich nu na een vruchteloze mobiliteitsronde kunnen engageren om een beroep te doen op bijkomende aanwerving (art. VI.II.4 RPPol - categorie E) of op onmiddellijke toelating (art. VI.II.4bis RPPol - categorie B) of op de organisatie van de aan de aspiranten-inspecteur voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd en de, in voorkomend geval, navolgende ambtshalve aanwijzing (art. VI.II.4ter en art. VI.II.4quater RPPol - categorie C);
Overwegende dat de gemeenteraad hiertoe - bij toepassing van art. IV.I.3 van het KB d.d. 30 maart 2001 - de minister het aantal vacante betrekkingen bezorgt die niet overeenkomstig de regeling inzake de mobiliteit bedoeld in deel VI, titel II, hoofdstuk II kunnen worden ingevuld; dat de gemeenteraad tevens dient aan te geven of al dan niet een beroep wordt gedaan op de onmiddellijke toelating bedoeld in artikel IV.I.33, §1, eerste lid;
Overwegende dat de heer Dirk De Paepe, korpschef, voorstelt om voor deze betrekking van inspecteur van politie - dienst interventie, indien er geen kandidaten worden weerhouden na de klassieke mobiliteitscyclus, een beroep te doen op de onmiddellijke toelating, nl. categorie B;
Overwegende dat wordt voorgesteld om bij eventueel gebrek aan een categorie B ook de mogelijkheid te voorzien om een beroep te doen op de organisatie van de aan de aspiranten-inspecteur voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd, nl. categorie C;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het K.B. van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten;
In de formatie van het operationeel personeel van de politie één betrekking van inspecteur van politie - dienst interventie vacant te verklaren.
Het betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking valt;
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef.
Een wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Een beroep te doen op de onmiddellijke toelating, zoals bedoeld in artikel IV.I.33 §1, eerste lid van de RPPol (categorie B), wanneer de in art. 1 vermelde betrekking niet kan worden ingevuld overeenkomstig de regeling inzake de mobiliteit bedoeld in deel VI, titel II, hoofdstuk II, RPPol.
Bij gebrek aan een categorie B zal een beroep worden gedaan op de organisatie van de aan de aspiranten-inspecteur voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd en de, in voorkomend geval, navolgende ambtshalve aanwijzing, zoals bedoeld in art. VI.II.4ter en art. VI.II.4quater RPPol - categorie C.
De bevoegde minister zal hiervan - na een vruchteloze mobiliteitsronde - in kennis worden gesteld aan de hand van de bijlage bij de ministeriële omzendbrief GPI73 van 14 mei 2013.
Gelet op het besluit Burgemeester van 7 december 2020 waarbij de statutair consulent dienst Beleidsondersteuning & PLIF vrijwillig ontslag wenst te nemen uit haar functie met ingang van 1 januari 2021;
Overwegende dat bijgevolg één statutaire betrekking van consulent dienst Beleidsondersteuning & PLIF, vacant dient te worden verklaard binnen de statutaire personeelsformatie van het administratief en logistiek personeel van de politie;
Overwegende dat het geen gespecialiseerde betrekking betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het KB d.d. 30 maart 2001, laatst gewijzigd bij K.B. van 14 april 2013, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekking, de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- of er een wervingsreserve wordt aangelegd voor een gelijkwaardige functionaliteit;
dat indien een beslissing genomen wordt om een wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
Overwegende dat voorgesteld wordt om geen wervingsreserve vast te stellen;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 1, Afdeling II van het KB dd. 30 maart 2001 bepalingen zijn opgenomen inzake de eerste aanwijzing van een personeelslid van het administratief en logistiek kader, dat enkel van toepassing is op het personeelslid dat is benoemd overeenkomstig art. V.II.6 van hetzelfde KB dd. 30 maart 2001;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het K.B. van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten;
Gelet op het vrijwillig ontslag, met ingang van 1 januari 2021, van een medewerker, consulent niveau B, dienst Beleidsondersteuning & PLIF (personeel, logistiek, informatica en financiën), komt er één betrekking vrij van consulent (niveau B), dienst Beleidsondersteuning & PLIF;
De vrijgekomen betrekking ingevolge dit vrijwillig ontslag wordt aldus vacant verklaard als een betrekking van consulent (niveau B), dienst Beleidsondersteuning & PLIF.
Overwegende dat de consulent (niveau B), dienst Beleidsondersteuning & PLIF geen gespecialiseerde betrekking betreft ;
De heer Dirk De Paepe, Korpschef, stelt voor om deze betrekking vacant te verklaren via de mobiliteitsregeling, waarvan de nadere regels worden vastgesteld bij KB van 20 november 2001.
