Gelet op zijn besluit dd. 2 september 2019 waarbij de formatie van het statutair operationeel personeel werd vastgelegd met ondermeer 18 middenkaders, waarvan 1 voor de dienst gerechtelijk secretariaat;
Gelet op het feit dat dit middenkader voor de dienst gerechtelijk secretariaat nog niet ingevuld is;
Gelet op het advies van Dirk De Paepe, korpschef, die de invulling van het organiek kader stapsgewijs wilt laten verlopen maar het noodzakelijk is teneinde een optimale politionele dienstverlening aan de burger te kunnen garanderen en teneinde het politiekorps intern te kunnen optimaliseren;
Overwegende dat de heer Dirk De Paepe, korpschef, voorstelt om een betrekking van hoofdinspecteur van politie, dienst gerechtelijk secretariaat, vacant te verklaren;
Overwegende dat het geen gespecialiseerde betrekkingen betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het K.B. d.d. 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekkingen de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- of er geen wervingsreserve wordt aangelegd voor een gelijkwaardige functionaliteit;
dat indien geen beslissing genomen wordt om geen wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
Overwegende dat voorgesteld wordt om geen wervingsreserve vast te stellen;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op het KB van 14 april 2013 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangaande de eerste aanwijzing van de personeelsleden van het operationeel kader en het MB van 16 april 2013 tot wijziging van het UBPOL;
Gelet op het K.B. d.d. 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB d.d. 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;