2019_GR_00158 - verkaveling gelegen in de oude-Bruglaan - vaststelling tracé wegenis - goedkeuring plannen, lastenboek en raming van de infrastructuurwerken - vaststelling van de voorwaarden.

Het tracé van de straat, vervat in de verkavelingsaanvraag, ingediend door Urbanlink, Ferdinand Lousbergkaai 103 te 9000 Gent, met betrekking tot een verkaveling gelegen te Lokeren, in de Oude-Bruglaan, 1ste afdeling, sectie A, nrs 1299Y2, 1298D2, 1301B, 1303D, 1300D, 1298K2, 1297S2, 1291D wordt vastgesteld volgens het ingediend plan.

Art.2.- De hierbij gevoegde infrastructuurplannen, bestek en raming voor de weg- en rioleringswerken in de verkaveling goed te keuren en aan te vullen met volgende voorwaarden uit het advies van de dienst openbare werken d.d. 28/03/2019:

ALGEMENE BEMERKINGEN OP HET DOSSIER WAARMEE REKENING MOET GEHOUDEN WORDEN:

1 – Voorafgaande opmerkingen:

 De rijweg, riolering, aanliggende voetpaden en het groen worden in één fase gerealiseerd.

Na uitvoering zal een PV van goedkeuring van de uitgevoerde werken worden opgemaakt (geen oplevering!). De verkavelaar blijft nog gedurende 2 jaar verantwoordelijk voor eventuele onzichtbare gebreken aan riolering / wegenis of schade ingevolge bouwactiviteiten. De verkavelaar blijft ook 2 jaar verantwoordelijk voor regulier onderhoud en inboet van de afgestorven beplanting.

De definitieve oplevering gebeurt na deze 2 jaar, waarna de overdracht van het ‘publiek domein’ onmiddellijk kan gebeuren.

Het onderhoud en het beheer van de wegenis en de groenvoorziening dient tot aan de overdracht te gebeuren door de verkavelaar. De riolering moet gereinigd worden tegen de definitieve oplevering.

 Vóór de aanvang der werken zal de verkavelaar een borg op eerste verzoek stellen ten bedrage van 80% van de raming der werken (= 80% van 2.120.732,21€). Dit geeft een totale borg van 1.696.585,77€. Na de goedkeuring van de uitvoering zal de stad 80% van borgstelling van de borg vrijgeven (= 80% van 1.696.585,77€ = 1.357.268,61€). Na de definitieve oplevering wordt de resterende 20% vrijgegeven (=339.317,16€). Het vrijgeven van de borgstelling kan enkel en alleen op basis van een attest van de stad dat de vrijgave mogelijk maakt.

 Wanneer er werken worden uitgevoerd na de realisatie van deze werken (gebouwen, …) dient verplicht een plaatsbeschrijving opgemaakt te worden van de reeds aangelegde, aanpalende zones.

 Alle openbare groenzones dienen door de verkavelaar te worden ingericht. Voor de beplanting moet het advies van de Groendienst gevolgd worden. de aanleg van de ‘openbare’ groenzones en eventuele speelpleinen dienen opgenomen te worden in de wegeniswerken en dienen aangelegd te worden in het eerst volgend plantseizoen op het beëindigen van de wegeniswerken. Het onderhoud en het herstel blijft ten laste van de aanvrager tot en met de definitieve oplevering.

 Ten laatste bij de eerste voorbereidende coördinatievergadering dienen min. twee exemplaren van het volledige uitvoeringsdossier te worden overgemaakt aan de werkcontroleur van de stad. Ook de bevestiging van de borgstelling dient ten laatste tijdens de eerste coördinatievergadering overhandigd te worden aan de stad. Pas wanneer de bevestiging van borgstelling in het bezit van de stad is, kan een startdatum worden vastgelegd.

 Volgende zones zijn na realisatie van de werken gratis over te dragen aan de stad:

- alle gronden tussen de rooilijnen;

- evt grachten, waterlopen, bufferbekken

- evt groenzones

- evt speelpleinzone

- …

2 – Administratieve bepalingen – rekening te houden met:

 Bestendig toezicht door de afgevaardigde van de stedelijke technische dienst is toegelaten met inschrijvingsmogelijkheid in het dagboek op de werf.

 De verkavelaar dient in te staan voor de uitvoering van alle keuringen welke het standaardbestek 250 voorziet en die van toepassing kunnen zijn op het werk ( o.a. camera-onderzoek van de rioleringen ). Alle monsters worden beproefd zoals het Standaardbestek het voorschrijft. Een kopie van alle proefresultaten zal onverwijld na het bekend worden ervan aan de Stad bezorgd worden.

 De datum van aanvang der werken dient op voorhand aangetekend meegedeeld te worden aan het College van Burgemeester en Schepenen.

