Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29 januari 2018, waarbij de verkoopsprocedure, verkoopsvoorwaarden en verkoopprijs van de industriegronden in het industriepark E17/4 werden goedgekeurd;
Gelet op de gemeenteraadsbesluiten van 3 september 2018 en 28 juni 2020 waarbij het besluit van 29 januari 2018 werd gewijzigd betreffende de verkoopsprocedure, verkoopsvoorwaarden en verkoopprijs van de industriegronden in het industriepark E17/4;
Overwegende dat in de wijziging van 28 juni 2020 de termijnen waarbinnen een omgevingsvergunning dient aangevraagd of dient gestart met de bouwwerken of een aanvang dient genomen met de exploitatie telkens met één jaar werden verlengd en dit in het kader van de begeleidende maatregelen ingevolge de COVID-19 pandemie; dat de verkoopsvoorwaarden in artikel 13 echter ook sancties voorzien wanneer deze termijnen niet gerespecteerd worden; dat de termijnen die in artikel 13 nog eens herhaald worden, echter niet zijn aangepast waardoor dit aanleiding geeft tot juridische onduidelijkheid; dat het aangewezen is deze onduidelijkheid weg te nemen en de termijnen in artikel 13 aan te passen aan de beslissing van 28 juni 2020;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Op 29 januari 2018 keurde de gemeenteraad de verkoopsprocedure, verkoopsvoorwaarden en verkoopprijs goed betreffende de gronden in het industriepark E17/4.
Het besluit werd een eerste keer gewijzigd op 3 september 2018 waarbij een individuele parkeernorm werd ingevoerd waar de bedrijven moeten aan voldoen. Een tweede wijziging werd op 28 juni 2020 aangebracht. In het kader van de begeleidende maatregelen ingevolge de COVID-19 pandemie werd de termijn waarbinnen de koper na het verlijden van de aankoopakte de omgevingsvergunning moet aanvragen, uitgebreid van één jaar naar twee jaar. Het uitbreiden van deze termijn betekende ook dat de koper zich moet vestigen binnen de vier jaar na het verlijden van de akte ipv de aanvankelijke voorziene drie jaar.
Verderop in de verkoopsvoorwaarden is voorzien in sancties wanneer de termijnen inzake indienen omgevingsvergunning, starten van de werken en aanvang van de exploitatie niet gerespecteerd worden. De uitbreiding van de termijnen in de beslissing van 28 juni 2020 werden echter niet doorgetrokken in de termijnen die voorzien zijn in artikel 13 waar de sancties worden opgelijst. Om eventuele juridische discussies te vermijden is het aangewezen de termijnen op elkaar af te stemmen.
Een koper die de gebouwen niet binnen de vier jaar na het verlijden van de akte 'grondaankoop' zal aan de Stad Lokeren een boete verschuldigd zijn. Deze sanctie was sowieso al voorzien in de beslissing van 3 september 2018 maar de aanvankelijke termijn van 'drie' jaar wordt nu aangepast aan de beslissing van 28 juni 2020 nl. 'vier' jaar.
Aan de raad wordt gevraagd om akkoord te gaan met deze beperkte aanpassing.
Artikel 13 van de verkoopsvoorwaarden zoals goedgekeurd in het gemeenteraadsbesluit van 29 januari 2018 wordt integraal vervangen door volgende tekst:
Artikel 13. Sancties
a) Indien de gebouwen binnen de termijn van vier jaar niet in gebruik zijn genomen waarvoor zij bestemd zijn zal aan de Stad Lokeren een boete van tweehonderdvijftig euro per kalenderdag vertraging verschuldigd zijn, gerekend vanaf het verstrijken van de hiervoor bedongen termijn van vier jaar tot aan de datum van inbedrijfstelling.
Deze boete zal betaald worden de eerste van elke kalendermaand. De eerste betaling bevat de boete verschuldigd voor het aantal dagen verlopen sinds de eerste dag volgend op het verstrijken van de periode van vier jaar tot het einde van de kalendermaand.
b) Indien de groenaanleg niet binnen de in punt 9 bepaalde termijn is uitgevoerd dan zal aan de Stad Lokeren een boete van tweehonderdvijftig euro per kalenderdag vertraging verschuldigd zijn, gerekend vanaf het verstrijken van de hiervoor bedongen termijn van vier jaar tot aan de datum van de voltooiing van de groenaanleg.
Deze boete zal betaald worden de eerste van elke kalendermaand. De eerste betaling bevat de boete verschuldigd voor het aantal dagen verlopen sinds de eerste dag volgend op het verstrijken van de periode van vier jaar tot het einde van de kalendermaand.
c) Indien de koper niet voldoet aan één of meer van de voorwaarden gesteld in de artikelen 3 en 6 , zal na het verstrijken van de inbedrijfstellingstermijn van vier jaar een boete verschuldigd zijn aan de Stad Lokeren van tweeduizendvijfhonderd euro per m2 te weinig bebouwde oppervlakte, voor zover het een stedenbouwkundige voorwaarde betreft.
Voor het berekenen van deze boete dient rekening gehouden met de aard en de bestemming van de opgerichte gebouwen, met dien verstande dat indien alleen een woongelegenheid werd opgericht, de aldus bebouwde grond voor het berekenen van de boete als onbebouwd zal worden beschouwd. De aldus verschuldigde boeten zullen dienen betaald boven deze eventueel verschuldigd ingevolge punt 13 a en b.