Aan de raad wordt voorgesteld om volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking valt;
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef.
De betrekkingen niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Er wordt voorgesteld geen wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Aan de raad wordt gevraagd om akkoord te gaan met de voorgestelde vacantverklaring, de selectiewijze en het niet aanleggen van een wervingsreserve voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
In de statutaire formatie van het administratief en logistiek personeel van de politie één betrekking van consulent (niveau B) - dienst Beleidsondersteuning & PLIF vacant te verklaren.
Het betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking valt;
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef.
Geen wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Gelet op zijn besluit dd. 2 september 2019 waarbij de formatie van het statutair operationeel personeel werd vastgelegd met onder meer 18 middenkaders, waarvan 1 voor de dienst recherche-sociale cel;
Gelet op het feit dat deze middenkader voor de dienst recherche-sociale cel nog niet ingevuld is;
Gelet op het advies van hoofdcommissaris Dirk De Paepe, korpschef, die de invulling van het organiek kader stapsgewijs wil laten verlopen maar deze functie noodzakelijk acht teneinde een optimale politionele dienstverlening aan de burger te kunnen garanderen en teneinde het politiekorps intern te kunnen optimaliseren;
Overwegende dat hoofdcommissaris Dirk De Paepe, korpschef, voorstelt om een betrekking van hoofdinspecteur van politie, dienst recherche-sociale cel, vacant te verklaren;
Overwegende dat het een gespecialiseerde betrekking betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het K.B. d.d. 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekkingen de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- of er geen wervingsreserve wordt aangelegd voor een gelijkwaardige functionaliteit;
dat indien geen beslissing genomen wordt om geen wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
Overwegende dat voorgesteld wordt om geen wervingsreserve vast te stellen;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op het KB van 14 april 2013 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangaande de eerste aanwijzing van de personeelsleden van het operationeel kader en het MB van 16 april 2013 tot wijziging van het UBPOL;
Gelet op het K.B. d.d. 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB d.d. 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Bij besluit van 2 september 2019 werd de statutaire formatie van het operationeel basiskader van de politie vastgelegd als volgt :
18 middenkaders waarvan 1 voor de dienst recherche-sociale cel.
Momenteel wordt de functie van hoofdinspecteur voor de dienst recherche-sociale cel niet ingevuld.
Hoofdcommissaris Dirk De Paepe, korpschef, stelt voor om de plaats van hoofdinspecteur vacant te verklaren, teneinde een optimale politionele dienstverlening aan de burger te kunnen garanderen en teneinde het politiekorps intern te kunnen optimaliseren.
Overwegende dat de functie van hoofdinspecteur van politie – dienst recherche-sociale cel een gespecialiseerde betrekking betreft.
Hoofdcommissaris Dirk De Paepe, korpschef, stelt voor om deze betrekking vacant te verklaren via de mobiliteitsregeling, waarvan de nadere regels worden vastgesteld bij KB van 20 november 2001.
Aan de raad wordt voorgesteld om volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking valt;
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef of zijn gemachtigde.
De betrekkingen niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Er wordt voorgesteld geen wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
In de formatie van het operationeel personeel van de politie één betrekking van hoofdinspecteur van politie voor de zuil recherche-sociale cel vacant te verklaren.
Het betreft een gespecialiseerde betrekking.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking valt.
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef of zijn gemachtigde.
Geen wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.