 Het Stadsbestuur zal uitgenodigd worden bij alle voorafgaandelijke coördinatievergaderingen en de werfvergaderingen met aannemer en/of nutsmaatschappijen alsook bij de voorlopige en de definitieve aanvaarding van de beide fasen.

 Toepassing van minwaarden kan enkel mits het uitdrukkelijk akkoord van het Stadsbestuur en mits storting van de minwaarde in de stadskas. In die zin dient (bij de opstart van het project) ook de inschrijvingsformulier (met vermelding van alle eenheidsprijzen) van de aannemer aan de stad worden overgemaakt.

 Minimum 4 weken vóór de voorlopige oplevering dienen de as-built plannen digitaal te worden overhandigd aan de stad Lokeren . De as-built plannen moeten aangeleverd worden in dwg-formaat en met GRB opmaak (layerstructuur, kleuren, lijntypes, symbolen,…). Tevens dienen voor alle kunstwerken Aquadata-fiches te worden afgeleverd zowel digitaal als uitgeschreven conform de Aquafin- richtlijnen. Er dient tevens een einddossier (technische fiches, proefverslagen, werfverslagen, … ) te worden overgemaakt aan de dienst Openbare Werken van de stad. De voorlopige oplevering kan niet doorgaan zolang deze documenten niet in het bezit zijn van de Stad.

 Opmetingen zijn uit te voeren door een landmeterexpert in Lambert-coördinaten en de peilen moeten opgegeven worden in TAW, dit volgens de meest recente GRB-richtlijnen.

 Het dossier dient te worden aangevuld met:

 een conform verklaard Technisch Verslag (grondverzet)

 dossier i.f.v. Tracimat (bij sloopwerken)

 het veiligheidcoördinatie-ontwerpdossier ( de persoon die belast is met de veiligheidcoördinatie dient te worden vermeld )

3 – Technische bepalingen – rekening te houden met:

WATERAFVOER

 Putranden in een onverharde berm moeten van een betonnen steunring voorzien worden.

 Bij de voorlopige oplevering zullen alle bouwpercelen voorzien zijn van een regenwater- en een afvalwateraansluitputje. Alle aansluitputjes dienen te worden voorzien zonder stankafsluiter. RWA- en DWA-inscripties dienen vast te zijn ingegoten in het deksel en de plaats van de huisaansluitputjes zal gemarkeerd worden door middel van het inslijpen van een V-teken (vuil water) of een H-teken (hemelwater) in de boordsteen /greppel langs de weg.

Ingeval de regenwaterafvoer van de woning voorzien wordt naar een afwateringssloot is geen regenwateraansluitputje nodig. In dat geval moet de sloot ter hoogte van de afvoerbuis uitbekleed worden

 Alle huisaansluitingen dienen te gebeuren met een minimale diepte van 80cm. Het principe om in de bovenste helft van de buis aan te sluiten dient maximaal aangehouden te worden

 Bestaande grachten op het terrein (langsheen de perceelsgrenzen) dienen optimaal behouden te blijven. Deze dienen geherprofileerd te worden.

Eventueel wordt een houten beschoeiing voorzien (hoogte ½ van de totale hoogte van de gracht), daarboven komt een talud 4/4.

 Er dient rekening gehouden te worden met het bestaande maaiveldniveau zodat grondverzet beperkt wordt. De nieuwe rijweg mag het bestaande maaiveld niet overschrijden. Er mag bijgevolg niet worden opgehoogd.

Op de plannen moet de maaiveldniveau ’s van de aanpalende percelen worden meegegeven zodat hier naartoe gewerkt kan worden. Bij ondiepe percelen dient erover gewaakt dat eventuele terrassen lager worden aangelegd dan de vloerpas zodat deze, en de rest van de tuin, niet hoger worden aangelegd als de aanpalende percelen.

 Voor de hemelwaterafvoer moet voldaan worden aan de bepalingen van art. 6.2.2.1.2 §4 van Vlarem II waarin is opgenomen dat onverminderd andere wettelijke bepalingen voor de afvoer van hemelwater de voorkeur gegeven moet worden aan de volgende afvoerwijzen in afnemende graad van prioriteit:

- Opvang voor hergebruik

- Infiltratie op eigen terrein (infiltratieoppervlakte van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 4m² / 100m² verharde opp.)

- Buffering (voor Lokeren: min. 330m³/ha verharde opp.) met vertraagd lozen (voor Lokeren: 10l/s.ha verharde opp) in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater

- Lozing in de regenwaterafvoerleiding (RWA) in de straat

Hierbij stelt de code van goede praktijk dat slechts naar een volgende stap mag overgegaan worden als bewezen is dat de vooropgestelde maatregel technisch niet haalbaar is.

