Overwegende dat de heer Patrick Daeyaert in de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 januari 2019 verkozen werd verklaard als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst;
Overwegende dat hij op 28 juli 2020 heeft gemeld dat hij ontslag wenst te nemen als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst;
Overwegende dat conform de voordrachtakte van de heer Daeyaert er geen opvolger was aangeduid;
Overwegende dat om in de vervanging te voorzien, op 20 augustus 2020 een voordrachtakte werd bezorgd aan de algemeen directeur;
Overwegende dat het de bevoegdheid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn is om de geloofsbrieven goed te keuren van het nieuwe lid dat wenst te zetelen in het bijzonder comité sociale dienst;
Overwegende dat het onderzoek van de geloofsbrieven van de leden van het BCSD inhoudt dat wordt nagegaan of zij nog steeds voldoen aan de verkiesbaarheidsvereisten en of ze zich niet bevinden in een toestand van onverenigbaarheid;
Gelet op de verkiesbaarheidsvereisten nl. :
* Belg zijn (of burger van een lidstaat van de Europese Unie)
* volle 18 jaar oud zijn
* ingeschreven zijn in de stedelijke bevolkingsregisters
* niet uitgesloten of geschorst zijn van het kiesrecht zoals bepaald bij het Kieswetboek.
Overwegende dat het kandidaat-lid van het BCSD nl. mevrouw Senna Poppe een verklaring op eer ondertekende dat zij zich niet bevindt in een toestand van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het bewijs van goed gedrag en zeden en de uittreksels uit het bevolkingsregister;
Overwegende dat de geloofsbrieven van het kandidaat-lid geen aanleiding geven tot opmerkingen zodat die kunnen worden goedgekeurd;
De geloofsbrieven van mevrouw Senna Poppe als kandidaat-lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst geven geen aanleiding tot opmerkingen en worden goedgekeurd.