Overwegende dat de Vlaamse Regering op 8 januari 2021 het uitvoeringsbesluit inzake naleving quarantaineplicht goedkeurde, waardoor handhaving door lokale besturen mogelijk wordt;
Overwegende dat het besluit en het decreet waaraan het uitvoering geeft, na publicatie in het Staatsblad op maandag 11 januari van kracht is;
Overwegende dat de integrale teksten van het decreet en het uitvoeringsbesluit terug te vinden zijn op www.vlaanderen.be;
Overwegende dat het Vlaamse preventiedecreet voorziet in een informatie-uitwisseling met de lokale besturen van de gegevens van de personen die in verplichte quarantaine moeten met het oog op de controle en de handhaving van de verplichte quarantaine; overwegende dat hierdoor de lokale besturen de tools in handen krijgen om deze controle en handhaving ook efficiënt te kunnen uitvoeren;
Overwegende dat het lokaal bestuur, om de gegevensoverdracht in het kader van het preventiedecreet mogelijk te maken, een protocol moet afsluiten met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid;
Overwegende dat men als lokaal bestuur een verantwoordelijke van de verwerking moet aanduiden die de gegevens zal ontvangen;
Overwegende dat per gemeente slechts aan één persoon de gegevens zullen worden overgemaakt en dat deze persoon vervolgens, overeenkomstig de bepalingen van het protocol, de informatie kan overmaken aan de diensten/personen die zullen instaan voor de effectieve controle en handhaving van de quarantaineverplichtingen (voorbeeld : lokale politiezone, OCMW-personeelsleden, …);
Overwegende dat de Vlaamse overheid ervan uitgaat dat de burgemeester van de gemeente wordt aangeduid als verantwoordelijke voor de verwerking, gelet op de bevoegdheid bestuurlijke politie en op de gevoeligheid van de gegevens;
Overwegende dat het protocol conform de onderrichtingen, werd voorgelegd aan de schepencollegevergadering van 11 januari 2021 en ondertekend;
Overwegende dat het agentschap Zorg & Gezondheid op 12 januari 2021 een definitief ondertekend protocol bezorgde;
Dat uit de laatste mededelingen van de VVSG blijkt dat het de bedoeling is om het protocol en het besluit op de eerstvolgende gemeenteraad te laten bekrachtigen;
Op vraag van raadslid Van Havermaet wordt onderstaand agendapunt nog toegevoegd aan de agenda van de gemeenteraadsvergadering van 25 januari 2021.
De Vlaamse Regering keurde op 8 januari 2021 het uitvoeringsbesluit inzake naleving quarantaineplicht goed, waardoor handhaving door lokale besturen mogelijk wordt. Het besluit en het decreet waaraan het uitvoering geeft, gaan na publicatie in het Staatsblad op maandag 11 januari van kracht. De integrale teksten van het decreet en het uitvoeringsbesluit vindt men terug op www.vlaanderen.be
Het Vlaamse preventiedecreet voorziet in een informatie-uitwisseling met de lokale besturen van de gegevens van de personen die in verplichte quarantaine moeten met het oog op de controle en de handhaving van de verplichte quarantaine. Hierdoor krijgen de lokale besturen de tools in handen om deze controle en handhaving ook efficiënt te kunnen uitvoeren.
Om de gegevensoverdracht in het kader van het preventiedecreet mogelijk te maken moet het lokale bestuur een protocol afsluiten met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
Als lokaal bestuur moet men de verantwoordelijke van de verwerking aanduiden. Dit is de persoon die de gegevens zal ontvangen. Per gemeente is er slechts één persoon aan wie de gegevens zullen worden overgemaakt. Deze persoon kan vervolgens, overeenkomstig de bepalingen van het protocol, de informatie overmaken aan de diensten/personen die zullen instaan voor de effectieve controle en handhaving van de quarantaineverplichtingen (voorbeeld : lokale politiezone, OCMW-personeelsleden, …).
De Vlaamse overheid gaat ervan uit dat de burgemeester van de gemeente wordt aangeduid als verantwoordelijke voor de verwerking, gelet op de bevoegdheid bestuurlijke politie en op de gevoeligheid van de gegevens.
Het protocol werd, conform de onderrichtingen, voorgelegd aan de schepencollegevergadering van 11 januari 2021 en ondertekend. Het agentschap Zorg & Gezondheid bezorgde op 12 januari 2021 een definitief ondertekend protocol.
Uit de laatste mededelingen van de VVSG blijkt dat het de bedoeling is om het protocol en het besluit op de eerstvolgende gemeenteraad te laten bekrachtigen.
De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 januari 2021 waarbij het protocol voor de elektronische mededeling van personengegevens van het agentschap zorg en gezondheid aan de stad Lokeren werd goedgekeurd.
De Vlaamse regering maakt zich sterk dat nog voor de komende zomer elke Vlaming minstens één vaccinatieprik zal hebben gekregen. Om dat doel te kunnen bereiken, worden tientallen vaccinatiecentra opgezet. Iedere Vlaming zou binnen een straal van 15 km een vaccinatiecentrum moeten vinden.
In de uitrol van de centra ligt geen taak voor de gemeenteraad. Dat neemt niet weg dat onder meer de omkadering, de beheersing van de verkeersstroom en de mobiliteit van de eigen inwoners punten zijn waarvoor de gemeenteraad wel bevoegd is en aandacht moet voor hebben.
Mijn fractie had dan ook graag een antwoord op volgende vragen:
Aangekondigd werd dat op 15 januari de Vlaamse regering uitsluitsel zou hebben over het aantal vaccinatiecentra en over hun locatie.