Slechts wanneer de beste beschikbare technieken geen van de voornoemde afvoerwijzen toelaten, mag het hemelwater overeenkomstig de wettelijke bepalingen worden geloosd in de openbare riolering.

Voor het regenwater van de Oude Baan wordt momenteel meteen stap 4 toegepast (lozing in de regenwaterafvoerleiding). Ook voor dit regenwater dient de code van goede praktijk te worden toegepast. Er dient dus nog een oplossing te worden gezocht.

 Wadi’s voorzien voor de opvang en infiltratie van regenwater afkomstig van openbare ruimte dienen op openbaar domein te liggen. Wadi’s voorzien voor opvang en infiltratie van regenwater afkomstig van privaat domein dienen op privaat domein te worden voorzien. Er dient een plan te worden voorgelegd aan de stad waarop dit duidelijk is aangegeven.

 De overloop van de wadi op het pleintje aan de Oude-Bruglaan is voorzien in het midden van de wadi in een betonnen constructie. Dit dient te worden gewijzigd naar een kolk aan de zijkant van de wadi zodat dit meer weggewerkt is in het ontwerp.

 Voor de berekeningen in de hemelwatertoets dient men 80m² per woongelegenheid met tuin in rekening te nemen en niet per grote kavel zoals in de reeds ingediende verordening.

 Het advies van Aquafin dient te worden gevolgd. Er mogen binnen een zone van 5m langs beide zijden van de as van de afvalwatercollector geen gebouwen, geen vaste constructies en geen hoogstammen worden voorzien.

 Het advies van VMM dient te worden gevolgd.

WEGENIS

 Lijnvormige elementen moeten zoveel als mogelijk in ter plaatse gestort beton uitgevoerd worden. Enkel waar dit technisch niet realiseerbaar is (bv in een korte bocht) kunnen betonnen prefabgreppels aangewend worden.

 Waar het voetpad niet naast een woning gelegen is, dient dit aan de buitenzijde opgesloten worden door middel van een boordsteen.

 Alle betonstraatsteenverharding wordt afgeboord met een streklaag. De voorkeur wordt gegeven aan klinkers 22/22/10 (ifv onkruidbestrijding),

 Ter plaatse van de aansluiting van de nieuwe wegenis met de bestaande wegenis dient erover gewaakt te worden dat geen plasvorming kan ontstaan. De nodige maatregelen daartoe zullen genomen worden, dit in overleg met de stad.

 Er dient een duidelijk onderscheid te zijn tussen wat private weg/parking is en publiek. Hiervoor dient de overgang van materiaal te worden verplaatst naar de grens tussen openbaar en privaat.

DIVERS

 De nutsleidingen worden voorzien in een gemeenschappelijke sleuf, deze dient 1m breed te zijn en +/- 1m diep. De voorziene plaats voor de nutsleidingen moet worden aangeduid op het grondplan. De aannemer van de wegeniswerken zal instaan voor het uitgraven van deze gemeenschappelijke sleuf. Belgacom zal kosteloos kunnen gebruik maken van de sleuf en zal daarvoor in ruil de verkaveling gratis voorzien van Telecom-infrastructuur, conform hun engagement aangegaan op 1.8.2000.

 Na te kijken of er een nieuwe elektriciteitscabine moet ingeplant worden (Eandis) + navraag wat de eisen zijn wat toegang betreft (verharding, …)

 Aandacht voor inplanting openbare verlichting (Eandis), ivf bomen, opritten, … : in overleg met Eandis te bekijken. Momenteel staat er op het plan nog geen openbare verlichting. Dit dient ment nog te voorzien.

 Wat de werken door de nutsmaatschappijen betreft, hier valt de coördinatie ten laste van de verkavelaar!

 Waar er ruimte voorzien is voor afvalcontainers dienen deze meteen ondergronds te worden voorzien. Dit dient te gebeuren in overleg met IDM.

 De parkeerzones ten noorden van het project mogen niet in graskunststofplaten worden voorzien. Dit moeten betonnen grastegels zijn conform het typedetail van de Stad Lokeren (zie bijlage).

 Ook de afmetingen van de parkeerplaatsen dient te worden aangepast: haakse parkings dienen min. 2.5m breed te zijn, 5m lang en er dient 6m vrije ruimte te zijn om in- en uit te rijden.

 Het fietspad en alle groen aan de oostkant van de site mag ook op privaat domein blijven liggen De rooilijn wordt zo minder grillig gemaakt. De noordelijke rooilijn van de grootste kavel wordt doorgetrokken tot aan de perceelsgrens. De grens tussen wegenis en groenzone t.h.v. putten R18 en D19 wordt de nieuwe rooilijn. Op deze manier wordt een duidelijker grenslijn gemaakt.

