Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 2 september 2019 waarbij de statutaire formatie van het administratief en logistiek kader van de politie werd vastgelegd, als volgt :
9 fulltime equivalent assistent (niveau C) waarvan 1 voor de dienst Beleidsondersteuning & beheer PLIF;
Overwegende dat de dienst beleidsondersteuning & PLIF momenteel bestaat uit één contractuele assistent (niveau C) buiten kader via het verkeersveiligheidsfonds;
Overwegende dat ingevolge de statutaire bepalingen van de geïntegreerde politie, die bepalen dat enkel administratief personeel bij arbeidscontract wordt ingezet voor betrekkingen die als tijdelijke, bijzondere of deeltijdse opdrachten worden beschouwd; dat er geen enkele betrekking binnen de organisatiestructuur van de politiezone Lokeren bestaat die voldoet aan deze beschrijving en aldus alle administratieve betrekkingen in de reguliere werking zijn opgenomen en dienen uitgevoerd te worden door statutaire personeelsleden;
Overwegende dat bijgevolg één statutaire betrekking van assistent (niveau C), dienst beleidsondersteuning & PLIF, vacant dient te worden verklaard binnen de statutaire personeelsformatie van het administratief en logistiek personeel van de politie;
Overwegende dat de heer Dirk De Paepe, korpschef, voorstelt om een betrekking van assistent (niveau C), dienst beleidsondersteuning & PLIF vacant te verklaren in de mobiliteitscyclus 2020-05;
Overwegende dat het geen gespecialiseerde betrekking betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het KB d.d. 30 maart 2001, laatst gewijzigd bij K.B. van 14 april 2013, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekking, de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- of er een wervingsreserve wordt aangelegd voor een gelijkwaardige functionaliteit;
dat indien een beslissing genomen wordt om een wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
Overwegende dat voorgesteld wordt om geen wervingsreserve vast te stellen;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 1, Afdeling II van het KB dd. 30 maart 2001 bepalingen zijn opgenomen inzake de eerste aanwijzing van een personeelslid van het administratief en logistiek kader, dat enkel van toepassing is op het personeelslid dat is benoemd overeenkomstig art. V.II.6 van hetzelfde KB dd. 30 maart 2001;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het K.B. van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten;
In de statutaire formatie van het administratief en logistiek personeel van de politie één betrekking van assistent (niveau C) - dienst beleidsondersteuning & PLIF vacant te verklaren.
Het betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking valt;
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef.
Geen wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.