Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad, dat bepaalt dat de gemeenteraad bepaalde bevoegdheden bij reglement kan toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen; dat tevens bepaald wordt welke bevoegdheden niet kunnen worden gedelegeerd;
Overwegende dat het toevertrouwen van bevoegdheden aan het college van burgemeester en schepenen in verband met personeelsaangelegenheden een continue en vlotte werking in de hand zou werken binnen dit domein; dat het bijgevolg aangewezen is om van deze delegatiemogelijkheid gebruik te maken, meer bepaald voor
- het vaststellen en wijzigen van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel
- het vaststellen en wijzigen van het arbeidsreglement van het gemeentepersoneel, en tevens dat van het gesubsidieerd onderwijspersoneel;
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering d.d. 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Dit reglement is van toepassing op de personeelsgebonden materies voor wat betreft het gemeentepersoneel. Het is niet van toepassing op de personeelsgebonden materies met betrekking tot de personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs, behoudens art. 2, 2°.
De raad vertrouwt volgende bevoegdheid toe aan het college van burgemeester en schepenen:
1° Het vaststellen en wijzigen van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel
2° Het vaststellen en wijzigen van het arbeidsreglement van het gemeentepersoneel, en tevens dat van het gesubsidieerd onderwijspersoneel.
Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 oktober 2019.