Art 3 - De hierbij gevoegde infrastructuurplannen, bestek en raming voor de weg- en rioleringswerken in de verkaveling goed te keuren en aan te vullen met volgende voorwaarden

uit het advies van de dienst mobiliteit:

Voetgangersvoorzieningen

De site ligt binnen de bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom moeten voetgangersvoorzieningen aangelegd worden: alle woningen moeten via een voetpad van minimaal 1,5 m breed bereikbaar zijn.

 Achteraan links eindigt het voetpad aan de zijstraat. Dit voetpad moet doorgetrokken worden tot aan de ingang van de laatste blok en het begin van het fiets- en wandelpad naar de Durme;

 Aan de rechterzijde is er gewoon geen voetpad voorzien. Dit kan dus niet. Hier moet dus ook vanaf de Oude-Bruglaan tot aan het begin van de fietsdoorsteek een voetpad komen. Dit voetpad mag maar moet zeker niet vlak naast de weg liggen;

 De secundaire verbinding tussen de Durme en de Oude Baan stopt botweg aan de rand van de parking. Ten behoeve van de voetgangers moet tussen de weg van de parking en de woning van de buren een voetpad komen tot aan de Oude Baan zelf.

Er dienen overal voetpaden te worden voorzien zoals hierboven beschreven.

Op twee locaties zullen veel voetgangers de straat oversteken. Ten eerste ter hoogte van het plein naar het verlengde van de Oude-Bruglaan (cafe ’t Nieuw Slachthuis) net naast de voorziene fietsersoversteek. Anderzijds tussen het ‘plein’ aan de Oude-Bruglaan en het eerste gebouw aan de rechterzijde

 Op de meeste drukke locatie waar voetgangers de centrale straat zullen oversteken, wordt een zebrapad voorzien.

Er dienen zebrapaden te worden geschilderd van ‘plein’ naar voetpad aan de overzijde van de Oude Baan (cafe ’t Nieuw Slachthuis) en van ‘plein’ over de centrale weg naar eerste gebouw (voorbij de parking).

Toegankelijkheid van de bestaande verhoogde bushalte aan de Oude-Bruglaan verbeteren.

 Momenteel is er geen helling tussen het verhoogd busplatform naar het omliggend voetpad. Aangezien deze zone wordt heraangelegd, kan dat nu beter wel worden voorzien.

Er dient een toegangshelling te worden voorzien tussen voetpad en busplatform.

Fietsenstalling

Voldoende fietsenstallingen moeten worden aangeboden (1 fietsenstalling per slaapkamer). Uiteraard moeten ook deze fietsenstallingen oordeelkundig ingeplant zijn (verspreid nabij de toegangen van de blokken).

 Er zijn onvoldoende fietsenstallingen voorzien. Dit is ook de conclusie uit de MOBER (pagina 51 en 54). Aan een gemiddeld fietsbezit zouden er 607 fietsen binnen het project moeten worden gestald (2,23 fietsen per gezin). De fietsenstallingen op het openbaar domein volstaan verre van. Gaan bewoners stallingplaatsen in de gebouwen hebben?

Er zijn te weinig bovengrondse fietsenstallingen voorzien. Er dienen voldoende bovengrondse stallingsmogelijkheden te worden voorzien!

Parkeren

Gemeentelijke parkeernorm: 1,5 parkeerplaatsen per woongelegenheid, waarvan 1 voor bewoners en 0,5 voor bezoekers. De parkeerplaatsen voor bezoekers moeten op het openbaar domein voorzien worden. 272 private parkeerplaatsen / 136 openbare parkeerplaatsen /  20 parkeerplaatsen voor de buurt. Dus in totaal 428 parkeerplaatsen binnen de projectzone. Het aantal te voorzien woongelegenheden zal dus onder andere bepaald worden door de voorziene parkeerplaatsen.

 Op de site zullen volgens de nota en de MOBER voldoende (428) parkeerplaatsen worden voorzien. Omdat de plan van de private delen met onder meer de ondergrondse parkings niet binnen deze aanvraag vallen, kan het totaal aantal niet worden gecontroleerd. 

 Op het ingediende plan staan alvast 159 openbare parkeerplaatsen, wat dus conform de stedelijke parkeernorm is. Door de drie extra parkeervakken (op plan t.o.v. nota) worden de drie bestaande openbare parkeerplaatsen naast de bushalte gecompenseerd.

De voorziene parkeerplaatsen zijn te krap (zie verder)!

Voor de eerste 100 plaatsen moet 6% van de parkeerplaatsen aangelegd en gereserveerd worden voor personen met een handicap. Boven de honderd plaatsen moet per begonnen schijf van 50 parkeerplaatsen één extra plaats andersvaliden aangelegd en gesignaleerd worden. Er zijn met andere woorden 13 plaatsen andersvaliden vereist. Deze plaatsen liggen het dichtst bij de toegangen / liften.