Ik dank U
Gelieve hieronder een eerste tussenkomst te vinden voor het vragenuurtje in de volgende GR, betreffende de stand van zaken voor de bouw van de nieuwe brandweerkazerne:
Ik beperk me voor deze eerste tussenkomst tot de volgende vier concrete vragen:
1. Wat is de stand van zaken en actuele timing voor de bouw van de kazerne? (Normaal was het begin van de werken voorzien voor augustus, maar er is nog altijd geen beweging te zien.)
2. Wat gaat men eerst doen: de kazerne zelf of de parking(en) aan de overzijde van de baan? (hopelijk in waterdoorlaatbare tegels, want de grond helt af van de parking naar de achtertuinen)
3. Wat met de groenbuffer tussen de parkings (voor brandweerlieden en buurtbewoners) tegenover de kazerne en achtertuinen Hovenierstraat?
4. Wat met de groenbuffer (bomen) tussen brandweerkazerne en de aanpalende huizen Haarsnijderslaan?
Hieronder een tweede tussenkomst voor het vragenuurtje van de volgende GR:
Ik geef hier wel eerst een korte duiding, voorafgaand aan de vraagstelling (dat was voor de vorige tussenkomst niet nodig, maar hier - vind ik - wel):
Op de begraafplaats Oude Bruglaan verkeert een aanzienlijk aantal oude grafmonumenten met historisch en/of kunsthistorisch belang in zorgwekkende staat. Van meerdere van hen staat tegen september van dit jaar zelfs de verwijdering aangekondigd. En hoewel de inhoudelijke instrumenten al jaren op tafel liggen om werk te maken van de bescherming van het waardevol funerair erfgoed op deze locatie, zoals een publicatie uit 2012 en een ‘ontwerplijst van te behouden funerair patrimonium’ uit 2019, overweegt men dit jaar de opmaak van een ‘patrimoniumlijst’. Hierdoor wordt m.i. kostbare tijd verloren (zeker gezien het verstrijken van de behoudstermijn in september van dit jaar). Daarom enkele vragen:
1. Kan men een concrete timing geven inzake de opmaak van de patrimoniumlijst en concrete acties op het terrein voor de begraafplaats Oude Bruglaan (graag voor het verstrijken van een aantal deadlines)? En wie wil de stad dan eventueel betrekken bij de opmaak van de genoemde patrimoniumlijst?
2. Waarom niet een ruime(re) selectie aan waardevolle en historisch belangrijke monumenten opnemen in de nog te maken patrimoniumlijst, i.p.v. de minimalistische insteek van de ontwerplijst van 2019?
3. Wat het kostenplaatje betreft: ik vind in de meerjarenbegroting 2020-2025 meerdere items terug die aan begraafplaatsen gerelateerd zijn, maar misschien wat duiding behoeven:
- een jaarlijks budget van 10.000 euro voor ‘herstelling historische graven’: genoeg? (cf. alle Lokerse begraafplaatsen)
- jaarlijks 40.000 euro voor ‘opmaak masterplan begraafplaatsen’: wat houdt dit concreet in?
- goed 10.000 euro jaarlijks voor ‘ondersteunen en begeleiden van projecten en initiatieven i.v.m. het historisch erfgoed op de diverse Lokerse begraafplaatsen’: wat houdt dit in?
Hoeveel van deze middelen zijn het voorbije jaar ingezet en zullen dit en volgende jaren ingezet worden op de Oude Bruglaan?
4. Hoeveel mensen deden voor de begraafplaats Oude Bruglaan tot nu toe beroep op het systeem van peterschap en zou de stad niet nog meer kunnen inzetten op deze formule? Ik stel trouwens ook vast dat bij peterschap onzekerheid bestaat over het kostenplaatje van de restauratie van een grafmonument. Is het daarom mogelijk om in een ruime campagne ook enkele prijsindicaties te geven op basis van eerdere ‘good practices’?
Verenigingen hebben het momenteel door de coronacrisis extra moeilijk om geld bij elkaar te krijgen. De subsidies uit het noodfonds zijn uiteraard zeer welgekomen, maar dit dekt de lading niet. Bovendien is het door de huidige maatregelen geen evidentie om deur aan deur verkopen of aan huis leveringen te organiseren. Bedelingen en afhalingen op een afhaalpunt kunnen hier volgens onze fractie een creatieve oplossing zijn.
