Overwegende dat een hoofdinspecteur van politie, dienst interventie, zich sedert 3 juni 2018 aaneensluitend in ziekteverlof heeft bevonden;
Overwegende dat deze hoofdinspecteur zich ten gevolge van zijn ziekte sedert 15 oktober 2018 in disponibiliteit wegens ziekte bevond; dat deze ziekte sinds korte tijd een slepend karakter vertoonde;
Overwegende dat deze hoofdinspecteur ingevolge zijn ziekte zijn ambt niet meer kon opnemen;
Gelet op de recente berichtgeving op 4 december 2018 dat deze hoofdinspecteur is overleden ten gevolge van zijn ziekte;
Overwegende dat de heer Patrick Trienpont, korpschef, voorstelt om één betrekking van hoofdinspecteur van politie vacant te verklaren binnen de formatie van het operationeel kader, dienst interventie, via de mobiliteitscyclus 2018-05;
Overwegende dat het geen gespecialiseerde betrekking betreft;
Overwegende dat in deel VI, Titel II, hoofdstuk 2 van het K.B. d.d. 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepalingen zijn opgenomen inzake de regeling van de mobiliteit;
Overwegende dat art. VI.II.15 van voornoemd koninklijk besluit bepaalt dat naast het vacant verklaren van de betrekkingen de gemeenteraad ook beslist :
- of het gaat om een gespecialiseerde betrekking,
- over de wijze van selectie,
- om, tot de datum van de volgende mobiliteitscyclus, in een wervingsreserve te voorzien die geldt voor een gelijkwaardige functionaliteit;
Dat indien geen beslissing genomen wordt om geen wervingsreserve aan te leggen, alle in het raam van de mobiliteit geschikt bevonden kandidaten in principe worden opgenomen in de mobiliteitsreserve die geldt voor een zelfde functionaliteit;
Dat deze mobiliteitsreserve geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus;
Overwegende dat voorgesteld wordt om geen wervingsreserve vast te stellen;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op het Gemeentedecreet;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op het KB van 14 april 2013 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten aangaande de eerste aanwijzing van de personeelsleden van het operationeel kader en het MB van 16 april 2013 tot wijziging van het UBPOL;
Gelet op het K.B. d.d. 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het KB d.d. 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op de ministeriële omzendbrief GPI 15 d.d. 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
In de formatie van het operationeel personeel van de politie één betrekking van hoofdinspecteur van politie voor de zuil interventie vacant te verklaren.
Het betreft geen gespecialiseerde betrekking.
De betrekking niet te begeven naar anciënniteit van de kandidaten.
Volgende selectiewijze vast te stellen:
- het inwinnen, per kandidaat, van het gemotiveerd advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking valt.
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de korpschef.
Geen wervingsreserve aan te leggen voor een gelijkwaardige functionaliteit die geldig is tot de datum van de oproep tot kandidaten van de tweede navolgende mobiliteitscyclus.