 Op het ontwerpplan staan nu 7 parkeerplaatsen andersvaliden. Er zullen m.a.w. nog minimaal 6 parkeerplaatsen moeten worden voorzien binnen het private gedeelte van de site (boven en/ of ondergronds).

Er dienen binnen het privaat gedeelte nog minstens zes parkeerplaatsen andersvaliden te worden voorzien.

Standaard hebben de parkeerplaatsen volgende afmetingen: 5,0 op 2,5 (3,5 voor andersvalide – plaatsen). De toegangsweg naar haakse parkeerplaatsen (hoek 90°) bedraagt minstens 5,5 meter. Beperkt kan hier van afgeweken worden. Het uiterst minimum volgens de stedelijke parkeernorm is 2,25 op 4,5 meter. 

 In het ontwerp werd de minimumnorm voor afmetingen van parkeerplaatsen bijna overal toegepast in plaats van de standaardafmeting. Dit is uiteraard niet de bedoeling.

Standaard moeten de normale afmetingen voor een parkeervak (2,5 op 5,0) worden toegepast. Slechts zeer beperkt kan daar eens van worden afgeweken. De correcte toepassing van de afmeting zal uiteraard extra ruimte vergen.

Structuur wegenis

 De aansluiting van van de  Oude Baan moet rechtop de Bleekmeersstraat gebeuren: op die manier wordt het kruispunt compacter en dus ook overzichtelijker.  De volledige aansluiting dient dus op te schuiven richting café.

Het fietspad ter hoogte van de aansluiting Oude Baan moet aanliggend, in plaats van afgescheiden van de rijweg.  Dit naar analogie aan de overzijde en andere kruispunten in de buurt.

De centrale weg moet wel zeker 5,6 meter (kantstroken incluis) zijn.

Het gevraagd wegprofiel van 5,6 m werd overgenomen in ontwerp.

Op het einde van de centrale weg is er een keerpunt voorzien. Dit keerpunt loopt echter door tot vlak voor de ingang van de woonblokken. De toegang naar de laatste blok en het fietspad richting Durme wordt beter al vroeger afgesloten van gemotoriseerd verkeer. Boordsteen verplaatsen tot zone fietsstalling.

De voertuigen van de afvalophaling, postvoertuigen, leveringen etc moeten hier vlot kunnen keren. Het gebruik van de brandweergangen is immers enkel bij calamiteiten voorzien. Om te weten of het keerpunt voldoende is voor de langere voertuigen die de site regelmatig zullen oprijden ook hier de bochtstralen op vermelden!

Keerpunt aanpassen door ruimte voor voetgangers en fietsers op logische locatie te starten;

Afmetingen keerpunt op plan vermelden.

De stad is voorstander om het naastgelegen terrein van de petanqueclub via het nieuw project te ontsluiten zodat de onveilige rechtstreekse uitrit op de Oude-Bruglaan weg kan vallen. Op het plan loopt de weg echter niet door tot de perceelsgrens.

De weg dient te worden doorgetrokken tot tegen de perceelsgrens met de petanqueclub.

De uitrit van de ondergrondse parking van het eerste gebouw rechts komt samen met het doodlopend wegje (petanque) uit op de centrale as. Dit kan voor conflicten zorgen.

Er dient een oplossing te worden gezocht om conflicten ter hoogte van de uitrit van de ondergrondse parking van het eerste bouwblok rechts te voorkomen.

De verharding van de centrale weg is verschillend van deze van de zijstraatjes. Dit is logisch. Maar misschien kan de overgang van het materiaal ook net overeenkomen met de grens openbaar / privaat domein.

De overgang van de verharding dient samen te vallen met de grens tussen het publiek en het privaat domein.

Andere opmerkingen

1. In functie van de veiligheid van de fietser die van de site het jaagpad langs de Durme oprijdt rechtop de aansluiting een verticaal element (beugel of iets dergelijk) plaatsen. Dit om te vermijden dat men de Durme in sukkelt. Door het aanbrengen van een verkeersbord B1 (voorrang geven – klein formaat) en het schilderen van kleine haaientanden wordt ook de voorrang duidelijk.

2. Plaatsen van volgende verkeersborden door de projectontwikkelaar: - verkeersbord F45b (dooRlopende straat) ter hoogte van het begin van de  centrale weg; - verkeersbord C3 met onderbord M11 (uitgezonderd fietsen en speedpedelecs) ter hoogte van het begin van de verbindingen voor de zachte weggebruikers naar de Durme (op de centrale as en op de tweede verbinding).