Ter ondersteuning van verenigingen, kan de stad de mogelijkheid bieden aan onze verenigingen om hun occasionele opbrengstverkopen te laten doorgaan via een afhaalpunt. Hierbij mag de vereniging helpen bij het laten afhalen van de goederen maar dit moet gebeuren volgens de coronarichtlijnen, onder toezicht van de stad en in samenwerking met een professionele partner (vb. traiteur of handelaar). Door te voorzien in een coronaproof afhaalpunt door de stad kunnen verenigingen ondersteund worden om hun verkoopacties in goede banen te helpen leiden.Zorgverstrekkers hebben bij huisbezoeken vaak moeite om snel een parkeerplaats in de buurt te vinden. Zo gaat er kostbare tijd verloren die voor thuisverzorging en -verpleging van een patiënt gebruikt had kunnen worden. Om hieraan tegemoet te komen stelt onze fractie voor om werk te maken van de invoering van een systeem van zorgparkeren.
Is de stad bereid de nodige afspraken en wijze van toepassing te vervatten in een stedelijk reglement om een systeem van zorgparkeren te introduceren in Lokeren?
Welke stappen gaat het stadsbestuur ondernemen om tegemoet te komen aan de geformuleerde adviezen van de jeugdraad?
Is het stadsbestuur bereid om het project Bubbels in het Park terug op te starten van zodra de federale maatregelen dit toelaten?
En tot slot is het stadsbestuur bereid om op mijn suggestie, die ik op de gemeenteraad van mei 2020 deed, om budgetten van geannuleerde evenementen te herinvesteren in nieuwe kleine, coronaproof activiteiten voor kinderen en jongeren alsnog in te gaan?
Als we het goed begrijpen zullen ook hoofdhuurcontracten tussen SVK’s en particuliere verhuurders moeten overgaan naar de nieuwe woonmaatschappij.
Hiervoor is voorzien in een decretale bepaling die eventuele “change of control”-clausules in hoofdhuurcontracten buiten werking stelt, als het hoofdhuurcontract overgaat naar de nieuwe woonmaatschappij. Hierdoor kan de eigenaar-verhuurder zich niet verzetten tegen de overdracht van het huurcontract naar de woonmaatschappij. Dit moet voldoende bescherming bieden om ingehuurd sociaal woonpatrimonium te behouden bij de omvorming tot woonmaatschappijen.
Heeft de private eigenaar dan geen enkel recht om zijn woning niet af te geven aan de woonmaatschappij? Het lijkt erop dat de sociale burger beroofd wordt van zijn eigendom om de schijn te wekken dat het sociaal patrimonium toeneemt.
Ook wat betreft de toewijs van woningen zit er een navenant verschil tussen de sociale huisvestingsmaatschappij Tuinwijk en het Sociaal Verhuurkantoor Waasland. Onze sp.a afdeling is altijd een grote verdediger van het SVK geweest omwille van het puntensysteem. Als dit wegvalt, en de panden worden verhuurd op basis van inschrijving dan is dit de beste manier om nog meer dakloosheid te creëren.
Nu de lokale vaccinatiecentra gekend zijn en de vaccinatiestrategie stilaan op gang komt, vragen we aan het stadsbestuur om een lokale promo- en informatiecampagne op te zetten om de inwoners te overtuigen zich te laten vaccineren. Sommige mensen twijfelen nog of ze zich gaan laten vaccineren of ze weten niet goed hoe alles praktisch in zijn werk gaat. Als we het coronavirus willen indijken is het cruciaal dat zoveel mogelijk mensen zich laten vaccineren. Een lokale campagne om te informeren en te overtuigen kan mensen over de streep trekken.
Op welke manier gaat het stadsbestuur de Lokeraar informeren en stimuleren over de vaccinaties?
Buren hebben vragen, bedenkingen en suggesties over de uitvoering van het boomproject en de heraanleg voetpaden in de Dennenlaan en Slagveldstraat, een actie uit het MJP die kadert in het vervangen van verouderde of niet streekeigen bomen door nieuwe streekeigen bomen. Momenteel verloopt de communicatie hierover niet optimaal en blijven antwoorden op hun vragen uit. sp.a stelt voor om snel een buurtoverleg in te richten.
Elke winter dreigen meer dan één op de vijf gezinnen in energiearmoede te vallen.
Hoe zit het met de minimale levering van elektriciteit en aardgas in Lokeren?
Hoeveel aanvragen hebt u dit jaar reeds ontvangen?
Is er een verschil met de vorige jaren?
Hebt u zicht op het profiel van de aanvragers?
Hoe verloopt de verdeling van de Coronamiddelen ter ondersteuning van de mensen die het financieel moeilijk hebben?