3. Milderende en flankerende maatregelen tijdens bouwfase: * Om de verkeershinder op de Oude-Bruglaan te beperken en het vrachtverkeer zo snel mogelijk naar het hoger wegennet te leiden wordt het tonnageverbod op de brug over de Durme in de Oude-Bruglaan tijdelijk opgeheven. * De combinatie van vrachtverkeer en fietsers op de smalle fietspaden in het begin van de Oude-Bruglaan is zeer onveilig. Transport rond de spits (7u45 en 8u15) moet dus zeker vermeden worden. De stad Lokeren heeft het Charter Werftransport ondertekend. Dit moet worden opgevolgd. * De vrachtwagens die materiaal leveren moeten steeds op de eigen site (en dus niet in de Oude baan of op de Oude-Bruglaan) parkeren / stilstaan.

MOBER

De oorspronkelijke MOBER (versie 21/02/2019) werd aangepast n.a.v. de opmerkingen. Binnen de nieuwe MOBER wordt ook de situatie aan het lichtengeregeld kruispunt Oude-Bruglaan / Martelarenlaan / Brugstraat / K. Albertlaan onderzocht. De MOBER voldoet nu aan de wensen.

De conclusie over het extra verkeer in de Oude-Bruglaan richting het volgend lichtengeregeld kruispunt en het effect daarvan (pagina 58-59) is wel zeer matig en wordt sterk geminimaliseerd:

* Er is op sommige momenten reeds filevorming en een verzadigingsgraad van meer dan 95%; * De meer dan 500 voertuigen op een spitsuur uit de Oude-Bruglaan zouden moeten kunnen ontsluiten door: -  de detectielussen verder van het kruispunt te leggen Maar op de spits zijn alle takken bezet, veel sturing is dan weinig zinvol. -  de conflicterende voertuigen uit de Brugstraat vroeger rood te geven

Dit gebeurt nu al – ontruimingspijl voor linksaf slaand verkeer uit Oude-Bruglaan. - door te bouwen in het centrum zet het project zich in op gebruik fiets en veel minder te voet. Dit klopt, het autogebruik zal hier minder dan gemiddeld zijn. Maar de gebruikte kencijfers (zelf de gereduceerde waarden n.a.v. de ligging nabij centrum / station) tonen aan dat er tijdens de ochtendspits 136 voertuigen van een naar de site rijden, in de avondspits is dit 138.

 De MOBER toont aan dat er tijdens de ochtendspits respectievelijk avondspits een te verwachten toename van het verkeer zal zijn in de richting van de brug van 83 en 29 voertuigen bovenop het huidig aantal van 509 en 497. Dit is respectievelijk een stijging van 16,5 en 6 %! 

 Een belangrijke conclusie uit de MOBER is het gebrek aan (bovengrondse) fietsstallingen. Het voorzien van meerdere degelijke, fietsstalveilige en overdekte bovengrondse fietsenstallingen is een must.

 Het reeds bij de opstart voorzien van een autodeelwagen (Cambio) kan ontradend werken. Er dient een elektrische laadpaal voor voertuigen te worden voorzien als stimulans in de keuze naar milieuvriendelijkere voertuigen.

 Binnen de MOBER moeten ook de hierboven vermelde milderende maatregelen tijdens de bouwfase worden opgenomen.

Art 4 - De hierbij gevoegde infrastructuurplannen, bestek en raming voor de weg- en rioleringswerken in de verkaveling goed te keuren en aan te vullen met volgende voorwaarden

uit het advies van de groenambtenaar.

Algemeen

Dit advies is een beplantingstechnisch advies, er wordt geen advies gegeven over ruimtelijke of omgevingsaspecten op meso- of macroschaal.
In dit advies staan voorwaarden en aan te passen of aan te vullen punten op het dossier (beplantingsplan, ontwerp, bestek en/of raming) vermeld.
De aanpassingen/aanvullingen moeten duidelijk weergegeven zijn op de dossierstukken (uitvoeringsdossier), die digitaal moeten bezorgd worden aan de dienst Omgeving (groenambtenaar).

ADVIES

Deels ongunstig advies in de oostelijke parkzone voor het rooien van de houtkant d.m.v. een kaalkap (zie onder). 
Deels gunstig advies mits onderstaande voorwaarden.

Bomen

Er bevinden zich buiten de oostelijke parkzone geen dermate waardevolle of beeldbepalende solitaire bomen of bomenrijen, dat die behouden moeten worden. Wel zijn er gezonde of waardevolle bomen in de brede bestaande houtkant in de toekomstige oostelijke parkzone.

Rooiaanvraag in de zone buiten de oostelijke parkzone :
Gunstig voor het rooien van de bomen/bomenrijen.

Rooiaanvraag in de oostelijke parkzone :
Ongunstig voor het rooien van de houtkant d.m.v. een kaalkap. 

De bestaande houtkant is reeds functioneel als brede natuurlijke groenbuffer. De (mogelijke) toekomstbomen in de bestaande houtkant moeten aangeduid en behouden blijven in samenspraak met de groenambtenaar op een gezamenlijk terreinbezoek met de groenontwerper. De te behouden oorspronkelijke houtkant kan dus (plaatselijk) veel breder blijven dan de in het ontwerp aangeduide breedte van 3,5m.

Er mogen geen vellingen gebeuren tussen 15 april en 30 juni omwille van het broedseizoen van de vogels.

Hoogstambomen moeten op minstens 4 meter van een gebouw gepositioneerd worden. Bepaalde posities moeten daarom aangepast worden.
Er moet op het portaalplein t.h.v. de Oude Bruglaan een monumentale toekomstboom voorzien worden, met een bijhorend ondergronds groeiplaatssubstraat (bomengranulaat).

Boompalen (altijd minimum 2) te plaatsen in de richting van de wegenis.

Voor steunmateriaal tegen omwaaien van bomen moet gebruik gemaakt worden van natuurlijke, biologisch degradeerbare materialen, bvb. onverduurzaamde boompalen van tamme kastanje, boombindsels van gevlochten kokostouw.

Het doorwortelbaar volume van de bomen moet afhankelijk van de grootteorde als volwassen boom ( 1^ste, 2^de en 3^de grootteorde), respectievelijk 30m³, 20m³ en 10m³ per boom bedragen.  Boomplantvakken of andere boomplantvoorzieningen moeten waterdoorlaatbaar zijn en zonder capillaire breuk voor opstijgend grondwater.
Indien bovenstaand volume niet in projectie van open grond beschikbaar is, dan moet men onder de verharding een ondergrondse wortelgroeiplaats met een kwalitatief groeimedium (bomenzand/bomengranulaat) voorzien. Dit is bv het geval bij de portaalboom Tilia tomentosa t.h.v. de Oude Bruglaan.
Waar de druklast van voertuigen (vrachtwagens, veelvuldig verkeer van personenwagens) hoog is, moet een ondergrondse zelfdragende groeiplaatsconstructie te vullen met bomengrond voorzien worden.
Indien bij een aanplant in open grond de boom op minder dan 3 meter van een verharding staat, moet men een liniaire wortelgeleiding tegen de verharding aanbrengen (dus niet rond de wortelkluit !).
De wortelweringschermen moeten in principe tot op een diepte van de laagste grondwaterstand komen, maar in de praktijk kan minstens 1,00 m diep onder MV volstaan (0,60m is ontoereikend en kan op termijn opnieuw wortelopdruk veroorzaken).
De wortelgeleidingsschermen worden geplaatst zodat de boom verder kan wortelen in een daarvoor voorziene worteldoorlaatbaar granulaat/substraat (bomengrond, skeletbodem, groeiplaatsconstructie) en daarbij volstaat een hoogte van 0,60 m. Het substraat mag trouwens niet dieper dan 0,8m onder het MV geplaatst worden.

Bij een groeiplaatsvoorziening onder verharding moet men beluchtingsbuizen voorzien.
Men moet altijd een irrigatiemogelijkheid (d.m.v. gietrand of drainagebuis) voorzien.

Eén boomsnoei (begeleidingssnoei) voorzien in de contractuele onderhoudsperiode.

Gazon / weide

Bloemrijk grasland : installeren van een meerjarige extensief beheerde weide. Mengselsamenstelling bloemrijk grasland moet minimum 5% van een op grassen (half)parasiterende soort bevatten (bv ratelaar) om dominantie van grassen met verdwijning van bloemen te voorkomen. Aangepaste mengselsamenstelling ter goedkeuring voor te leggen aan de groenambtenaar en op te nemen in het bestek. Het inzaaien moet gebeuren in de herfst.

Bemesting

Enkel gebruik van natuurlijke organische en biologische meststof zonder chemisch additief is toegestaan. Uitzondering hierop is het gebruik van kalium onder de vorm van patentkali. Zonder motivatie, is gebruik van samengestelde anorganische (minerale) meststoffen niet toegelaten. Teelaarde en bodemverbetering (dmv compost, lava,…) moeten volstaan als bron voor voedingsstoffen. Indien nodig moet de gebruiksdosis compost worden opgetrokken naar >= 1,5m³/are.

Speelgroen - speelweefsel

Speeltoestellen: valdempende bodem en bodembedekker in de speelzone moet voorzien worden. De ondergrond moet voldoende afwaterend zijn, indien niet het geval moet een drainage voorzien worden.

Meubilair

Plaatsing van meubilair die obstakels zijn bij het onderhoud (zitbanken, picknicktafels, toestellen,…) : voorzien van een monolieten onderbouw (sokkel) om ongewenste onkruidgroei te vermijden, dus niet rechtstreeks in het gazon plaatsen.

Onderhoudsfrequenties :

De onderhoudsbeurten tot en met de definitieve oplevering gebeuren zoals voorzien in het bestek, de meetstaat en de raming.
De onderhoudsperiode ten laste van de aanvrager (in de aanneming) is 3 jaar.

Water / Wadi

• Profiel wadi : voldoende zacht glooiende oever (helling 1m op minimum 12m) voorzien in functie van de veiligheid voor kinderen.
• In geval van plaatsing toegangspoort moet die minstens 3m breed zijn voor doorgang van een kraan.
• Een draadafsluiting moet in geval de wadi nabij een speelplein ligt. De afsluiting moet op 2 meter van de kruin, op het vlakke deel van de oever.

Toets Pesticidenreductieplan

Het ontwerp van de open ruimten en omgevingsruimten moet voldoen aan de pesticidentoets. Het onderhoud moet pesticidevrij gebeuren (KB 21.12.2001, BS 23/01/2009).

Het groenonderhoud en ook de afwerking van de aanleg moet voorzien worden zoals voorzien in het decreet houdende de vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

Alle gegevens zijn terug te vinden via www.zonderisgezonder.be. Alle onkruidbestrijding moet met regelmaat mechanisch kunnen gebeuren. De infrastructuur moet in dat opzicht duurzaam zijn aangelegd.

Verharding

• beperken tot strict noodzakelijke
• vlak aanleggen met zo min mogelijk obstakels
• boordstenen ter plaatse in één geheel gieten
• weggoten beperken door
• afwateren in wadi’s
• waterdoorlatende oppervlakten
• verharding rond obstakels in monoliete materialen (sokkel)
• op (half)verharding moet alles machinaal onderhouden kunnen worden.
• Dus geen dolomiet of grind.
• Wel doorgroeitegels of grasdallen (want gestabiliseerd)

Groen

• Geen obstakels (meubilair) in gazon
• Rolkraag onder draad

Plantenkeuring, opvolging groenonderhoud en opleveringen :

Keuring van het plantgoed en voorlopige oplevering : per mail moet de groenambtenaar lode.debruyne@lokeren.be en in cc de groencoördinator lucas.nauts@lokeren.be worden verwittigd.

Definitieve oplevering : per mail moet de groencoördinator lucas.nauts@lokeren.be worden verwittigd.

Tijdens de contractuele groenonderhoudsperiode (tot de definitieve oplevering) moet het groenonderhoud gecontroleerd kunnen worden aan de hand van onderhoudsregistratiefiches. Na elke onderhoudsbeurt moeten die fiches, alsmede een overzicht van de uit te voeren en uitgevoerde watergiftbeuren, systematisch doorgegeven worden aan de groencoördinator Lucas Nauts op mailadres lucas.nauts@lokeren.be

De bufferzone naast het perceel 1302^E  mag slechts voor maximum 50% verhard worden. Binnen deze zone dient verplicht een groenscherm te worden aangelegd in het plantseizoen volgend op de realisatie van de 1^ste fase.  De samenstelling van dit groenscherm dient voorafgaandelijk te worden voorgelegd en goedgekeurd door de groenambtenaar van de stad Lokeren.

Art.5 - Volgende gronden dienen te worden overgedragen aan de stad:

De gronden bestemd voor het openbaar domein aangeduid op het ‘Plan aanduiding privaat-openbaar’. Dit plan dient aangepast zoals in bijlage bijgevoegd, waarbij de zone rond het oostelijke fietspad ook opgenomen wordt binnen het privaat domein.

Volgende zones blijven privaat maar hebben een publiek karakter en zijn permanent toegankelijk: de oostelijk gelegen fietsdoorsteek.

De overdracht gebeurt vrij en onbelast en zonder kosten voor de stad, om niet aan haar af te staan bij de voorlopige oplevering van de laatst uit te voeren werken. Deze overdracht zal gebeuren nadat de stad zijn goedkeuring heeft gehecht aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de laatste fase. De afgevaardigde van de stad zal daartoe op de voorlopige aanvaarding uitgenodigd worden. De eigenaar van de verkaveling zal instaan voor het aanduiden van een notaris en de kosten voor de notariële akte dragen.

Art.6 - De verkavelaar verbindt zich er toe om de wegenis- en rioleringswerken als opdrachtgever te blijven opvolgen tot en met de definitieve oplevering. Hij zal alle prestaties leveren of kosten dragen die noodzakelijk zijn tot het PV van definitieve oplevering is opgemaakt en door het stadsbestuur aanvaard is.